Regeling subsidiëring Stichting CAOP

22 december 1999

Nr. AB1999/U10052

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Overwegende dat:

1. de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: Minister) en de centrales van overheidspersoneel in 1995 de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (hierna: Stichting CAOP) hebben opgericht voor de ondersteuning van adviesorganen, beroeps- en bezwarencommissies op het gebied van de rechtspositie, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsverhoudingen van het overheidspersoneel en de privaatrechtelijke rechtspersonen, waaraan door de overheid taken van datzelfde gebied zijn opgedragen of welke een bijzonder orgaan van overleg zijn;

2. de Stichting CAOP een stichting naar Nederlands recht is, maar met participatie van zowel werkgeversorganisaties als centrales van overheidspersoneel;

3. de Minister bij besluit van 13 december 1994, nr. MPA94/U598 aan de Stichting CAOP voor de jaren 1995 tot en met 1999 een jaarlijkse bijdrage heeft toegekend ten behoeve van haar activiteiten;

4. de Minister en de centrales van overheidspersoneel het wenselijk hebben geacht deze jaarlijkse bijdrage te continueren en daartoe op 22 december 1999 een overeenkomst hebben gesloten.

Gelet op de Wet overige BiZa-subsidies.

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. de Stichting CAOP: de Stichting Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel.

Artikel 2

1. De minister verstrekt een subsidie aan de Stichting CAOP.

2. De subsidie wordt per boekjaar verstrekt.

Artikel 3

1. De subsidie bedraagt maximaal f 9.255.000,- en wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Op de subsidie is de indexering voor de ter zake geldende begrotingsartikelen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van toepassing. De subsidie is 50% loongevoelig en 50% prijsgevoelig.

Artikel 4

1. De subsidie wordt verstrekt voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de instandhouding en kwalitatief hoogwaardige ondersteuning van:

a. de Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst;

b. het Sectoroverleg Rijk;

c. de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid;

d. de Commissie van Advies Bezwaren Functiewaardering;

e. de Adviescommissie Grondrechten en Functieuitoefening Ambtenaren;

f. de Bezwarencommissie veiligheidsonderzoeken.

2. De resterende subsidie wordt verstrekt ten behoeve van de overige activiteiten die passen binnen de statutaire doelstelling van de Stichting CAOP.

§ 2. Aanvraag van de subsidie

Artikel 5

De aanvraag van de subsidie voor een boekjaar wordt uiterlijk 1 november voor de aanvang van het boekjaar ingediend.

Artikel 6

De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Indien de beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt de minister de Stichting CAOP daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

§ 3. Verplichtingen van de Stichting CAOP

Artikel 7

Op de financiële verantwoording van de Stichting CAOP is Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

1. De Stichting CAOP heeft een reserve voor vervangingsinvesteringen en een reserve voor bedrijfsrisico’s.

2. De omvang van de reserve voor bedrijfsrisico’s bedraagt niet meer dan f 1.512.500,-.

Artikel 9

De Stichting CAOP behoeft de toestemming van de minister voor de handelingen, bedoeld in artikel 4:71, eerste lid, onderdelen b en g, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 10

De Stichting CAOP werkt mee aan de onderzoeken welke worden verricht door of in opdracht van de minister.

§ 4. Voorschotbetaling op subsidie

Artikel 11

1. De minister verleent op de subsidie een voorschot.

2. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van het voorschot.

3. Het voorschot wordt in één termijn uitbetaald, en wel binnen vier weken na de beschikking tot subsidieverlening.

4. Het voorschot wordt uitbetaald onder de voorwaarde dat terugbetaling plaatsvindt indien de goedkeurende accountantsverklaring achterwege blijft.

§ 5. Subsidievaststelling

Artikel 12

De aanvraag tot vaststelling van de subsidie gaat vergezeld van de jaarrekening, het jaarverslag, de accountantsverklaring en de schriftelijke verklaring van de accountant over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Artikel 13

1. De minister stelt de subsidie vast binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Indien de beschikking tot subsidievaststelling niet binnen dertien weken kan worden gegeven, stelt de minister de Stichting CAOP daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

2. De minister kan bij de vaststelling van de subsidie het bedrag van de subsidie verminderen of intrekken indien de Stichting CAOP niet heeft voldaan aan de voorschriften in verband met de subsidie.

3. De subsidie wordt vastgesteld op basis van de ingediende jaarrekening. Het subsidiebedrag is gelijk aan het verleende voorschot indien:

a. bij de jaarrekening een goedkeurende accountantsverklaring is verkregen;

b. de accountant geen materiële afwijkingen meldt ten aanzien van de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

c. de maximale omvang van de reserve voor bedrijfsrisico’s, bedoeld in artikel 8, tweede lid, niet wordt overschreden.

4. De subsidie wordt uitbetaald onder verrekening van het reeds betaalde voorschot.

§ 6. Overige bepalingen en slotbepalingen

Artikel 14

De Stichting CAOP zal tenminste eens in de vier jaar de interne organisatie, de door haar geleverde produkten en het door haar gevoerde beleid doorlichten op doelmatigheid en doeltreffendheid en de resultaten van haar bevindingen meedelen aan de minister.

Artikel 15

De minister kan, na overleg met de Stichting CAOP, in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld indien naar het oordeel van de minister de continuïteit van de bedrijfsvoering door externe omstandigheden in gevaar dreigt te komen, afwijken van de bepalingen in deze regeling.

Artikel 16

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidiëring Stichting CAOP.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper.

Naar boven