Besluit aanwijzing KPN tot vaststelling kostengeoriënteerde kerktelefonietarieven

OPTA/EGM/99/8292

Het college van de onafhankelijke post en telecommunicatie autoriteit heeft Koninklijke KPN N.V. op 20 december 1999 met de onderstaande brief aangewezen tot het vaststellen van kostengeoriënteerde tarieven voor de dienst kerktelefonie.

In de beslissing van OPTA van 27 april 1999 (kenmerk OPTA/J/99/1296) op het bezwaarschrift van Kabelfoon tegen het besluit van OPTA d.d. 5 augustus 1998 (kenmerk OPTA/E/98/2214), heeft het college bepaald dat kostengeoriënteerde tarieven voor de dienst kerktelefonie van KPN dienden te worden ingevoerd. Tegen deze beslissing heeft KPN geen beroep aangetekend. Ten aanzien van KPN heeft voornoemde beslissing derhalve formele rechtskracht gekregen. Bovendien heeft KPN per brief d.d. 7 juni 1999 via haar gemachtigde (kenmerk AThM/mas/98.1.7646) aan het college laten weten zich neer te zullen leggen bij de meergenoemde beslissing.

In uw brief van 12 november 1999 (kenmerk 99-U-01193-RvB) geeft u echter aan dat KPN niet bereid is tot het invoeren van kostengeoriënteerde tarieven voor kerktelefonie. U geeft daarbij als reden dat, terwijl het college in zijn besluit van 27 april 1999 mogelijkheid bood voor een maatschappelijk debat, dit debat maar minimaal heeft plaatsgevonden. U geeft daarbij aan niet bereid te zijn dit debat met een tariefsverhoging zelf te starten.

Het college heeft in zijn besluit van 27 april 1999 de mogelijkheid gegeven voor een maatschappelijk debat, maar heeft niet gesteld dat een debat voorafgaand aan de tariefswijzing noodzakelijk is, noch dat het college dit debat zelf zou organiseren. Of er wel of geen maatschappelijk debat heeft plaatsgevonden, beschouwt het college niet als een relevant argument om zijn bij wet opgedragen taken op te schorten.

Het college stelt vast dat KPN handelt in strijd met artikel 16, eerste lid, van het Besluit ONP Huurlijnen en Telefonie (hierna: BOHT). Omdat KPN ondubbelzinnig heeft aangegeven haar tarieven, voor de dienst kerktelefonie, niet te willen aanpassen, is aan de voorwaarden voldaan voor het geven van een aanwijzing op grond van artikel 16, zevende lid, van het BOHT.

Het college heeft KPN op 3 december 1999 (kenmerk OPTA/EGM/99/8303) in kennis gesteld van het voornemen tot een aanwijzing door het toezenden van de concept-aanwijzing. Met uw brief van 10 december 1999 (kenmerk 99-U-1290-RvB) heeft u de zienswijze van KPN op deze concept-aanwijzing gegeven. U stelt in deze reactie een aanwijzing van KPN tot het indienen van een tariefvoorstel voor een kostengeoriënteerd tarief en de introductie daarvan voor 1 juli 2000 niet zinvol te vinden, omdat daarbij alsnog een aantal keuzen ten aanzien van de vragen wat een kostengeoriënteerd tarief voor kerktelefonie zou zijn en wanneer deze tariefsverhoging moet worden ingevoerd, bij KPN wordt gelegd.

Voor wat betreft het vaststellen van het tarief, constateert het college dat KPN tot nu toe altijd tegen het vaststellen door het college van tarieven voor diensten die KPN levert, is geweest. Het opleggen van tarieven door het college heeft dan ook nog nooit plaatsgevonden. Het college wil ook in dit geval niet overgaan tot het opleggen van een bepaald tarief. Wel is het college bereid de kaders te geven waarbinnen een door KPN in te dienen tariefvoorstel moet vallen om te voldoen aan de eis van kostenoriëntatie, waarop het in te dienen tariefvoorstel zal worden beoordeeld.

Het college acht een tarief waarbij de verwachte omzet gelijk is aan de verwachte integrale kosten (inclusief rente), het minimum tarief. Het college acht een tarief waarbij de verwachte Return on Assets (ROA) gelijk is aan 10,8%1 het maximum tarief. Het college acht het daarbij redelijk indien wordt uitgegaan van de cijfers over 1998 en de uitgangspunten dat de afzet en de toerekening van indirecte kosten ongewijzigd blijven.

Voor wat betreft de vraag wanneer het kostengeoriënteerde tarief dient te worden ingevoerd, zal het college tegemoetkomen aan de wens van KPN om deze datum op te leggen. In de concept-aanwijzing was de datum 1 juli 2000 genoemd als datum waarop de tarieven voor de dienst kerktelefonie uiterlijk op kostengeoriënteerd niveau dienden te zijn. De termijn tot 1 juli 2000 was daarbij ruim genomen om gelegenheid te bieden tot gefaseerde invoer. Nu van gefaseerde invoer geen sprake is, is er geen reden de termijn langer te stellen dan een redelijke termijn voor het eenmalig invoeren van een gewijzigd tarief. Uitgaande van het indienen van een tariefvoorstel door KPN op uiterlijk 14 januari 2000, een beoordelingstermijn van OPTA van 3 weken en een termijn van 2 maanden tussen de publicatie en de invoering van de tariefswijziging, acht het college de invoering van een kostengeoriënteerd tarief op 1 mei 2000 redelijk.

Aanwijzing

Het college geeft de aanwijzing aan KPN dat zij kostengeoriënteerde tarieven dient vast te stellen voor de dienst kerktelefonie en deze tarieven vanaf 1 mei 2000 aan eindgebruikers van de dienst in rekening brengt.

KPN dient een voorstel te doen voor kostengeoriënteerde tarieven voor de dienst kerktelefonie, waarbij zij rekening houdt met de door het college in deze aanwijzing genoemde kaders. Het college dient uiterlijk 14 januari 2000 omtrent het betreffende voorstel in kennis te worden gesteld.

KPN is conform artikel 16, zevende lid, van het BOHT gehouden deze aanwijzing op te volgen.

Rechtsmiddel

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit aan KPN bekend is gemaakt, daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Postbus 90420

2509 LK Den Haag

onder vermelding van ’Bezwaarschrift’. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en dient in ieder geval de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van het bezwaar te bevatten. Zo mogelijk dient een afschrift van het besluit en de overige op het bezwaar betrekking hebbende stukken te worden meegezonden.


Hoogachtend,
Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.
namens het college,
Prof. dr. J.C. Arnbak, voorzitter.

1 Gelijk aan de door het college in het price cap besluit van 27 september 1999 (OPTA/EGM/99/7526) vastgestelde WACC.

Naar boven