Vaststelling HYDRA-M voor de IJsselmeerdijken

17 december 1999

Nr. HKW/AK 99/12391

Hoofdkantoor van de Waterstaat

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 4 van de Wet op de waterkering;

Besluit:

Artikel I

De bij de Regeling Hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen behorende bijlage wordt gewijzigd als volgt:

In de bijlage worden in hoofdstuk 4 de tabellen 4.6e, 4.7b, 4.8b, 4.12b en 4.13e, inhoudende de maatgevende kruinhoogten voor de IJsselmeerdijken, vervangen door het rekenmodel HYDRA-M, inclusief het bijbehorend databestand.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Hoofdkantoor van de Waterstaat, Johan de Wittlaan 3 te Den Haag en bij Rijkswaterstaat, directie IJsselmeergebied, Zuiderwagenplein 2 (Smedinghuis) te Lelystad.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J.M. de Vries.

Toelichting

Ingevolge artikel 4 van de Wet op de waterkering dient de Minister van Verkeer en Waterstaat de relatie tussen hoogwaterstanden en overschrijdingskansen, die bij het bepalen van het waterkerend vermogen van de primaire waterkeringen van belang zijn, vast te stellen. De vaststelling van deze zogenaamde ’hydraulische randvoorwaarden’ geschiedt telkens voor de duur van vijf jaren.

De beheerder van een primaire waterkering moet ondermeer aan de hand van de hydraulische randvoorwaarden de waterkering toetsen en beoordelen op zijn veiligheid.

De randvoorwaarden zijn maatgevend bij het ontwerp, het beheer en het onderhoud van primaire waterkeringen. Met de vaststelling van de randvoorwaarden wordt een bijdrage geleverd aan de hoofddoelstelling van het waterkeringenbeleid: het blijvend waarborgen van de veiligheid.

De hydraulische randvoorwaarden zijn voor de eerste maal vastgesteld bij ministerieel besluit van 23 oktober 1996, gepubliceerd in de Staatscourant van 30 oktober 1996, nr. 210. In 2001 zullen de hydraulische randvoorwaarden opnieuw, conform de vijfjaarlijkse termijn voor herziening, worden vastgesteld. Voorafgaand aan die vaststelling is er nu reeds de noodzaak om de vastgestelde hydraulische randvoorwaarden voor de IJsselmeerdijken te herzien. De herziening is noodzakelijk gezien het feit dat een aantal IJsselmeerdijken niet voldoet aan de veiligheidsnorm en in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren versneld verhoogd wordt. Bij het ontwerpen van deze dijken zijn de hydraulische randvoorwaarden zoals gezegd maatgevend. De geldende randvoorwaarden voor het IJsselmeer zijn echter berekend met een verouderd model en voldoen derhalve niet meer.

Aangezien de voorbereidingen ten behoeve van de dijkversterkingen thans plaats moeten vinden worden de randvoorwaarden voor de IJsselmeerdijken tussentijds aangepast. De nieuwe randvoorwaarden voor de IJsselmeerdijken worden geleverd in de vorm van een berekeningsprogramma, getiteld HYDRA-M, inclusief een bijbehorend databestand. Dit programma berekent direct de kruinhoogte van de dijk.

Over de toepassing van HYDRA-M is uitvoerig overleg gevoerd tussen alle betrokken partijen.

De Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen is van mening dat HYDRA-M volgens de huidige technische inzichten het beste instrument is om de maatgevende kruinhoogten van de IJsselmeerdijken te bepalen.

Met HYDRA-M kunnen dijkbeheerders op basis van een door Rijkswaterstaat beheerd databestand zelf de benodigde kruinhoogten van de waterkeringen berekenen. De kruinhoogten genoemd in de tabellen 4.6e, 4.7b, 4.8b, 4.12b en 4.13e van het huidige randvoorwaardenboek komen hierdoor te vervallen.

Aangezien de bijlage van de Regeling Hydraulische randvoorwaarden primaire waterkeringen gedeeltelijk bestaat uit een computerprogramma en gelet op de omvang van het hydraulische randvoorwaardenboek, is volledige plaatsing van de gewijzigde bijlage in de Staatscourant niet mogelijk. Gekozen is daarom om de regeling, inclusief de gewijzigde bijlage, ter inzage te leggen bij het Hoofdkantoor van de Waterstaat te Den Haag en bij Rijkswaterstaat, directie IJsselmeergebied te Lelystad.

Tevens wordt het programma HYDRA-M, het bijbehorende databestand en de hieraan ten grondslag liggende eindrapportage toegezonden aan het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen, de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen en de provincies en waterschappen die het direct aangaat.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.M. de Vries.

Naar boven