Wijziging Besluit nadere regelen aanvraag PMA

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen,

Gelet op artikel 3, vierde lid van de Wet premieregime bij marginale arbeid;

Besluit:

Artikel 1

Artikel 2 van het Besluit nadere regelen wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

1. De aanvraag van de premievrijstelling die betrekking heeft op uitkeringsgerechtigden geschiedt door middel van een aanvraagformulier waarvan het model als bijlage 1 aan dit besluit is toegevoegd.

2. Het ingezonden aanvraagformulier gaat vergezeld van de volgende bescheiden:

a. een kopie van een recent uitkeringsbewijs;

b. een kopie van een geldig inschrijvingsbewijs Arbeidsvoorzieningsorganisatie.

3. Indien sprake is van een buitenlandse uitkering, dient het ingezonden aanvraagformulier tevens vergezeld te gaan van een kopie van een geldig identiteitsbewijs van de werknemer. Indien de werknemer geen onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte dient tevens een kopie van het verblijfsdocument te worden meegezonden waaruit blijkt dat de werknemer gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

Artikel 2

Artikel 3 van het Besluit nadere regelen komt te vervallen.

Artikel 3

Bijlage 2, onderdeel 3 categorieën b en c van het Besluit nadere regelen komen te vervallen.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 1999. Indien de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 maart 1999, treedt dit besluit in werking twee dagen na plaatsing ervan in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 maart 1999.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van het Besluit nader regelen.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


Amsterdam, 20 januari 1999.
J.F. Buurmeijer, voorzitter.

Toelichting

Op grond van artikel 3, vierde lid van de Wet premieregime bij marginale arbeid is het Lisv bevoegd om regels te stellen met betrekking tot zowel de aanvraag van de premievrijstelling door de werkgever als de beschikking op aanvraag door de uitvoeringsinstelling. Deze regelen zijn vervat in het Besluit nadere regelen aanvraag PMA van 13 mei 1997.

Dit besluit is gewijzigd als gevolg van de intrekking van het Aanwijzingsbesluit categorieën Wet Premieregime bij marginale arbeid per 1 maart 1999.

Amsterdam, 20 januari 1999.

J.F. Buurmeijer, voorzitter.

Naar boven