Protocol inzake advisering toetsing benoembaarheid ministers in Aruba

12 november 1999

De Gevolmachtigde Minister van Aruba en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

overwegende:

dat het gewenst is door een commissie van deskundigen te doen onderzoeken welke criteria een rol dienen te spelen bij de toetsing van benoembaarheid tot Arubaans minister;

handelende in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers van het Koninkrijk;

gelet op artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;

Besluiten:

Artikel 1 Instelling

Er is een Commissie van deskundigen inzake de toetsing van benoembaarheid van Arubaanse ministers, in dit besluit aangeduid als de commissie.

Artikel 2 Samenstelling en ondersteuning

1. De commissie bestaat uit drie personen. De voorzitter wordt aangewezen door de minister-president van Aruba en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezamenlijk. Één lid wordt aangewezen door de minister-president van Aruba, één lid wordt aangewezen door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. De commissie beschikt over een secretaris. De secretaris wordt aangewezen door de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de minister-president van Aruba.

3. De regering van de Nederlandse Antillen kan desgewenst een waarnemer bij de commissie benoemen.

Artikel 3 Opdracht

1. De commissie adviseert over de criteria die bij de toetsing van de benoembaarheid tot Arubaans minister een rol dienen te spelen.

2. De commissie besteedt bijzondere aandacht aan de rol van de Gouverneur ten aanzien van de benoeming van ministers, zowel wat betreft de inhoudelijke toetsing van de benoembaarheid, als wat betreft procedurele aspecten.

Artikel 4 Werkwijze

1. De commissie neemt bij het opstellen van haar advies de bestaande wettelijke kaders van Statuut en andere rijksregelgeving in acht.

2. Bestaande bevoegdheden van bij de benoeming van ministers betrokken organen dienen te worden gerespecteerd.

3. De commissie betrekt de genomen maatregelen en voorstellen die zijn gedaan ter uitvoering van het rapport Calidad bij haar overwegingen.

4. De commissie betrekt de toetsingscriteria en procedures bij de benoeming van ministers die in de andere landen van het Koninkrijk worden gehanteerd bij haar beschouwingen.

5. De commissie heeft de bevoegdheid alle betrokkenen bij de benoeming van ministers op Aruba te horen en inzage te vragen in alle relevante documenten.

6. De leden van de commissie en degenen die betrokken worden bij de werkzaamheden van de commissie bewaren de geheimhouding van het door de commissie uitgebrachte rapport en van de gegevens waarover de commissie beschikt.

7. De commissie brengt op zo kort mogelijke termijn haar rapport uit aan de minister-president van Aruba en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal, in overleg met de minister-president van Aruba, de conclusies die hij aan het rapport verbindt aan de rijksministerraad voorleggen.

Artikel 5 Vergoeding van kosten

1. De kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden van de commissie, worden voor gelijke delen gedragen door Aruba en Nederland.

2. De kosten worden geheel voldaan door Nederland, waarna het door Aruba te betalen deel bij dat land zal worden gedeclareerd.

3. Voor zover de kosten door Nederland worden gedragen, worden zij ten laste gebracht van Hoofdstuk VII van de Rijksbegroting.

4. De honorering en de vergoeding van reis-, verblijf- en andere kosten, gemaakt door de voorzitter en de leden van de commissie, geschiedt op voet van het Vergoedingsbesluit adviescolleges (Stb. 1996, 583). De vergoeding van de reis-, verblijf- en andere kosten, gemaakt door de secretaris, geschiedt op voet van de ter zake geldende regelingen voor rijksambtenaren.

Artikel 6 Slotbepaling

Het besluit wordt geplaatst in de Staatscourant en in de Landscourant van Aruba.


Den Haag, 12 november 1999.
De Gevolmachtigde Minister van Aruba,
A.G. Croes. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G.M. de Vries.

Naar boven