Regeling vaststelling heffingspercentage scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid 2000

17 november 1999

Nr. AB1999/U92163

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 2 van het Besluit heffing scholing en vorming van ondernemingsraadsleden bij de overheid;

Besluit:

Artikel 1

Het percentage, bedoeld in artikel 2 van het Besluit heffing scholing en vorming van ondernemingsraadsleden bij de overheid wordt voor het jaar 2000 vastgesteld op 0,044 procentpunt.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2000.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling heffingspercentage scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid 2000.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper.

Toelichting

Op grond van het Besluit heffing scholing en vorming ondernemingsraadsleden bij de overheid (hierna het Besluit) zijn overheidswerkgevers voor wier personeel een ondernemingsraad moet worden ingesteld, een heffing verschuldigd.

De heffing bestaat uit een jaarlijks vast te stellen percentage van de heffingsgrondslag, bedoeld in artikel 3 van het Besluit. De heffingsgrondslag wordt sinds de inwerkingtreding van fase één van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen op 1 januari 1998 gevormd door het loon dat voor de overheidswerkgevers in aanmerking komt voor premieberekening krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.

In overeenstemming met de opvatting van de sociale partners in de zogeheten WOR-Kamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid wordt het heffingspercentage voor het jaar 2000 in deze regeling op 0,044 procentpunt vastgesteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Peper.

Naar boven