Wijziging verplichtstelling deelname in bedrijfspensioenfonds

Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (BMPT)

Bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 november 1999, nr. 9944049, Arbeidsinspectie, Centraal Kantoor, Afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden, is krachtens artikel 3, eerste lid, van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds het besluit van de Staatssecretris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 31 december 1969, nr. 44.821, Directie Sociale Verzekering, Afdeling P. en S., Stcrt. 1970, nr. 19 laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 1991, nr. SZ/SV/O/91/5136, Stcrt. 1991, nr. 239 zodanig gewijzigd, dat de deelneming in de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken (BPMT) zoals in het besluit is bepaald onder III. is verplicht gesteld voor:

de werknemers die werkzaam zijn in ondernemingen, in welke ongeacht de economische functie, uitsluitend of in hoofdzaak één of meer van de hierna onder 1 t/m 19 genoemde werkzaamheden worden uitgeoefend.

1. Het be- en/of verwerken van metalen (met uitzondering van de ondernemingen, hierna bedoeld onder 2, en volgende), waaronder onder meer wordt verstaan:

a. het aanleggen, assembleren, construeren, demonteren, draaien, emailleren, forceren, gieten, herstellen, lassen, monteren, onderhouden, persen, pletten, samenstellen uit al of niet van derden betrokken onderdelen, slopen, smeden, smelten, trekken, vervaardigen en walsen van metaal (waaronder o.m. te verstaan: aluminium, blik, brons, koper, lood, messing, staal, tin, ijzer, zink en legeringen of composities hiervan) of van metalen apparaten, drijfwerk, gereedschappen, machines, toestellen, voorwerpen en werktuigen (waaronder mede begrepen kracht- en arbeidswerktuigen, landbouwtractoren, -machines en -werktuigen), alles in de ruimste zin van het woord, zoals appendages, automaten, automobielen, beelden, bliksemafleiders, blikwaren, bouten, brandkasten, bruggen, buizen, capsules, draad, draadnagels, elektroden, gaas, gemotoriseerde rijwielen, haarden, instrumenten (waaronder optische apparaten), kachels, ketels, kinderwagens, klinknagels, knopen, kroonkurken, matrassen, matrijzen, meters (o.a. gas-, elektriciteit-, water- en taxi-meters), meubelen, moeren, motoren, motorrijwielen, muziekinstrumenten, ovens, radiatoren, ramen, reservoirs, rolhekken, rollend materieel, rolluiken (metalen), rijwielen, schaatsen, schepen, schroeven, schuif- en sierhekken, sluitingen, stempels, tanks, tuben en uurwerken;

b. het vervaardigen en/of herstellen van apparaten, installaties, stoffen, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie of haar componenten afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken;

c. het staalblazen en/of zandstralen;

d. het verzinken en/of vertinnen, voorzover dit niet langs galvanotechnische weg geschiedt;

e. het uitvoeren van revisiewerkzaamheden aan verbrandingsmotoren en aan onderdelen daarvan in de ruimste zin (motorenrevisiebedrijf), alles mits in de betrokken onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende minder dan 1.200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht.

2. Het galvaniseren, waaronder wordt verstaan het door middel van het op elektrochemische of op andere wijze aanbrengen met metaalneerslag op voorwerpen, het oxyderen of polijsten van metalen (galvanotechnisch bedrijf).

3. Het hand- en machinegraveren, waaronder wordt verstaan het bedrijf van het graveren in metaal of andere stoffen (graveerbedrijf).

4. Het lakken, moffelen, slijpen en/of polijsten van metalen.

5. Het herstellen van naaimachines.

6. Het vervaardigen en/of herstellen van roeiboten, kleine zeilboten, kano’s e.d. van metaal.

7. Het vervaardigen, aanbrengen of herstellen van kunstledematen, orthopedische apparaten (beugels en spalken), orthopedische korsetten en andere medische bandages.

8. Het vervaardigen, repareren en wijzigen van gietmodellen, vormplaten en coquilles voor de metaalindustrie (modelmakersbedrijf).

9. Het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van huisrioleringen; het vervaardigen, aanbrengen, herstellen of onderhouden van uit aluminium, zink, lood of koper bestaande dakbedekkingen of onderdelen daarvan, bekledingen aan of op bouwwerken, afvoerpijpen voor regenwater of onderdelen daarvan; het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van installaties voor gas- of watervoorziening of gedeelten daarvan, het aanleggen, veranderen, herstellen of onderhouden van brandleidingen, sprinklerinstallaties of sanitaire installaties of gedeelten daarvan (loodgieters- en fittersbedrijf).

10. a. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische zwak- en sterkstroominstallaties (elektrotechnisch installatiebedrijf), met uitzondering van het elektrotechnisch scheepsinstallatiebedrijf, voor zover, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel in een dergelijke onderneming tenminste 1.200 uren per week door bij die onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht.

b. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties ten behoeve van signalering van en/of beveiliging tegen onbevoegde toegang, kwaadwillig gedrag en persoonlijke en/of materiële schade (elektronisch beveiligingsinstallatiebedrijf).

c. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van installaties op het gebied van aarding en kathodische bescherming (aardingsbedrijf).

d. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van radio- en televisieontvangtoestellen, radio- en televisieontvanginstallaties, elektrotechnische geluidversterkers, elektrotechnische geluidversterkerinstallaties, alsmede bijbehorende hulptoestellen of onderdelen (radio- en televisie-installatie- en reparatiebedrijf).

e. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van installaties ten behoeve van ontvangst en distributie van radio- en televisiesignalen, alsmede van overdracht van informatie (installatiebedrijf voor collectieve antennes, kabeltevisie en overige (tele)communicatie).

f. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, vervaardigen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van lichtinstallaties met gasontladingsbuizen van hoge spanning, waaronder begrepen het monteren en demonteren van deze buizen, alsmede algemene reclameverlichtingsinstallaties voor zover deze niet binnen een pand functioneren (lichtreclamebedrijf).

g. Het aanleggen, herstellen, uitbreiden, demonteren, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektriciteits-distributienetten, straat- en terreinverlichting, elektrotechnische bewegwijzeringsinstallaties, elektrotechnische verkeersregel-, verkeersmeting- en verkeerscontrole-installaties en elektrotechnische parkeerregelinstallaties (elektrotechnisch nettenbouw- en buiteninstallatie bedrijf).

h. Het aanleggen, ontwerpen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden en bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische- en elektronische installaties of onderdelen daarvan, ten behoeve van ontvangst, distributie, zichtbare en/op hoorbare overdracht van informatie alsmede informatieverwerking en regeling van industriële productieprocessen of andere mechanische bedrijfsvoorzieningen (communicatie- en industrieel automatiseringsinstallatiebedrijf).

i. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische installaties ten behoeve van exposities, beurzen, evenementen of feestverlichting (het tentoonstellingsinstallatiebedrijf).

j. Het met het oog op het gebruik van huishoudelijke elektrotechnische verbruikstoestellen bedrijfsmatig aanleggen, wijzigen, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van een aansluitpunt op een bestaande eindgroep van een sterkstroominstallatie (elektro-aansluitbedrijf).

k. Het aanleggen, wijzigen, demonteren, herstellen, onderhouden of bedrijfsvaardig opleveren van elektrotechnische en elektronische installaties of onderdelen daarvan aan boord van zich op zee bevindende objecten welke niet over een eigen voortstuwing beschikken (elektrotechnisch off-shore installatiebedrijf).

l. Het wikkelen of herstellen van elektrotechnische machines en gebruiks- en verbruikstoestellen voor sterk- en zwakstroominstallaties (elektrotechnisch wikkelbedrijf).

m. Het monteren en bedraden van elektrotechnische- en elektronische apparatuur van bedienings-, schakel- en signaleringspanelen (elektrotechnisch paneelbouwbedrijf).

n. Het demonteren, repareren, monteren, vervangen, wijzigen, onderhouden en gebruiksgereed opleveren van apparaten, installaties, toestellen, voorwerpen e.d. die elektrische energie afgeven, bewaren, gebruiken, meten, omzetten, overbrengen, schakelen, transformeren, verbruiken, verdelen, voortbrengen of waarneembaar maken (elektrotechnisch reparatiebedrijf).

Alles voor zover in de ondernemingen bedoeld onder l, m en n, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, in de regel gedurende minder dan 1.200 uren per week door bij een dergelijke onderneming in dienst zijnde werknemers werkzaamheden worden verricht.

11. a. Het rechtstreeks voor derden monteren of repareren van installaties of onderdelen daarvan voor centrale verwarming, warmwatervoorziening, luchtbehandeling, ventilatie en koeling (centrale verwarmingsbedrijf).

b. Het rechtstreeks voor derden plaatsen en monteren of repareren van koel- en vriesinstallaties en installaties voor luchtbehandeling en ventilatie, deze laatste in koeltechnische zin (koeltechnisch bedrijf).

12. a. Het vervaardigen, samenstellen, veranderen, onderhouden en/of herstellen van wagens, zoals aanhangwagens, opleggers, caravans en kampeerwagens, en de chassis daarvan, alsmede van carrosserieën, wisselcarrosserieën, carrosseriesegmenten, carrosserieplaatwerk, of delen daarvan, door toepassing van onder meer hout, houtprodukten, staal, ijzer, non-ferrometalen, beton, gips, kunststof, zomede het be- en/of verwerken van deze materialen dan wel combinaties daarvan.

b. Het aanbrengen en/of herstellen - ongeacht de gebruikte materialen - van stofferingen aan onder a. bedoelde objecten, alsmede aan c.q. in motorvoertuigen; het - ongeacht de gebruikte materialen - vervaardigen van produkten die dienen ter stoffering of bekleding, zoals onder meer hoezen, cabrioletkappen en hemels.

c. Het aanbrengen van beschermende lagen op onder a. bedoelde objecten door onder meer spuiten, schilderen, lakken en dompelen.

d. Het aanbrengen van teksten en reclame op onder a. bedoelde objecten.

e. Het richten, meten, controleren en uitlijnen bij het herstellen van chassis en/of carrosserieën met behulp van richt- en meetapparatuur (richt- of meetbank, c.q. richtbank en mallen).

f. Het verlengen, inkorten, versmallen en/of verbreden van chassis en/of carrosserieën.

Ten derde worden verstaan onder:

wagen: het gestel op wielen of glijvlakken om ‐ anders dan langs spoorstaven ‐ te worden voortbewogen voor het vervoer van personen en/of goederen, met uitzondering van rijwielen, bromfietsen, motorrijwielen, motorvoertuigen, kinderwagens, landbouwtrekkers, landbouwwerktuigen en andere mechanische werktuigen, rijdende kranen, vorkheftrucks en bulldozers;

carrosserie: de open of gesloten opbouw van een wagen c.q. motorvoertuig, onder meer ter verkrijging van een wagen c.q. motorvoertuig met een speciale bestemming, zoals bijv. autobussen, brandweerwagens, geldtransportwagens, koelwagens, ladderwagens, legerwagens, politiewagens, spaarbankwagens, tandartswagens, winkelwagens en ziekenwagens.

13. a. Het verrichten van herstellings- of onderhoudswerkzaamheden - waaronder mede te verstaan het voorzien van automobielen van motorbrand-stoffen en/of -smeermiddelen - aan automobielen of auto-onderdelen of -toebehoren, dan wel het stallen, het voor verkoop gereed maken of het wassen van automobielen (automobiel- en garagebedrijf).

b. Het verrichten van herstellings- of onderhoudswerkzaamheden - waaronder mede te verstaan het voorzien van motorrijwielen van motorbrandstoffen en/of -smeermiddelen - aan motorrijwielen of motorrijwielonderdelen of -toebehoren, dan wel het stallen van motorrijwielen (motorrijwielreparatiebedrijf).

14. Het voor derden onderhouden en/of repareren van kantoormachines (kantoormachinereparatiebedrijf).

15. a. Het vervaardigen van:

1. gebruiksvoorwerpen van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen van andere non-ferro metalen;

2. sieraden en monturen van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van sieraden en monturen van andere non-ferro metalen;

3. medailles, insignes enz. van edele metalen, al of niet samengaande met het vervaardigen van medailles insignes enz. van andere non-ferrometalen.

b. Het herstellen van, dan wel het verrichten van een deelbewerking aan of voor de onder a. genoemde voorwerpen (goud- en zilvernijverheid).

16. a. Het herstellen, verkopen of verhuren van al dan niet gemotoriseerde rijwielen;

b. Het geven van gelegenheid tot stalling van al dan niet gemotoriseerde rijwielen (rijwielkleinbedrijf).

17. a. Het aanbrengen, herstellen en/of onderhouden van beschermmaterialen:

- ter voorkoming of beperking van warmte- of koudeverlies;

- tegen vuur, vocht, geluid en/of vibratie, bij industrieën, aan technische installaties, aan boord van schepen, aan c.q. in gebouwde dan wel in aanbouw zijnde onroerende goederen en aan onder meer apparaten, daken, kanalen, ketels, leidingen, plafonds, tanks, vloeren en wanden.

b. Het bekleden en afwerken van vorenbedoelde beschermmaterialen.

18. Het zagen, snijden, slijpen, overslijpen of kloven van sierdiamant, alsmede het bewerken van ruwe slijpdiamant tot geslepen sierdiamant.

19.a. Het vervaardigen, verhandelen, herstellen en/of verhuren van zeilen, dekkleden en scheepstuig en/of de handel in scheepsbenodigdheden.

b. Het vervaardigen, verhandelen, verhuren, herstellen, aanbrengen en/of opbergen van rolluiken, markiezen en zonneschermen, jaloezieën en lichtafsluitende gordijnen.

Een onderneming wordt geacht ’in hoofdzaak’ één of meer van de hierboven genoemde werkzaamheden uit te oefenen, wanneer het aantal werknemers, dat bij de bedoelde werkzaamheden is betrokken, groter is dan het aantal werknemers, dat werkzaamheden verricht op het gebied van enige andere bedrijfstak.

Onder vervaardigen wordt mede verstaan het assembleren, monteren en samenstellen uit van derden betrokken onderdelen.

Niet tot de Metaal en Technische Bedrijfstakken (BPMT) worden gerekend ondernemingen welke onder de werkingssfeer van het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie ressorteren.

De verplichtstelling geldt niet voor:

1. werknemers tot de eerste van de maand waarin de 25e verjaardag valt, alsmede voor werknemers vanaf de eerste van de maand waarin de 65e verjaardag valt;

2. personen die geen eigenlijke bedrijfsarbeid verrichten, zoals portiers, loopjongens, chauffeurs van personenauto’s welke worden gebruikt ten dienste van eigenaars of employé’s van de onderneming, conciërges en reinigers en wier dienstverband tevens een tijdelijk karakter draagt en/of geen volledige normale dagtaak medebrengt;

3. stagiairs, waaronder wordt verstaan werknemers die arbeid verrichten als onderdeel van hun schoolopleiding, doch niet de bedoeling hebben in deze arbeid hun bestaan te zoeken;

4. werknemers die in het bedrijf bedoeld onder 10. sub g., voor grondwerk per karwei en/of voor beperkte duur in dat karwei of een reeks van karweien met een maximum van drie maanden zijn aangenomen;

5. bestuurders van naamloze vennootschappen of van besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, die als zodanig zijn ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;

6. beambten, die werkzaam zijn in een onderneming, waarin de onder 14. genoemde werkzaamheden worden uitgeoefend.

1. Een onderneming, die in verband met het aantal arbeidsuren van haar werknemers is aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken, is, indien het bedoeld aantal arbeidsuren per week in de onderneming, rekening houdende met het in de bedrijfstak geldende normale aantal arbeidsuren, gedurende een ononderbroken periode van onderscheidenlijk 3, 2 of 1 jaar, te rekenen van 1 januari van enig jaar, tenminste heeft bedragen onderscheidenlijke 1.200, 2.000 of 3.000, na afloop van die periode, met inachtneming van het hierna onder 2. bepaalde, aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie;

2. de aansluiting bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie gaat in op de eerste dag van het eerstvolgende kalenderjaar aanvangende na afloop van de hiervoor onder 1. genoemde perioden;

3. ondernemingen waarvan de bedrijfsuitoefening uitsluitend of in hoofdzaak behoort tot de in de onder 1 genoemde takken van bedrijf waarop het tot 1 januari 1985 geldende criterium van het aantal werknemers van toepassing is en die zijn ingeschreven bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken, doch waarbij op genoemde datum gelet op dat criterium aansluiting bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie had moeten plaatsvinden, blijven aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken;

4. in geval van rechtsopvolging van een onderneming als hiervoor onder 1. en 3. bedoeld, wordt voor de toepassing van het onder 1. en 3. bepaalde aangenomen dat sprake is van eenzelfde aansluiting;

5. indien een onderneming als bedoeld onder 3. in het kader van het bepaalde bij of krachtens de Organisatiewet Sociale Verzekering overgaat naar de Bedrijfsvereniging voor de Metaalindustrie en de Electrotechnische Industrie is die onderneming met ingang van dezelfde datum aangesloten bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Metaalindustrie;

Bij onderhavig besluit is tevens de verklaring van geen bezwaar ingevolge artikel 3, lid 5 van de Wet betreffende verplichte deelneming in een bedrijfspensioenfonds verleend ten aanzien van enige wijzigingen in de statuten.

Dit besluit treedt in werking twee dagen na die van publicatie in de Staatscourant.


’s-Gravenhage, 18 november 1999. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.F. Hoogervorst.
Namens de Staatssecretaris,
De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie,
P.J. Huijzendveld.

Naar boven