Vaststelling collegegeld studiejaar 2000-2001

21 oktober 1999

Nr. HBO/SB-99/33475

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede namens

de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 7.43, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

Besluit:

Artikel 1 Prijsindexcijfer

Onder het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, bedoeld in artikel 7.43, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, wordt verstaan de consumentenprijsindexcijfers, werknemersgezinnen laag inkomen, totaal zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 2 Vaststelling

De bedragen, genoemd in artikel 7.43, eerste en derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, worden voor het studiejaar 2000-2001 verhoogd en vastgesteld op f 2 874.

Artikel 3 Bekendmaking

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Vaststelling collegegeld studiejaar 2000-2001.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
L.M.L.H.A. Hermans.

Toelichting

Met deze regeling wordt het collegegeld voor het studiejaar 2000-2001 aangepast aan de algemene prijsontwikkeling.

De verplichting daartoe vloeit voort uit artikel 7.43, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), zoals die bepaling in de WHW is ingevoegd bij wet van 1 juli 1999 (Stb.296).

Krachtens het vijfde lid, laatste volzin, van artikel 7.43 van de WHW dient bij ministeriële regeling tevens te worden vastgesteld wat wordt verstaan onder prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Artikel 1 van deze regeling strekt daartoe. Gekozen is voor dezelfde index die wordt toegepast bij de indexering van het normbudget voor de studiefinanciering.

Bij de indexering van het wettelijke collegegeld en het minimumbedrag van het instellingstarief voor voltijdse studenten zijn voor de prijsontwikkeling het indexcijfer in april 1999 (108,5) en april 1998 (106,3) beslissend.

Als gevolg daarvan wordt het collegegeld voor het studiejaar 2000-2001 vastgesteld op f 2816 x 108,5: 106,3, zijnde f 2874,28. Dit bedrag wordt afgerond op het naastbij gelegen gehele getal en wordt daarmee f 2874.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L.M.L.H.A. Hermans.

Naar boven