Wijziging regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal

15 oktober 1999

GZB/VVB 1001979

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 2, tweede en achtste lid, van de Destructiewet,

Besluit:

Artikel I

In de Regeling aanwijzing gespecificeerd hoog-risico-materiaal1 wordt na artikel 2 een artikel 2a ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Als gespecificeerd hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van de Destructiewet worden tevens aangewezen gestorven slachtdieren, voor zover het betreft:

a. runderen ouder dan een jaar;

b. schapen en geiten.

Artikel II

Artikel 1a van de Regeling aanwijzing hoog-risico-materiaal2 vervalt.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

1 Stcrt. 1999, nr. 113.

2 Stcrt. 1995, 74; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 17 april 1998 (Stcrt. 74).

Toelichting

Met de wijziging van de Destructiewet van 14 mei 1998, houdende de implementatie van Beschikking nr. 97/534/EG van de Commissie van de Europese gemeenschappen van 30 juli 1997, houdende verbod, in verband met overdraagbare spongiforme encefalopathieën, op het gebruik van risico-materiaal, (Stb. 338), inwerkingtreding op 1 januari 1999, is in de wet een nieuwe categorie destructiemateriaal, het gespecificeerd hoog-risico-mate-riaal benoemd. In artikel 2, zevende lid, van de Destructiewet is bepaald dat onder gespecificeerd hoog-risico-materiaal wordt verstaan datgene wat als gespecificeerd hoog-risico-materiaal wordt aangeduid in voornoemde beschikking nr. 97/534. In deze beschikking is opgenomen dat de schedel, met inbegrip van de hersenen en de ogen, de tonsillen en het ruggenmerg van runderen van meer dan twaalf maanden en van schapen en geiten van meer dan twaalf maanden, alsmede de milt van schapen en geiten gespecificeerd hoog-risico-materiaal zijn.

Kadavers van runderen ouder dan een jaar en van schapen en geiten, waaruit deze delen niet zijn verwijderd, dienen in hun geheel als srm te worden verwerkt. Dit is thans ook al de praktijk. In de ontheffingsbeschikking van 23 augustus 1997/nr. GZB/VVB 973937 (Stcrt. 160) was al opgenomen dat dergelijke kadavers dienen te worden verbrand. Bij deze gestorven dieren kan immers niet verwacht worden dat bij aanlevering bij de destructoren deze delen zijn verwijderd.

Het ontwerp van de onderhavige regeling is op 17 maart 1999 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan de notificatieplicht van richtlijn 98/34/EEG betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 204), notificatienummer 99/0125. Tevens heeft melding plaatsgevonden aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie, ter voldoening aan de op 15 april te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake sanitaire en phytosanitaire maatregelen (Trb. 1994/235). De Commissie heeft binnen de daarvoor bestemde termijn geen inhoudelijke opmerkingen gemaakt.

Aan artikel 1a van de Regeling hoog-risico-materiaal waarin hoog-risico-materiaal werd aangewezen die onder voornoemde EG-beschikking vallen is geen behoefte meer. Dit artikel wordt derhalve geschrapt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven