R.C. Hessing benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluit van de voorzitter van het centraal stembureau ter benoeming van een lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, noodzakelijk geworden door het openvallen van een plaats in dat orgaan

De voorzitter van het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

Gezien de bij hem op 30 september ingekomen brief van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal van 29 september 1999 houdende mededeling dat W. Sorgdrager, wonende te Enschede, ontslag neemt als lid van dat orgaan met ingang van 1 oktober 1999;

Overwegende:

dat blijkens het besluit van het centraal stembureau van 27 mei 1999 W. Sorgdrager was gekozen op stel gelijkluidende lijsten nr. 4;

dat ingevolge artikel W 2 van de Kieswet de volgende kandidaten buiten de rekening worden gelaten op grond van de daarbij vermelde omstandigheden:

J.C. Terlouw te Twello, aangezien hij reeds lid is van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

W. Sorgdrager te Enschede, aangezien het haar vacature betreft;

J. Kohnstamm te Amsterdam en E.H. Schuyer te Wassenaar, aangezien zij reeds lid zijn van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

dat, gelet op artikel W 1 van de Kieswet thans voor benoeming in aanmerking komt R.C. Hessing, wonende te Zierikzee;

verklaart dientengevolge R.C. Hessing, wonende te Zierikzee, benoemd tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.


’s-Gravenhage, 1 oktober 1999.
De voorzitter.

Naar boven