Ondermandaatbesluit Algemene Rekenkamer

Directeur stafdirectie

Ondermandaatbesluit directeur stafdirectie Beleid en Communicatie

De secretaris van de Algemene Rekenkamer

Overwegende dat een nadere omschrijving van de bevoegdheden van de directeuren van de stafdirecties wenselijk wordt geacht;

Overwegende dat de secretaris een aantal van zijn bevoegdheden betreffende de interne bedrijfsvoering wenst door te mandateren aan de directeur van de stafdirectie Beleid en Communicatie;

Gelet op artikel 2 van de Instructies voor de secretaris vastgesteld bij Besluit van 26 augustus 1997;

Besluit:

Artikel 1

De directeur geeft leiding aan de onder hem ressorterende stafdirectie Beleid en Communicatie.

Artikel 2

De directeur wordt gemandateerd ten aanzien van de uitvoeringsaspecten van alle door de stafdirectie Beleid en Communicatie te verrichten werkzaamheden.

Artikel 3

1. De directeur is ten aanzien van de personele aspekten binnen de stafdirectie Beleid en Communicatie bevoegd tot selectie en voordracht van interne en externe kandidaten voor alle binnen de stafdirectie Beleid en Communicatie door de secretaris en/of de directeur Bedrijfsvoering opengestelde vacatures, met uitzondering van de functie van coördinator van een eenheid.

2. Hij kan voorts kandidaten voordragen voor aanstelling in vaste of tijdelijke dienst binnen de stafdirectie Beleid en Communicatie.

3. Verder kan hij de in de stafdirectie Beleid en Communicatie benoemde medewerkers voordragen voor schorsing en ontslag.

4. Tenslotte is hij bevoegd te besluiten in overige personeelsaangelegenheden aangaande de onder hem ressorterende medewerkers.

Artikel 4

De directeur is bevoegd om namens de Algemene Rekenkamer verplichtingen aan te gaan en uitgaven te doen ten laste van de kredieten die aan de kostensoorten binnen de kostenplaatsen aan zijn stafdirectie zijn toegekend.

Artikel 5

De directeur oefent de in de artikelen 1 tot en met 4 aan hem gemandateerde bevoegdheden uit in overeenstemming met het door het College en/of de secretaris vastgestelde beleid.

Artikel 6

De directeur legt periodiek verantwoording af over de aan hem gemandateerde taken en verstrekt de secretaris en/of de directeur Bedrijfsvoering regelmatig inlichtingen over de lopende zaken en werkzaamheden.

Artikel 7

De directeur kan de aan hem overeenkomstig de artikelen 1 tot en met 4 opgedragen bevoegdheden bij schriftelijk, door het College en de secretaris goed te keuren besluit, geheel of gedeeltelijk doormandateren aan een of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1999.

Het Ondermandaatbesluit financiële bevoegdheden, vastgesteld bij besluit van 15 april 1995, nr. 451, vervalt met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 9

Een afschrift van dit besluit zal worden gezonden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 10

Dit besluit kan worden aangehaald als ’Ondermandaatbesluit directeur stafdirectie Beleid en Communicatie’.

Aldus vastgesteld op 1 juli 1999.

T.A.M. Witteveen, secretaris.


Goedgekeurd in de vergadering van de Algemene Rekenkamer 29 juni 1999.
S.J. Stuiveling, president.
T.A.M. Witteveen, secretaris.

Naar boven