Regeling verhoging toegestane restantbedrag aan het einde van het jaar

Circulaire aan de colleges van b. en w.

30 december 1998

Nr. MJZ98111790

Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving

De Regeling houdende toepassing van artikel 19, tweede lid, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 (verhoging van het toegestane restantbedrag aan het einde van het jaar) van 30 december 1998, no. MJZ98111790, is toegevoegd aan de circulaire aan de colleges van burgemeester en wethouders, de colleges van gedeputeerde staten en de dagelijkse besturen van een budgetbeherend samenwerkingsverband van 30 december 1998, MG98-35, Verruiming van de spaargrens van het Besluit woninggebonden subsidies 1995.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 19, tweede lid, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995,

Besluit:

Artikel 1

1. In afwijking van artikel 19, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van het Besluit woninggebonden subsidies 1995 geldt bij de toekenning van een budget in de zin van dat besluit voor 1998 de voorwaarde dat de op voet van dat besluit toegekende budgetten zodanig worden besteed aan de doelen waarvoor zij zijn toegekend, dat op 31 december 1998 niet meer resteert dan een bedrag ter hoogte van het toegekende budget voor 1997.

2. Het bedrag dat op 31 december 1998 resteert, wordt verkregen door het totale op die datum resterende bedrag van de toegekende budgetten te verminderen met de budgetten die voor 1999 en 2000 zijn toegekend.

Artikel 2

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. Indien die dagtekening 30 december 1998 of een latere datum is, werkt de regeling terug tot en met 31 december 1998.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 30 december 1998. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.

Naar boven