Aanwijzingsbesluit Huursubsidiewet

15 juli 1999

Nr. MRZ 99192997

Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 33, tweede lid, en 48b, eerste lid, van de Huursubsidiewet,

Besluit:

Artikel 1

De ambtenaren aan welke de huurder en de medebewoners in de zin van de Huursubsidiewet desgevraagd de inlichtingen, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die wet, dienen te verstrekken, zijn:

a. de directeur en de onder deze werkzame ambtenaren van de Dienst Recherchezaken van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer die bij het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Recherchezaken zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar, of

b. de ambtenaren die zich bezighouden met informatie-inwinning bij de ondersteunende afdeling van de in onderdeel a genoemde dienst.

Artikel 2

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Huursubsidiewet zijn belast:

a. de directeur en de onder deze werkzame ambtenaren van de Dienst Recherchezaken van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer die bij het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Recherchezaken zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar, en

b. de ambtenaren die zich bezighouden met informatie-inwinning bij de ondersteunende afdeling van de in onderdeel a genoemde dienst.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 15 juli 1999. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.W. Remkes.

Toelichting

Artikel 1

Met dit artikel wordt uitvoering gegeven aan artikel 33, tweede lid, van de Huursubsidiewet. Door deze aanwijzing wordt duidelijk gemaakt welke ambtenaren bevoegd zijn om de huurder en de medebewoners in de zin van de Huursubsidiewet te verzoeken de inlichtingen, bedoeld in artikel 33, eerste lid, van die wet, te verstrekken. Dit zijn alle inlichtingen waarover zij redelijkerwijs kunnen beschikken en die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor de vaststelling van het recht op huursubsidie en de hoogte van de huursubsidie.

Artikel 2

Deze aanwijzing houdt in dat de ambtenaren van de Dienst Recherchezaken die zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar bij het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Recherchezaken 1995 (Stcrt. 211), worden aangewezen als toezichthouders op de naleving van de Huursubsidiewet. De reden voor deze aanwijzing is daarin gelegen dat in de praktijk de behoefte bestaat ook van anderen dan de huurder en de medebewoners informatie te vragen. Hiertoe ligt het in de rede toezichthouders aan te wijzen aangezien de Huursubsidiewet nu niet in die behoefte voorziet.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.W. Remkes.

Naar boven