Benoemingen Raad voor de Transportveiligheid

23 juni 1999

Nr. 99.002973

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 21 juni 1999, nr. BSG/1999/3635, Bureau Secretaris-Generaal;

Gelet op de artikelen 7, eerste en vijfde lid, 8, eerste lid, en 9, eerste lid, van de Wet Raad voor de Transportveiligheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder raad: Raad voor de Transportveiligheid.

Artikel 2

Tot lid, tevens voorzitter, van de raad wordt benoemd:

mr. P. van Vollenhoven, wonende te Apeldoorn.

Artikel 3

Tot lid van de raad, tevens lid en voorzitter van de kamer voor scheepvaartongevallen, wordt benoemd: J.A.M. Elias, wonende te Hoeven.

Artikel 4

Tot lid van de raad, tevens lid en voorzitter van de kamer voor luchtvaartongevallen, wordt benoemd: mr. E.R. Müller, wonende te Bloemendaal.

Artikel 5

Tot lid van de raad, tevens lid en voorzitter van de kamer voor railwegongevallen, wordt benoemd mevrouw mr. E.M.A. Schmitz, wonende te Wezep.

Artikel 6

Tot lid van de raad, tevens lid en voorzitter van de kamer voor wegenverkeersongevallen, wordt benoemd: F.W.C. Castricum, wonende te Boxtel.

Artikel 7

Tot lid van de raad worden overigens benoemd:

prof. dr. U. Rosenthal, wonende te Rotterdam

mr. J.A.M. Hendrikx, wonende te Zwolle

J. Stekelenburg, wonende te Tilburg

prof. dr. W.A. Wagenaar, wonende te Zeist

mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf, wonende te Amersfoort.

Artikel 8

Tot lid van de kamer voor scheepvaartongevallen worden tevens benoemd:

Jhr. mr. B.C. de Savornin Lohman, wonende te Rotterdam

L.P.A. de Winter, wonende te Groot Ammers

mr. D.M. Dragt, wonende te Rotterdam

prof. ir. A. Aalbers, wonende te Alblasserdam.

Artikel 9

Tot plaatsvervangend lid van de kamer voor scheepvaartongevallen worden benoemd:

K.J. van Dorsten, wonende te Meppel

P.M.J. Kreuze, wonende te Alblasserdam

dr. G.A. Egas Reparaz, wonende te Rotterdam

mevrouw M.J. Torpstra, wonende te Vlaardingen.

Artikel 10

Tot lid van de kamer voor luchtvaartongevallen worden tevens benoemd:

L.W. Snoek, wonende te Heemstede

C. Barendrecht, wonende te Veghel

J. Hofstra, wonende te Laren (NH)

H.P. Corssmit, wonende te Oudorp (NH).

Artikel 11

Tot plaatsvervangend lid van de kamer voor luchtvaartongevallen worden benoemd:

drs. J. Smit wonende te Holwerd

ir. H. Benedictus, wonende te Schoorl

ir. M. van der Veen, wonende te Odiliapeel

ir. T. Peschier, wonende te Hoogerheide.

Artikel 12

Tot lid van de kamer voor railwegongevallen worden tevens benoemd:

prof. dr. ir. H.G. Stassen, wonende te Pijnacker

ir. W.F.K. Saher, wonende te Harderwijk

prof. ir. E. Horvat, wonende te Rotterdam

mr. J.A. Hulsenbek, wonende te Zwolle.

Artikel 13

Tot plaatsvervangend lid van de kamer voor railwegongevallen worden benoemd:

mr. G. Vrieze, wonende te Leeuwarden

ir. L.H. Haring, wonende te Leidschendam

ir. F.M. Baud, wonende te Apeldoorn

drs. F.R. Smeding, wonende te Grouw.

Artikel 14

Tot lid van de kamer voor wegenverkeersongevallen worden tevens benoemd:

drs. H. Plasse, wonende te Koudekerke (Zl)

ir. G. Blom, wonende te Leiden

prof. dr. ir. R.E.C.M. van der Heijden, wonende te Zoetermeer

drs. C. Wildervanck, wonende te Overschild.

Artikel 15

Tot plaatsvervangend lid van de kamer voor wegenverkeersongevallen worden benoemd:

mr. J. Spee, wonende te Soesterberg

prof. dr. ir. J. Wismans, wonende te Dordrecht

drs. M.J. Koornstra, wonende te Roelofarendsveen

ir. K. Nije, wonende te Amersfoort.

Artikel 16

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1999.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit.


Den Haag, 23 juni 1999.
Beatrix. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Naar boven