Wijziging regeling rijonderricht motorrijtuigen

«Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993»

10 juni 1999

Nr. CDJZ/WBI/1999-438

Centrale Directie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2 van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993;

Besluit:

Artikel I

De Regeling rijonderricht motorrijtuigen¹ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3:1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Met inachtneming van artikel 7 van het besluit omvat het eerste examendeel de volgende onderdelen:

I A

- algemene kennis van wetten en regels*;

- kennis van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990*;

- veiligheid*;

- verkeerstheorie*;

- relatie tot ander verkeer*;

- mobiliteit, doorstroming en milieu-aspecten*;

- techniek en onderhoud van motorvoertuigen*;

I B

- theorie bij het geven van instructie en het begeleiden van leerlingen*;

- verschillen tussen leerlingen*;

- beoordeling van leerlingen*;

- onderwijskundige hulpmiddelen*;

I C

- verkeersinzicht (aan de hand van voorgelegde verkeerssituaties)*;

- praktijk in voertuigbeheersing en gedrag in het verkeer met een voertuig van de betrokken categorie (rijproef).

2. Het derde lid komt te luiden:

3. Met inachtneming van artikel 7 van het besluit omvat het tweede examendeel de volgende examenonderdelen:

II A

- het geven van een theorieles in groepsverband;

II B

- het geven van een praktijkles in een lesauto.

B

In artikel 3:3 worden de gedachtenstreepjes vervangen door respectievelijk I en II.

C

Artikel 3:4 komt te luiden:

Artikel 3:4

Het examen voor bromfietsinstructeurs omvat dezelfde examenonderdelen als die, opgesomd in artikel 3:1, met uitzondering van verkeersinzicht (aan de hand van voorgelegde verkeerssituaties), praktijk in voertuigbeheersing en gedrag in het verkeer (rijproef) alsmede het geven van een praktijkles in een lesauto.

D

Artikel 4:1 komt te luiden:

Artikel 4:1

Met inachtneming van artikel 8 van het besluit omvat de toets de volgende onderdelen:

I Inhoudsdeskundigheid

- algemene kennis van wetten en regels

- maatschappelijke criteria

- verkeerstheorie

II Onderwijsdeskundigheid

- theorie bij het geven van instructie en het begeleiden van leerlingen

E

Artikel 10:1 komt te luiden:

Artikel 10:1

De tarieven voor de examens en aanvullende examens voor rijinstructeurs bedragen:

F

Na artikel 10:1 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 10:2

Het tarief voor het examen voor bijscholingsdocent bedraagt f 775,00.

G

Artikel 10:3 komt te luiden:

Artikel 10:3

Het tarief voor de applicatietoets bedraagt:

H

Artikel 10:7 komt te luiden:

Artikel 10:7

1. Het tarief voor de afgifte van een certificaat rijinstructeur

en certificaat bijscholingsdocent bedraagt f 32,00.

2. Het tarief voor het vervangen van een certificaat rijinstructeur

en certificaat bijscholingsdocent bedraagt f 32,00.

I

Artikel 10:8 vervalt.

Artikel II

Op kandidaten die vóór 1 april 1999 een examenonderdeel hebben afgelegd, blijft de Regeling rijonderricht motorrijtuigen zoals die vóór 1 april 1999 luidde, van toepassing voorzover het betreft het afleggen van herexamens voor het betrokken onderdeel en voorzover het betreft de tarieven.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt voor wat betreft artikel I, onderdeel E, terug tot en met 24 maart 1999, en voor wat betreft de artikelen I, onderdelen A tot en met D en F tot en met I, en II, tot en met 1 april 1999.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,T. Netelenbos.

¹ Stcrt. 1994, 245, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 22 april 1998 (Stcrt. 86).

Toelichting

Met onderhavige regeling wordt de Regeling rijonderricht motorrijtuigen gewijzigd op het punt van de opzet van en tarieven voor de examens op grond van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993.

De veranderingen in de examenopzet worden ingegeven door de noodzaak om tot een efficiëntere examenstructuur te komen en passen in het streven naar kwaliteitsverbetering van de rijopleiding.

Het grootste gedeelte van de door het exameninstituut Innovam door te voeren aanpassingen in de examenstructuur zal overigens in het door Innovam zelf vastgestelde examenreglement worden verwerkt en niet in de onderhavige regeling, zoals bijvoorbeeld de wijziging dat beoordeling in het vervolg door één examinator in plaats van twee examinatoren kan plaatsvinden.

Voorheen bestonden de verschillende delen van de examens uit in afzonderlijke vakken opgedeelde onderdelen. Deze vakken hoefden niet allemaal tegelijk gehaald te worden om voor een onderdeel te slagen: herexamens in de afzonderlijke vakken waren mogelijk. Dit leidde veelal tot het ’sprokkelen’ van vakken. De vele herexamens van verschillende en soms korte tijdsduur bemoeilijkten een efficiënte examenindeling, waardoor de kosten voor het organiseren en afnemen van examens toenamen.

Daarom is er voor gekozen, mede tegen de achtergrond van het aan de kandidaat te stellen kwaliteitsniveau, de vakken van de verschillende onderdelen tot één onderdeel samen te voegen. Hiervoor biedt artikel 3:5 van de Regeling rijonderricht motorrijtuigen expliciet de ruimte. Een herexamen voor de afzonderlijke vakken waaruit het onderdeel bestaat is dan niet meer mogelijk Wel is het mogelijk herexamens af te leggen in de onderdelen als geheel.

Het onderdeel zal uit minder vragen bestaan dan voorheen, doch de cesuur zal verhoogd worden van 60% naar de standaard-cesuur bij vierkeuzevragen van 68%. Belangrijke onderwerpen zullen in de examenvragen meer bevraagd worden en zwaarder wegen. De onderlinge samenhang tussen de vakken blijft daarmee behouden. De kandidaat wordt dus enerzijds minder belast door een geringer aantal vragen, maar moet door een hogere cesuur beter presteren.

Artikel 3:1 geeft op overzichtelijke wijze aan uit welke onderdelen (IA, IB, IC, IIA en IIB) de examens voor de delen I en II voor de categorieën A, B, C en D zijn opgebouwd en uit welke elementen (voorheen de afzonderlijke vakken) deze bestaan. Artikel 3:3 doet hetzelfde voor de verschillende delen van de examens voor categorie E en artikel 4:1 voor de delen en hun onderdelen van de applicatietoets.

De tarieven voor de afzonderlijke vakken zijn vervallen en daarmee tevens de opsomming van die vakken in de artikelen waarin de tarieven worden gegeven.

Omdat de wijzigingen in de examenstructuur en de aanpassingen in de wijze van examineren Innovam in staat stellen op efficiëntere wijze met examencapaciteit en menskracht om te gaan, kan op kosten worden bespaard. In plaats van een forse tariefverhoging kan voor dit jaar daarom overgegaan worden tot een tariefaanpassing die zich beperkt tot de door het Centraal Bureau Statistiek vastgestelde inflatiecorrectie van 2%.

Artikel 10:2 bevat het tarief voor het examen bijscholingsdocent educatieve maatregel alcohol, bedoeld in de artikelen 16 en 17 van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993. Dit examen wordt op 24 maart 1999 voor het eerst door Innovam afgenomen.

Artikel 10:8 is vervallen, omdat een certificaat bijscholing (hetgeen iets anders is dan het certificaat bijscholingsdocent dat in artikel 10:7 wordt genoemd) nog niet eerder is afgegeven en dit in de nabije toekomst ook niet wordt verwacht.

Voor kandidaten die vóór 1 april 1999 een examenonderdeel hebben afgelegd binnen de examenstructuur ’oude stijl’ geldt een overgangsregeling. Indien men volgens het tot 1 april 1999 geldende examenreglement van Innovam geen herexamenmogelijkheden meer heeft en men dus een examenonderdeel opnieuw moet afleggen, dan geschiedt dit volgens de regels van de nieuwe regeling en het nieuwe examenreglement.

De onderhavige wijziging werkt terug tot en met 1 april 1999. Voor wat betreft artikel 10:2 is voorzien in terugwerkende kracht tot en met 24 maart 1999, omdat het examen voor bijscholingsdocent reeds op die datum wordt afgenomen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

T. Netelenbos.