Aanpassing maatregelen Belgische vee- en pluimveeproducten

15 juni 1999

TRCJZ/1999/6238

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op artikel 9, eerste lid, van Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395) en artikel 19 juncto 13 van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel I

Artikel III, eerste lid, van de Regeling van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 juni 1999/Nr.TRCJZ/1999/5859 komt te luiden:

1. Het is verboden producten verkregen van of uit sedert 15 januari 1999 in België gehouden vee of pluimvee in Nederland te brengen, tenzij:

a. voorzover de producten verkregen zijn van varkens of runderen, wordt voldaan aan artikel 2, onderdelen A en C, van beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147);

b. voorzover de producten verkregen zijn van pluimvee, wordt voldaan aan artikel 2, onderdelen A en C, van beschikking 1999/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141).

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag van publicatie in de Staatscourant.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
voor deze:
J.F. de Leeuw, directeur-generaal.

Toelichting

Naar aanleiding van het in België in de handel komen van veevoeder met een te hoog gehalte aan dioxine zijn onlangs uit oogpunt van dier- en volksgezondheid voorlopige maatregelen getroffen (Stcrt. 104 en Stcrt. 105) Inmiddels zijn Beschikking nr. 99/363/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten (PbEG L 141) en Beschikking 1999/389/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 juni 1999 tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde van runderen en varkens verkregen producten en houdende intrekking van Beschikking 1999/368/EG (PbEG L 147) vastgesteld en tot uitvoering gebracht. Deze regeling strekt ertoe eerdergenoemde nationale maatregelen in overeenstemming te brengen met het in de beschikkingen neergelegde regime, voorzover het producten betreft die afkomstig zijn van sedert 15 januari 1999 in België gehouden pluimvee, runderen en varkens. Dit betekent dat deze producten vanuit België in Nederland kunnen worden ingevoerd; dit kan echter uitsluitend indien de producten - naast de regulier vereiste certificaten en documenten - tevens vergezeld gaan van de certificaten als bedoeld in de onderdelen A en C van artikel 2 van beide beschikkingen. Voor vee (waaronder runderen en varkens), pluimvee, tamme konijnen en aquicultuurdieren die sedert 15 januari 1999 in België zijn gehouden en voor producten afkomstig van vee (niet zijnde runderen en varkens), tamme konijnen en aquicultuurdieren blijven eerdergenoemde maatregelen vooralsnog ongewijzigd van kracht.

Naar boven