Wijziging aanmeldcentrum-procedure

Vreemdelingencirculaire

Aan:

‐ de Korpschefs Politieregio’s

‐ de Commandant Koninklijke marechaussee

i.a.a.: de Procureurs-Generaal

Onderdeel: Directie Beleid

Datum: 11 juni 1999

Kenmerk: 692830/99/IND

Code: TBV 1999/12

Aard: bekendmaking van voorschriften

Juridische achtergrond: Vreemdelingencirculaire 1994, hoofdstuk B7

Geldig van/tot: 15 juni 1999 t/m 14 juni 2001

Inleiding

Dit TBV betreft de invoering van de 48-uursprocedure in de Aanmeldcentra Zevenaar en Rijsbergen met ingang van 15 juni 1999. In AC Schiphol blijft het bestaande beleid van kracht, met dien verstande dat de openingstijden worden gewijzigd van 8.00 tot 22.00 uur.1

Dit TBV is van toepassing op alle asielaanvragen die vanaf 15 juni 1999 formeel worden ingediend in AC Zevenaar en AC Rijsbergen.

1. Algemeen

De herziene AC-procedure bestaat voor eerste asielaanvragen, waarin geen Dublinclaim wordt gelegd, uit twee gedeelten. Het eerste gedeelte betreft in ieder geval de formele indiening van de asielaanvraag en het onderzoek naar de identiteit, de nationaliteit en de reisroute. Dat onderzoek kan bestaan uit fouillering, het vergelijken van vingerafdrukken, personalia-onderzoek, het nemen van foto’s, het onderzoeken van documenten en bescheiden, leeftijdsonderzoek, eventueel geluidsopnamen ten behoeve van taalanalyse en het afnemen van een eerste gehoor en eventueel een aanvullend eerste gehoor. Daarnaast kan door de IND gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid tot het uitvoeren van onderzoek door een andere instantie.

Zodra het eerste gedeelte is afgerond, dat wil zeggen dat het eerste gehoor is afgerond en alle benodigde onderzoeken zijn uitgevoerd dan wel gestart (de onderzoeksresultaten kunnen dus ook tijdens het tweede gedeelte beschikbaar komen) zijn er nog maximaal 24 proces-uren beschikbaar voor de beoordeling van de asielaanvraag. Wanneer er voor het eerste gedeelte meer tijd nodig is dan 24 uur, gaat dit ten koste van de tijd die beschikbaar is voor het tweede gedeelte van de AC-procedure.

Het tweede gedeelte binnen het aanmeldcentrum vangt aan met aanmelding van de asielzoeker bij de rechtsbijstand op het aanmeldcentrum, na de eerste fase.

Dit gedeelte betreft in het bijzonder de mogelijkheid voor de asielzoeker om te overleggen met een rechtsbijstandverlener, het nader gehoor, confrontatie met eventuele onderzoeksresultaten van de AC-procedure en de uitreiking van de beschikking. Een beschikking wordt uiterlijk een uur voor het einde van de AC-termijn uitgereikt.

2. Aanmelding

Een asielaanvraag kan krachtens artikel 52, derde lid Vb, alleen worden ingediend bij de Minister van Justitie. Ingevolge de taakverdeling tussen de bewindslieden van Justitie wordt deze bevoegdheid uitgeoefend door de Staatssecretaris. De aanvraag wordt behandeld door de IND.

Voor het indienen van een asielaanvraag bij een aanmeldcentrum dient de vreemdeling een afspraak te maken via de vreemdelingendienst. Indien een vreemdeling wordt aangetroffen door de Koninklijke marechaussee in het kader van de uitoefening van het Mobiel Toezicht Vreemdelingen en kenbaar maakt dat hij een asielaanvraag wil indienen, wordt de afspraak door de Koninklijke marechaussee gemaakt. Feitelijke opname in - en daarmee de start van - de asielprocedure vindt alleen plaats na afspraak. Spontane melding bij de Vreemdelingendienst van het AC doet dus niet de 48-uurs procedure aanvangen.

In de gevallen die onder B7/12, 13 en 17 zijn beschreven kan de asielaanvraag namens de Minister in behandeling genomen worden door de korpschef.

In het AC geldt een maximale proceduretijd van 48 uur. De uren van 22.00 uur tot 08.00 uur worden niet tot de proceduretijd gerekend. Tussen de aanmelding op afspraak en feitelijke opname in - en daarmee de start van - de asielprocedure geldt in AC Zevenaar en AC Rijsbergen een maximale wachttijd van vier uur (daarna vangt de 48-uurs termijn automatisch aan).

Voor de aanmeldcentra te Rijsbergen en Zevenaar geldt dat de 48-uurs procedure aanvangt op het moment dat de Vreemdelingendienst begint met het eerste onderzoek.

3. Opneming eerste gegevens

Het eerste gehoor van een asielzoeker vindt plaats in het aanmeldcentrum waar de asielzoeker verblijft. Het eerste gehoor richt zich op vaststelling van de identiteit, nationaliteit en reisroute, waartoe, indien nodig (mede) gebruik zal worden gemaakt van nationaliteitschecks. De (rechts)bijstandverlener van de asielzoeker is bevoegd het gehoor als waarnemer bij te wonen, doch (de aanvang van) het gehoor mag daardoor niet worden opgehouden.

Tijdens het eerste gehoor worden in ieder geval vragen gesteld omtrent de personalia van de asielzoeker, zijn geboorteplaats, en -datum, zijn nationaliteit en etnische herkomst en de datum van aankomst in Nederland, eventueel verblijf in derde landen en het bezit dan wel ontbreken van een paspoort, een identiteitsdocument of andere bescheiden op grond waarvan zijn identiteit, nationaliteit en reisroute zijn vast te stellen. Indien de beantwoording van de gestelde vragen onvoldoende duidelijkheid verschaft kunnen aanvullende vragen worden gesteld over de identiteit, nationaliteit en reisroute. Het eerste gehoor is gescheiden van het nader gehoor.

De medewerker die het eerste gehoor heeft afgenomen, maakt van dit gehoor een verslag. Een exemplaar van dit verslag, alsmede eventuele reeds beschikbare onderzoeksresultaten, worden ten behoeve van de voorbereiding op het nader gehoor aan de asielzoeker en, indien hiertegen van de zijde van de asielzoeker geen bezwaar bestaat, aan de rechtsbijstandverlener ter hand gesteld.

4. Versnelde afdoening in het aanmeldcentrum

Inleiding

De beschrijving van de procedure voor asielaanvragen die zich lenen voor behandeling in de AC-procedure volgt onder 4.1, 4.2 en 4.3.

4.1 Uitgangspunten voor afdoening in het aanmeldcentrum

Doel van de aanmeldcentrumprocedure is een indeling van zaken in de volgende categorieën:

a. op voorhand kennelijk ongegronde aanvragen (kansloze zaken) ex artikel 15c, eerste lid, aanhef en onder a Vreemdelingenwet;

b. claimzaken;

c. andere niet-ontvankelijke en/of kennelijk ongegronde zaken, waarin geen tijdrovend onderzoek nodig is;

d. zaken die voorzienbaar meer onderzoek vergen of die wellicht inwilligbaar zijn.

De zaken die behoren tot categorie a t/m c komen in beginsel in aanmerking voor afdoening in de AC-procedure.

’Niet-tijdrovend’ onderzoek betekent dat het moet gaan om onderzoek dat binnen de 48-uurs termijn kan worden verricht.

Uiteraard geldt dat de asielzoeker tijd en gelegenheid heeft om op eventuele onderzoeksresultaten te reageren. Raadpleging van openbare bronnen, zoals openbare stukken in het Electronisch Documentatie Systeem van de IND (ook toegankelijk voor rechtsbijstand) betreft per definitie geen tijdrovend onderzoek.

’Niet-tijdrovend onderzoek’ impliceert ook dat de door de asielzoeker ver-strekte gegevens bij een andere instantie, zoals bijvoorbeeld het Ministerie van Buitenlandse Zaken, binnen 48 uur kunnen worden geverifieerd.

Uitzondering

Voor Dublinclaimanten en herhaalde asielaanvragen geldt dat er in het totaal altijd 48 procesuren beschikbaar zijn (er wordt in deze gevallen geen onderscheid gemaakt tussen een eerste en tweede gedeelte). Bij Dublinclaimanten is geen sprake van een inhoudelijke behandeling van de asielaanvraag, terwijl het bovendien kan voorkomen dat een claimakkoord binnen de AC-procedure wordt ontvangen. Voor herhaalde asielaanvragen geldt dat men reeds eerder in de gelegenheid is gesteld om de asielaanvraag te onderbouwen. Om de asielprocedure voor wat betreft de herhaalde aanvragen zoveel mogelijk te ontlasten, is binnen de aanmeldcentrumprocedure extra tijd beschikbaar voor de inhoudelijke behandeling van dit type aanvraag.

4.2 Het nader gehoor in het aanmeldcentrum

Wanneer een asielaanvraag mogelijk in aanmerking komt voor versnelde behandeling binnen de aanmeldcentrumprocedure, kan het nader gehoor in het aanmeldcentrum worden afgenomen.

Voor aanvang van het nader gehoor heeft de asielzoeker gedurende twee uur de gelegenheid om met behulp van een rechtsbijstandverlener het verslag van het eerste gehoor na te bespreken, eventueel hierop een schriftelijke reactie te geven en zich voor te bereiden op het nader gehoor. De reactie op het eerste gehoor betreft geen aanvullingen en correcties in de zin van het nader gehoor. De asielzoeker wordt expliciet in de gelegenheid gesteld om schriftelijk te reageren op de onderzoeksresultaten uit de eerste fase. Deze schriftelijke reactie kan dan worden betrokken bij het nader gehoor.

Het nader gehoor wordt, met hulp van een tolk, afgenomen door een medewerker van de IND. De asielzoeker kan zich desgewenst laten bijstaan door een rechtsbijstandverlener. Het nader gehoor richt zich met name op de beweegredenen voor het vertrek uit het land van herkomst en - indien daartoe aanleiding bestaat - de uitkomsten van het onderzoek uit de eerste fase, alsmede de eventuele schriftelijke reactie daarop. De medewerker die het nader gehoor heeft afgenomen, maakt van dit gehoor een verslag: het rapport van nader gehoor. Zodra dit rapport beschikbaar is, ontvangen de asielzoeker en de rechtsbijstandverlener een exemplaar, tenzij de asielzoeker er bezwaar tegen heeft dat de rechtsbijstandverlener een exemplaar ontvangt.

4.3 Uitreiking van de beschikking in een aanmeldcentrum

Indien mogelijk wordt de beschikking in het aanmeldcentrum uitgereikt. Zie voor de inhoud van de beslissing onder B7/8.

4.3.1. Procedure bij inwilliging

Asielaanvragen die voor inwilliging in aanmerking komen worden buiten de aanmeldcentrum-procedure behandeld.

4.3.2 Procedure bij niet-inwilligen

Na afronding van het nader gehoor licht een ambtenaar van de IND de vreemdeling of diens gemachtigde in over het voornemen om de aanvraag om toelating als vluchteling niet in te willigen. De vreemdeling krijgt maximaal drie uur de gelegenheid om zich met een rechtsbijstandverlener te beraden over dit voornemen en het rapport van nader gehoor na te bespreken. De rechtsbijstandverlener kan binnen die termijn schriftelijk reageren op het voornemen van de IND. Indien het nader gehoor wordt gevolgd door een afwijzende beschikking, wordt gemotiveerd ingegaan op de reactie van de rechtsbijstandverlener.

Wanneer een naar aanleiding van het nader gehoor ingesteld onderzoek leidt tot onderzoeksresultaten die afwijken van hetgeen de asielzoeker tijdens het nader gehoor heeft verklaard, wordt de asielzoeker gedurende een redelijke termijn, doch maximaal vier uur, in de gelegenheid gesteld om op deze onderzoeksresultaten te reageren. Deze reactietermijn gaat formeel in nadat de nabespreking van het nader gehoor, inclusief eventuele indiening van een schriftelijke reactie, is afgerond.

De beschikking wordt door de vreemdelingendienst aan de asielzoeker uitgereikt. De gemachtigde krijgt onverwijld eveneens een exemplaar van de beschikking, indien de asielzoeker daar geen bezwaar tegen heeft.

Op de aan de vreemdeling uitgereikte beschikking, dan wel op een daarbij gevoegd formulier staat in elk geval vermeld:

- de datum, tijdstip en wijze van uitreiking beschikking;

- de naam van de uitreikende ambtenaar;

- een mededeling omtrent de voor de vreemdeling eventueel aan te wenden rechtsmiddelen;

- de termijn waarbinnen de vreemdeling Nederland dient te verlaten (zie verder 5.4.3).

Indien het niet mogelijk is de beschikking aan de asielzoeker uit te reiken, omdat hij niet meer in het aanmeldcentrum aanwezig is (met onbekende bestemming vertrokken c.q. vertrokken onbekend waarheen) geldt het volgende.

De vreemdelingendienst dient in een proces-verbaal te vermelden dat het niet mogelijk is de beschikking aan de asielzoeker in persoon uit te reiken, omdat vaststaat dat hij buiten medeweten en instemming van het met het toezicht op vreemdelingen belaste orgaan het aanmeldcentrum heeft verlaten wegens vertrek met onbekende bestemming. Vervolgens dienen de beschikking en het proces-verbaal aan de IND in het aanmeldcentrum ver-strekt te worden.

De beschikking is hiermee uitgereikt. Indien een gemachtigde bekend is, krijgt deze onverwijld eveneens een exemplaar van de beschikking en het door de vreemdelingendienst opgemaakte proces-verbaal.

4.3.3 Vertrektermijnen

Deze paragraaf bevat dezelfde inhoud als paragraaf 5.3.3 B7 Vc.

5. Intrekking van de asielaanvraag

Deze paragraaf bevat dezelfde inhoud als paragraaf 5.4 B7 Vc.


De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze,
Het Hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
L. Elting.

1 De ’24-plus-procedure’ die sinds 15 februari 1999 van kracht is, waarbij de tijd die de Vreemdelingendienst besteedt aan het voorbereidende onderzoek van de 24-uursprocedure niet meetelt in de poceduretijd tenzij dit voorbereidend onderzoek langer duurt dan 6 uur.

Naar boven