Ontheffing luchtvervoersvergunning

Philips International B.V.

25 mei 1999

Nr. VI/L 99.310539

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van Philips International B.V. d.d. 4 mei 1999;

Gelet op artikel 16d van de Luchtvaartwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan Philips International B.V. te Eindhoven wordt tot 1 oktober 2000 ontheffing verleend van de verplichting tot het hebben van een luchtvervoersvergunning voor het vervoer van goederen en personen ten behoeve van het eigen bedrijf, met een luchtvaartuig voorzien van het kenmerk PH-ILC.

Artikel 2

De houder van deze ontheffing is verplicht verzekerd te zijn:

a. tegen de aansprakelijkheid tegenover de vervoerde passagiers en goederen ten belope van de bij verdrag vastgestelde limieten, en

b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt aan derden op het aardoppervlak.

Artikel 3

Deze beschikking is gebaseerd op de statuten van Philips Electronics N.V. zoals deze luiden na de wijzigingen d.d. 6 mei 1996. Wijziging van de statuten kan intrekking van de ontheffing tot gevolg hebben en dient dan ook onverwijld aan het DGRLD te worden gemeld.

Artikel 4

De houder van deze ontheffing dient er zorg voor te dragen dat de bestuurder van het (de) luchtvaartuig(en) die voor het vervoer worden gebruikt, in ieder geval beschikt over een vliegbewijs B3.

Artikel 5

Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant en treedt in werking op de datum van dagtekening.

Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van bekendmaking van het bovenstaande besluit (kunt/kunnen) (u/belanghebbenden) daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Rijksluchtvaartdienst, Juridische en Bestuurlijke Zaken, Postbus 90771, 2509 LT Den Haag.


De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze,
het hoofd Hoofdafdeling Vervoer van het Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst,
C.T. den Braven.

Naar boven