Besluit tot vaststelling en herziening van beleidsregels van de SVb

Het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank,

Gelet op artikel 25 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;

Besluit:

Artikel 1

Bij de uitvoering van de in artikel 25 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 genoemde wetten en de algemene maatregelen van bestuur en de ministeriële regelingen die op grond van een aanwijzing van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid als bedoeld in artikel 25, eerste lid, onder f, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 door de Sociale Verzekeringsbank worden uitgevoerd, past de Sociale Verzekeringsbank het beleid toe dat is neergelegd in de als bijlage bij dit besluit gevoegde Beleidsregels Sociale Verzekeringsbank 1998.

Artikel 2

Artikel 1 van het Besluit Beleidsregels SVB 1996 van 25 oktober 1996, gedeeltelijk goedgekeurd door het College van toezicht sociale verzekeringen bij besluit van 6 februari 1997, Stcrt. 1997, 38, wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregels SVB 1998. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd. Van deze terinzageleg-ging zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Aldus door het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank vastgesteld op 24 april 1998.


B. de Vries, voorzitter.
P.A. Schaafsma, president-directeur.

Toelichting

Dit besluit heeft betrekking op een integrale herziening en uitbreiding van de eerder door de Sociale Verzekeringsbank gepubliceerde beleidsregels.

Het bevat formele regels met betrekking tot de vaststelling en inwerkingtreding van de bij dit besluit vastgestelde beleidsregels en de intrekking van vorige besluiten inzake beleidsregels.

In verband met de vele noodzakelijke wijzigingen ten opzichte van de vorige publicatie van de beleidsregels, is gekozen voor intrekking van de oude beleidsregels en vaststelling van een integrale herziene versie. Dit brengt met zich mee dat de nieuwe beleidsregels die gevormd zijn naar aanleiding van wetswijzigingen in de periode tussen invoering van die wetgeving en de publicatie van dit besluit de status hebben van interne gedragslijn.

De beleidsregels zijn vastgelegd in de als bijlage bij dit besluit gepubliceerde bundel ’Beleidsregels Sociale Verzekeringsbank 1998’.

Het eerste deel daarvan bevat een inleiding, waarin een overzicht wordt gegeven van de inhoud, de status en de werking van de beleidsregels.

In het tweede deel zijn regels opgenomen over de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene nabestaandenwet (Anw), de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen (hierna TOG) en de Regeling Ziekenfondsraad subsidiëring Persoonsgebonden budget 1998 (hierna PGB-regeling).

Het derde deel bevat regels ter zake van de toepassing van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Het vierde deel ten slotte behelst de toepassing van communautaire en internationale regelingen inzake sociale zekerheid, namelijk Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en 574/72 en Richtlijn 79/7/EEG en de diverse verdragen inzake sociale zekerheid.

Status en werking van de beleidsregels

Bij de ontwikkeling van de beleidsregels heeft de SVB uitvoering gegeven aan de bepalingen die in de derde tranche van de Awb over dit onderwerp zijn opgenomen. De wetgever is er bij de totstandkoming van de derde tranche van de Awb van uitgegaan dat het uit een oogpunt van algemene kenbaarheid wenselijk is dat bestuursorganen hun bestendige bestuurspraktijk in beleidsregels neerleggen.

Op grond van artikel 4:82 Awb kan een bestuursorgaan, indien een beleidsregel is vastgesteld en bekendgemaakt, bij de motivering van besluiten met een verwijzing naar de beleidsregel volstaan.

In het vierde lid van artikel 1:3 Awb zijn beleidsregels gedefinieerd als: ’een bij besluit vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan’.

Bij de ontwikkeling van de onderhavige regels is bij deze definitie aansluiting gezocht. Dit betekent dat de regels niet uitsluitend betrekking hebben op de toepassing van zuiver discretionaire bepalingen (zogenaamde ’kan-bepalingen’), maar ook op de uitleg van wettelijke bepalingen in situaties waarin deze meerdere interpretaties toestaan. Ook ten behoeve van een uniforme uitleg van jurisprudentie zijn regels geformuleerd.

De beleidsregels zoals die door de SVB worden gehanteerd, zijn ook opgenomen in handleidingen gericht aan de districtskantoren. Deze handleidingen bevatten echter tevens vele administratieve en procedurele instructies. Dergelijke instructies hebben een zuiver intern karakter en worden veelvuldig aangepast, waardoor ze niet geschikt zijn voor bekendmaking aan derden.

Hoewel burgers de SVB op de beleidsregels kunnen aanspreken, mogen deze niet op een lijn worden gesteld met algemeen verbindende voorschriften, zelfs niet nu ze formeel aan derden bekend zijn gemaakt en uit dien hoofde moeten worden beschouwd als ’recht’ in de zin van artikel 99 van de Wet op de Rechterlijke Organisatie. Zo is de SVB op grond van artikel 4:84 Awb verplicht van een beleidsregel af te wijken in gevallen waarin toepassing van de beleidsregel voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.

Voor zover zuiver wetsinterpreterende regels aan de orde zijn, zal de gehoudenheid tot afwijking overigens eerder aan de orde komen naarmate de desbetreffende wettelijke norm vager is en meer beoordelingsvrijheid aan de SVB toestaat.

Voorts zijn gevallen denkbaar waarin zulke bijzondere omstandigheden spelen dat zij niet meer kunnen worden geacht te behoren tot de categorie van gevallen waarop de SVB bij de totstandkoming van de beleidsregel het oog heeft gehad. In dergelijke gevallen is de beleidsregel niet van toepassing en zal de SVB een individuele beslissing nemen, gebaseerd op de bijzondere omstandigheden van het individuele geval.

Beleidsregels kunnen daarnaast in verband met hun algemene strekking niet altijd volledig recht doen aan alle individuele belangen waarmee in de praktijk bij het nemen van een beslissing door de SVB rekening wordt gehouden.

Voorts geven deze beleidsregels, hoewel veelomvattend, geen uitputtend beeld van het beleid van de SVB. Beleid dat nog niet is uitgekristalliseerd is bijvoorbeeld niet opgenomen. Ook de omvang van de beschrijving van de regels verschilt. De reden hiervan is gelegen in het feit dat sommige bepalingen, doordat ze reeds veel langer bestaan of door veelvuldiger toepassing, meer ontwikkeld zijn dan andere.

Ten slotte dient er rekening mee te worden gehouden dat niet is gegarandeerd dat alle in de bundel opgenomen teksten volledig actueel zijn. Er kan sprake zijn van wetswijzigingen of nieuwe jurisprudentie die nog niet zijn verwerkt. Dit is een onvermijdelijk gevolg van het feit dat de productie van en besluitvorming omtrent nieuwe beleidsregels enige tijd vergen. De onderhavige beleidsregels beschrijven de situatie per 1 januari 1998. Jaarlijks wordt een geactualiseerde versie van de beleidsregels gepubliceerd. Tussentijdse wijzigingen worden eventueel afzonderlijk gepubliceerd in de Staatscourant.

Opzet van de beleidsregels

De beleidsregels zijn telkens gegroepeerd onder de relevante wettelijke bepalingen. Deze keuze is mede ingegeven door artikel 4:83 Awb, waarin is bepaald dat bij de bekendmaking van de beleidsregels zoveel mogelijk het wettelijk voorschrift wordt vermeld waaruit de bevoegdheid waarop de beleidsregel berust, voortvloeit.

Om redenen van toegankelijkheid zijn de wetsbepalingen veelal voorzien van een summiere toelichting alvorens de beleidsregel wordt geformuleerd. Hierdoor bevat de bundel een combinatie van zowel descriptieve als normatieve teksten.

Het onderscheid tussen descriptieve en normatieve tekst is te herkennen aan de formulering van de tekst.

In de formulering van een beleidsregel (normatieve tekst) wordt expliciet verwezen naar door de SVB gehanteerde criteria, de door de SVB vastgestelde beleidslijn e.d.

Op grond van de Awb dienen besluiten inhoudende de vaststelling van een beleidsregel, te worden gemotiveerd. Er is voor gekozen om bij de omschrijving van de beleidsregel tevens de essentie van de motivering voor deze regel te omschrijven. Deze handelwijze laat uiteraard onverlet, dat de SVB bijvoorbeeld in beschikkingen op bezwaar of in rechterlijke stukken een uitgebreidere motivering kan geven voor de inhoud van een beleidsregel.

Veelal ligt de motivering overigens besloten in de inhoud van rechterlijke uitspraken. Waar dit het geval is, wordt hiervan gewag gemaakt. Vooral in het kader van de beleidsregels voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 speelt de jurisprudentie een overheersende rol. De op grond van deze verordening gevormde jurisprudentie van het Hof van Justitie EG is dermate omvangrijk en complex, dat de mededeling dat de SVB een specifiek arrest van dit Hof volgt, op zichzelf reeds beleidsmatig relevant is, nog afgezien van de vraag op welke wijze een dergelijke navolging invulling heeft gekregen.

Bij de beleidsregels is telkens een selectie van de meest relevante jurisprudentie toegevoegd. Niet alle rechtspraak waarnaar wordt verwezen, is gepubliceerd. Voor zover dit niet het geval is, kunnen de uitspraken worden opgevraagd bij de districtskantoren van de SVB. Hier kan de burger ook terecht met vragen over concrete situaties.

Bijzondere opmerkingen ten aanzien van de afzonderlijke delen

Deel II: AOW, Anw en AKW Met vaststelling van dit deel zijn de vorige Beleidsregels SVB (in het toenmalige vaststellingsbesluit aangeduid als Beleidsregels SVB 1996, doch in 1997 gepubliceerd onder de naam Beleidsregels SVB 1997) komen te vervallen (artikel 2).

Van kracht blijft echter artikel 3 van het besluit van 25 oktober 1996, goedgekeurd door het College van toezicht sociale verzekeringen bij besluit van 6 februari 1997, Stcrt. 1997, 38.

In dat artikel werd bepaald dat een aantal specifieke paragrafen van de Beleidsregels AOW, AWW en AKW zoals vastgesteld door het bestuur van de SVB bij besluiten van 2 september 1995 en 26 april 1996, Stcrt. 1995, 246 en Stcrt. 1996, 58 en 146, van toepassing bleven. Het betreft hier de onderdelen inzake de AWW. Deze beleidsregels blijven ook nu nog gelden in verband met het overgangsrecht van artikel 105, tweede lid van de Anw, waarin is bepaald dat de AWW en de daarop berustende bepalingen van toepassing blijven op de rechten, verplichtingen en bevoegdheden over de tijdvakken gelegen voor de inwerkingtreding van de Anw, tenzij anders bepaald. Deze regels blijven dus relevant met betrekking tot aanvragen voor AWW-pensioen in verband met het overlijden van verzekerden voorafgaande aan de inwerkingtreding van de Anw per 1 juli 1996.

Ten opzichte van de Beleidsregels SVB 1997 zijn, afgezien van vele technische of ondergeschikte wijzigingen, over enkele onderwerpen geheel nieuwe regels geformuleerd. In de eerste plaats betreft het hier regels inzake de Regeling tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen (TOG-regeling) en inzake de Regeling Ziekenfondsraad subsidiëring Persoonsgebonden budget 1998 (PGB-regeling). De regels inzake de PGB-regeling hebben formeel niet het karakter van beleidsregels in de zin van art. 1:3 Awb. De SVB is namelijk niet bij of krachtens de wet aangewezen als bestuursorgaan dat is belast met de uitvoering van de PGB-regeling. Voorts heeft het bevoegde bestuursorgaan geen mandaat verleend aan de SVB voor de vaststelling van beleidsregels. De SVB is dan ook niet bevoegd terzake beleids-regels vast te stellen. De regels inzake de PGB-regeling dragen derhalve het karakter van een feitelijke beschrijving van de wijze van afhandeling.

Ingrijpende wijzigingen of geheel nieuwe beleidsregels zijn voorts ingevoerd ter zake van de onderwerpen:

- leefvormen;

- zorgrelaties Anw;

- herlevingsmogelijkheid Anw;

- begrippen met betrekking tot kinderen;

- recht op uitkering AKW.

Voorts is verduidelijkt op welke wijze de SVB handelt als een belang-hebbende zijn spontane informatieverplichting niet nakomt, maar de SVB hierdoor geen schade lijdt.

Deel III: Awb De belangrijkste aanpassingen in dit deel betreffen de beschrijving van de ontvangst- en verzendtheorie zoals deze door de SVB wordt gehanteerd, en nieuwe regels omtrent de advisering door medisch deskundigen. Voor het overige zijn de aanpassingen voornamelijk van technische of verduidelijkende aard.

Deel IV: Internationaal In vergelijking met de voorgaande editie van de Beleidsregels SVB is aan dit deel een nieuw hoofdstuk toegevoegd waarin de beleidsregels met betrekking tot bilaterale verdragen inzake sociale zekerheid bijeen zijn gebracht.

Terinzagelegging van de beleidsregels

De beleidsregels zijn samen met een aantal door de SVB vastgestelde algemeen verbindende voorschriften op grond van de AOW, Anw en AKW opgenomen in een bundel, die ter inzage ligt bij de kantoren van de SVB.

Tevens zal een handelseditie van deze beleidsregels worden gepubliceerd, die verkrijgbaar is in de boekhandel.

Naar boven