Regeling onbeschermde vogels 1998
22 april 1998
Nr. J. 983075
Directie Juridische Zaken
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 9 van richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103);
Gelet op artikel 2 van het Vogelbesluit 1994;
Besluit:
Artikel 1
In geheel Nederland worden in 1998 niet tot de beschermde vogels in de zin van de Vogelwet 1936 gerekend:
a. de zilvermeeuw (Larus argentatus Pontoppidan) en de kokmeeuw (Larus ridibundus Linnaeus) gedurende de periode van 1 januari tot en met 14 april en van 16 juli tot en met 31 december;
b. de spreeuw (Sturnus vulgaris Linnaeus) gedurende de periode van 1 juni tot en met 30 november;
c. de huismus (Passer domesticus (Linnaeus)) gedurende de periode van 15 juni tot en met 15 september.
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998.
Artikel 3
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onbeschermde vogels 1998.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 22 april 1998. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J.J. van Aartsen.
Toelichting
Op grond van artikel 2 van het Vogelbesluit 1994 kunnen bepaalde vogelsoorten voor een periode van ten hoogste twee jaar onbeschermd worden verklaard. Gedurende die periode genieten deze vogels niet de bescherming van de Vogelwet 1936, voorzover het handelingen betreft die relevant zijn voor het tegengaan van belangrijke schade. Het in artikel 7 en 9 van de Vogelwet 1936 genoemde bezits- en handelsverbod geldt daarom ook voor onbeschermde soorten. Tevens is de op grond van artikel 23 van de Vogelwet 1936 vastgestelde lijst van verboden vangmiddelen mede van toepassing op onbeschermde vogels.
Door het onbeschermd verklaren van de betreffende vogels kan in geval van schade snel, zonder op een vergunning te hoeven wachten, tegen de vogels worden opgetreden.
De kokmeeuw en de zilvermeeuw zijn buiten de broedtijd onbeschermd verklaard, omdat deze soorten op veel plaatsen belangrijke schade kunnen aanrichten (landbouw, mosselen, eendenfokkerijen). De spreeuw is onbeschermd verklaard in de periode dat deze vogel belangrijke schade kan aanrichten in voornamelijk de fruitteelt. De huismus is onbeschermd verklaard in de periode dat deze vogel belangrijke schade aan de graanoogst kan toebrengen.
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
J.J. van Aartsen.