Vergoedingenregeling leden Gezondheidsraad

Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport houdende de vaststelling van de vergoedingen van de leden van de Gezondheidsraad (Vergoedingenregeling leden Gezondheidsraad)1.

18 december 1997

nr. BP/ARO/U-97910

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 14 van de Kaderwet adviescolleges en de artikelen 2 en 5 van het Vergoedingenbesluit adviescolleges;

Besluit:

Artikel 1

1. De voorzitter en de ondervoorzitter van de Gezondheidsraad, ontvangen in plaats van een vergoeding per vergadering, een vaste vergoeding.

2. De andere leden van de Gezondheidsraad ontvangen een vergoeding per vergadering.

Artikel 2

De vergoeding van de voorzitter volgens het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, rekening houdend met een arbeidsduur van gemiddeld 21,6 uren per week bedraagt f 8688 bruto per maand.

Artikel 3

De vergoeding van de ondervoorzitter volgens het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, rekening houdend met een arbeidsduur van gemiddeld 18 uren per week bedraagt f 7240 bruto per maand.

Artikel 4

De vergoeding van de andere leden bedraagt f 420 per vergadering.

Artikel 5

De bedragen genoemd in artikel 2 en 3 worden aangepast met het percentage van de algemene salarisherzieningen voor de sector Rijk.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

Artikel 7

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling leden Gezondheidsraad.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voornoemd,
E. Borst-Eilers.

1 Deze regeling is indertijd abusievelijk niet in de Staatscourant bekendgemaakt.

Naar boven