Apotheken

Bedrijfsfonds 1998

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN

AI Nr. 8962

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) als partij te ener zijde mede namens de FNV Dienstenbond en de CFO als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 1998 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Bedrijfsfonds Apotheken alsmede de daarbij behorende statuten en het reglement van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III en IV is bepaald:

Artikel 1 Werkingssfeer

Het in deze overeenkomst bepaalde is van toepassing op de werkgever en de werknemer zoals omschreven in artikel 2 van deze CAO.

Artikel 2 Definities

In deze CAO wordt verstaan onder:

  • a. „Stichting": Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

  • b. „werkgever": iedere natuurlijke of rechtspersoon die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek van een ziekenhuis of een apotheek van rijk, provincie of gemeente;

  • c. „werknemer":

    • a. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van het Nederlands getuigschrift of een daarmede gelijkgesteld diploma c.q. getuigschrift van apothekersassistent.

    • b. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het onder a genoemde getuigschrift of diploma niet bezit, met uitzondering van de werknemer die in het bezit is van het diploma van apotheker.

  • d. „bestuur": het bestuur van de Stichting;

  • e. „administrateur": het in artikel 7 van de statuten van de Stichting genoemde uitvoeringsorgaan;

  • f. „reglement": het reglement van de Stichting;

  • g. „CAO-Apotheken": de collectieve arbeidsovereenkomst apotheken afgesloten tussen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie enerzijds en anderzijds de Dienstbond FNV: Bedrijfsgroep Gezondheidszorg en de CFO: CNV-bond voor Overheid, Zorgsector en Verzelfstandigde Overheidsinstellingen (Sectie „Landelijke groep apothekersassistenten").

Artikel 3 Doel

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is aangegaan met de doelstelling om het geheel of gedeeltelijk initiëren, stimuleren en financieren van activiteiten mogelijk te maken die gericht zijn op het bevorderen en in stand houden van de goede arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden in apotheken.

Partijen richten daartoe een Stichting op: Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

De activiteiten bestaan, binnen de doelstelling van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, uit het bevorderen van:

  • a. Het geven van voorlichting en informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de CAO-Apotheken alsmede over wettelijke voorschriften met betrekking tot algemene arbeidsvoorwaarden;

  • b. Het betalen van jaarlijks door het bestuur vast te stellen bijdragen in de kosten van aktiviteiten, die gericht zijn op:

    • 1. scholing en vorming van in beginsel iedere werknemer, die onder het Fonds valt;

    • 2. de aan de ondernemingen in het belang van goede arbeidsverhoudingen te verlenen diensten, zijnde het bevorderen van het goed funktioneren van ondernemingsraden en andere vormen van overleg binnen de ondernemingen;

  • c. Het verrichten van onderzoek naar het opzetten van functieclassificatiesystemen met daarop gebaseerde beloningssystemen;

  • d. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers in apotheken.

  • e. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken met als doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in apotheken.

  • f. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de toekomstige behoefte aan apothekersassistenten in apotheken.

  • g. het verrichten en subsidiëren van opleidingen en vormingsactiviteiten ten behoeve van de werkgevers en werknemers;

  • h. Het verrichten en subsidiëren van overige activiteiten die vallen binnen de doelstelling van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

Artikel 4 Uitvoering

De uitvoering van het in het vorige artikel genoemde doel is opgedragen aan de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken en geschiedt volgens de statuten en het reglement van de Stichting Bedrijfsfonds Apotheken die als bijlage I en II aan deze overeenkomst zijn gehecht en daarvan een integrerend deel uitmaken. De Stichting kan de uitvoering delegeren aan een administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting.

Artikel 5 Rechten en plichten

  • 1. Iedere werknemer en iedere werkgever heeft het recht deel te nemen aan c.q gebruik te maken van (de resultaten van) de door de Stichting gefinancierde activiteiten.

  • 2. De werkgever en de werknemer zijn gehouden:

    • a. De door de Stichting c.q. de administrateur in het kader van de doelstelling gevraagde (financiële) gegevens te verstrekken, zich te houden aan al hetgeen in deze CAO en daarbij behorende statuten en reglementen is of wordt bepaald.

  • 3. De werkgever is aan de Stichting een bijdrage verschuldigd welke elk jaar wordt bepaald door de bij deze CAO betrokken partijen. Deze bijdrage is voor 19981 vastgesteld op 0,06% van de totale loonkostensom over 1998.

  • Voorts is de werkgever als gevolg van de verlaging van de werkgeverslasten (WW-premie) per 1 juli 1994 met 1,4% welke verlaging per 1 januari 1995 is omgezet in 0,7% voor 1998 een bijdrage van 0,7% van de totale loonkostensom over 19981 verschuldigd.

  • Tenslotte is de werkgever op grond van de stimulans 1995 van de tweejarige nullijn 1994–1995 over 19981 een bijdrage van 0,41% van de totale loonkostensom over 1998 verschuldigd.

  • De werkgever is verplicht deze bijdragen aan de Stichting te voldoen door betaling van de door de administrateur uit te brengen premie-nota zonder inhouding op het loon van de werknemer.

BIJLAGE I STATUTEN

Artikel 1 Naam en zetel

De stichting draagt de naam: Stichting Bedrijfsfonds Apotheken.

Zij is gevestigd te 's-Gravenhage.

Definitie

In deze statuten worden verstaan onder:

  • a. „stichting": Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

  • b. „werkgever": ieder natuurlijke- of rechtspersoon die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek van een ziekenhuis of een apotheek van rijk, provincie of gemeente,

  • c. „werknemer":

    • 1. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van het Nederlands getuigschrift of een daarmede gelijkgesteld diploma casu quo getuigschrift van apothekersassistent;

    • 2. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het onder 1 genoemde getuigschrift of diploma niet bezit, doch voor meer dan eenderde van de normale arbeidstijd in de apotheek werk verricht, met uitzondering van de werknemer die in het bezit is van het diploma van apotheker;

  • d. „bestuur": het bestuur van de stichting;

  • e. „administrateur": het in artikel 7 genoemde uitvoeringsorgaan;

  • f. „reglement": het reglement van de stichting;

  • g. „CAO-apotheken": de Collectieve Arbeidsovereenkomst Apotheken, afgesloten tussen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie enerzijds en anderzijds de dienstenbond FNV: landelijke bedrijfsgroep gezondheidszorg en de CFO, CNV, bond voor overheid, gezondheid, welzijn en sociale werkvoorziening (landelijke groep Apothekers Assistenten).

Artikel 3 Doel

  • 1. De stichting heeft ten doel:

    • a. het geheel of gedeeltelijk initiëren, stimuleren en financieren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van en het instandhouden van goede arbeidsverhoudingen en arbeidsomstandigheden in apotheken;

    • b. het organiseren en doen organiseren van opleidingen en cursussen voor apotheekmedewerkers,

  • en voorts al hetgeen met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.

  • 2. De in het vorige lid, onder a, bedoelde activiteiten bestaan uit:

    • a. het geven van voorlichting en informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de CAO-Apotheken alsmede over wettelijke voorschriften met betrekking tot algemene arbeidsvoorwaarden;

    • b. het betalen van jaarlijks door het bestuur vast te stellen bijdragen in de kosten van activiteiten die gericht zijn op:

      • 1. scholing en vorming van in beginsel iedere werknemer die onder het Fonds valt;

      • 2. de aan de ondernemingen in het belang van goede arbeidsverhoudingen te verlenen diensten, zijnde het bevorderen van het goed functioneren van ondernemingsraden en andere vormen van overleg binnen de ondernemingen;

    • c. het verrichten van onderzoek naar het opzetten van functieclassificatiesystemen met daarop gebaseerde beloningssystemen;

    • d. het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van werknemers in apotheken;

    • e. het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken met als doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in apotheken;

    • f. het verrichten en publiceren van onderzoek naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de toekomstige behoefte aan apothekersassistenten in apotheken;

    • g. het verrichten en subsidiëren van opleidingen en vormingsactiviteiten ten behoeve van de werkgevers en werknemers;

    • h. het verrichten en subsidiëren van overige activiteiten die vallen binnen de doelstelling van de stichting.

  • 3. De stichting tracht haar in het eerste lid, onder b, omschreven doel onder meer te verwezelijken door:

    • a. het (doen) organiseren van scholing en na-, om- en bijscholing voor apotheekmedewerkers;

    • b. het daartoe (doen) oprichten en instandhouden van regionale studiecentra;

    • c. het (doen) ontwikkelen, kwalificeren en gebruiken van lesprogramma's

    • d. het (doen) organiseren van testen, tentamens en examens;

    • e. het (doen) organiseren van studiebijeenkomsten en symposia;

    • f. het deelnemen aan of samenwerken met andere organisaties met een soortgelijk doel of soortgelijke werkzaamheden.

Artikel 4 Inkomsten en uitgaven

  • 1. De inkomsten van de stichting bestaan uit:

    • a. bijdragen van de werkgevers;

    • b. bijdragen van de werknemers;

    • c. bijdragen van de overheid;

    • d. opbrengsten van beleggingen;

    • e. schenkingen, legaten en erfstellingen;

    • f. al hetgeen op andere wijze wordt verkregen.

  • 2. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

  • 3. De financiële middelen van de stichting bestaat uit de onder lid 1 bedoelde inkomsten, verminderd met administratiekosten en overige kosten.

Artikel 5 Bestuur

  • 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit zes leden, te weten drie werkgeversleden, aan te wijzen door het Hoofdbestuur der Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie en drie werknemersleden, gezamenlijk aan te wijzen door de werknemersorganisaties, te weten de Dienstenbond FNV (Landelijke Bedrijfsgroep Gezondheidszorg) en de CFO, CNV-bond voor overheid, gezondheid, welzijn en sociale werkvoorziening (Landelijke groep Apothekers Assistenten).

  • 2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en een plaatsvervangend secretaris.

  • 3. De functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter worden in de even kalenderjaren vervuld door werkgeversleden en in de oneven kalenderjaren door werknemersleden.

  • Omgekeerd worden de functies van secretaris en plaatsvervangend secretaris in de oneven kalenderjaren vervuld door een werkgeverslid en in de even kalenderjaren door een werknemerslid.

  • 4. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van twee jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar.

  • In een tussentijdse vacature wordt binnen twee maanden voorzien door de organisatie, die het uittredende bestuurslid heeft benoemd.

  • 5. De in dit artikel genoemde organisaties hebben te allen tijde het recht om door hen aangewezen bestuursleden te vervangen of daarvoor tijdelijke plaatsvervangers aan te wijzen.

  • 6. Het bestuurslidmaatschap van de leden van het bestuur eindigt door:

    • a. bedanken;

    • b. vervanging overeenkomstig het bepaalde in het vorige lid van dit artikel;

    • c. overlijden.

Artikel 6 Bevoegdheden van het bestuur

  • 1. De voorzitter en de secretaris, gezamenlijk handelend, vertegenwoordigen de stichting in en buiten rechte.

  • 2. Het bestuur is belast met de zorg voor de uitvoering en handhaving van de statuten en het reglement alsmede voor het beheer van het vermogen van de stichting.

  • 3. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen, daaronder met name begrepen die, bedoeld in artikel 291, lid 2, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken, worden hun door de stichting vergoed.

Artikel 7 Administrateur

  • 1. Het administratief en geldelijk beheer wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur en met inachtneming van de door het bestuur vastgestelde instructie, waarin opgenomen een overeenkomst en volmacht, gevoerd door een door het bestuur aan te wijzen administrateur.

  • De kosten van het beheer komen voor rekening van de stichting.

  • 2. De opdracht tot het voeren van administratie en geldelijk beheer aan de administrateur wordt schriftelijk verstrekt.

Artikel 8 Bestuursvergaderingen

  • 1. De voorzitter of ten minste twee overige bestuursleden zijn gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.

  • Het bestuur vergadert ten minste eenmaal per jaar.

  • 2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens deze personen door de secretaris, schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te behandelen onderwerpen. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden binnen Nederland op een door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen, nader te bepalen plaats

  • Indien wordt gehandeld in strijd met het hiervoor in dit lid bepaalde, kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, tenzij een of meer bestuurders zich daartegen verzetten.

  • Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.

  • 3. Indien door de Minister van Sociale Zaken de wens daartoe te kennen wordt gegeven, wordt in overleg tussen het bestuur van de stichting en deze Minister een waarnemer toegelaten bij de bestuursvergaderingen. Waarnemers zijn gerechtigd tot het bijwonen van alle bestuursvergaderingen en ontvangen alle voor de bestuursleden bestemde stukken.

  • 4. Een bestuurder kan zich door een daartoe schriftelijk gevolmachtigd ander lid van het bestuur ter bestuursvergadering doen vertegenwoordigen.

  • Deze vertegenwoordiging strekt zich mede uit tot het stemrecht.

  • 5. De voorzitter casu quo plaatsvervangend voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.

  • Besluiten kunnen slechts rechtsgeldig worden genomen indien ten minste twee van de door de werkgeversorganisaties aangewezen bestuursleden en twee van de door de werknemersorganisaties aangewezen bestuursleden aanwezig zijn.

  • 6. Elk bestuurslid brengt één stem uit, tenzij het aantal ter vergadering aanwezige werkgeversleden verschilt met het aantal werknemersleden, in welk geval elk van de bestuursleden van de ene groep evenveel stemmen uitbrengt als van de andere groep bestuursleden aanwezig zijn.

  • 7. Tenzij in deze statuten uitdrukkelijk anders is bepaald, worden besluiten genomen met meerderheid van het geldig aantal uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 8. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in de volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld.

  • Staken de stemmen dan opnieuw, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 9. Over zaken wordt bij voorkeur mondeling en over personen wordt schriftelijk gestemd.

  • Het bestuur is evenwel bevoegd, indien de meerderheid daartoe besluit, de stemming op een andere wijze te houden.

Artikel 9 Jaarverslag, rekening en verantwoording

  • 1. Het bestuur van de stichting stelt jaarlijks voor de eerste november een begroting van inkomsten en uitgaven van de stichting vast.

  • 2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, stelt het bestuur een door een externe registeraccountant gecontroleerde balans, rekening van baten en lasten, alsmede een verslag over de financiële toestand van de stichting in het voorafgaande kalenderjaar vast. Het bestuur stelt voornoemde externe registeraccountant, die geen binding mag hebben met de stichting, aan.

  • 3. Het bestuur legt in het verslag tevens rekening en verantwoording af van het gevoerde beleid.

  • 4. Het verslag, de balans en de rekening van baten en lasten worden uitgebracht aan de KNMP, CFO en FNV.

  • Het verslag wordt ter inzage van de bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers neergelegd:

    • a. ten kantore van de administrateur;

    • b. op een of meer door de Minister van Sociale Zaken aan te wijzen plaatsen.

  • 5. Het verslag wordt op aanvraag toegezonden aan bij de stichting betrokken werkgevers en werknemers tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

  • 6. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Beleggingen

Voorzover gelden van de stichting voor belegging beschikbaar zijn, worden deze gelden door de administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur belegd, met inachtneming van in redelijkheid daarvoor te stellen eisen van liquiditeit, rendement en risicoverdeling.

Er wordt niet in aandelen belegd.

Artikel 11 Reglement

  • 1. Het bestuur stelt een reglement vast. De bepalingen van het reglement mogen niet in strijd zijn met deze statuten.

  • 2. Ten aanzien van besluiten tot vaststelling of wijziging van het reglement is het bepaalde in het artikel 12 lid 1 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Statutenwijziging en ontbinding

  • 1. Besluiten tot wijziging der statuten of tot ontbinding van de stichting kunnen slechts door het bestuur worden genomen in een vergadering waarin zowel alle werkgevers- als alle werknemersleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en ten minste tweederde der geldig uitgebrachte stemmen zich daarvoor verklaart.

  • 2. Een besluit tot ontbinding wordt niet genomen dan nadat twee maanden zijn verstreken na de dag waarop het voorstel tot ontbinding door het bestuur is toegezonden aan de in artikel 4 lid 1 genoemde organisaties.

  • 3. Het bestuur zal binnen twee weken na het verlijden van de akte van statutenwijziging een authentiek afschrift van die akte voor een ieder ter inzage leggen bij de griffie van het Kantongerecht te 's-Gravenhage.

Artikel 13 Vereffening na ontbinding

  • 1. De vereffening geschiedt door het bestuur.

  • 2. De stichting blijft na ontbinding voortbestaan indien en voorzover dat voor de vereffening van haar zaken nodig is.

  • 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht.

  • 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming na betaling van alle schulden van de overgebleven bezittingen van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande dat het saldo zal worden bestemd voor een doel dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabij komt.

  • 5. De slotrekening van de vereffening alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties als bedoeld in artikel 5 lid 1.

Artikel 14 Onvoorziene gevallen

Het bestuur is bevoegd in onvoorziene gevallen af te wijken van het bepaalde in het reglement, mits daarbij niet in strijd wordt gehandeld met de statuten.

BIJLAGE II REGLEMENT STICHTING BEDRIJFSFONDS APOTHEKEN

Artikel 1 Definities

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a. „Stichting": Stichting Bedrijfsfonds Apotheken;

  • b. „werkgever": iedere natuurlijke of rechtspersoon die een apotheek exploiteert in Nederland, niet zijnde een apotheek van een ziekenhuis of een apotheek van rijk, provincie of gemeente;

  • c. werknemer:

    • a. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en in het bezit is van het Nederlands getuigschrift of een daarmede gelijkgesteld diploma c.q. getuigschrift van apothekersassistent.

    • b. hij die in dienst is van de in sub b genoemde werkgever en het onder a genoemde getuigschrift of diploma niet bezit doch voor meer dan ⅓ van de normale arbeidstijd in de apotheek werk verricht, met uitzondering van de werknemer die in het bezit is van het diploma van apotheker.

  • d. „bestuur": het bestuur van de Stichting;

  • e. „administrateur": het in artikel 7 van de statuten van de Stichting genoemde uitvoeringsorgaan;

  • f. „CAO-Bedrijfsfonds Apotheken": de CAO afgesloten tussen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie enerzijds en anderzijds de Dienstenbond FNV: Bedrijfsgroep Gezondheidszorg en de CFO: CNV-bond voor overheid, gezondheid, welzijn en sociale werkvoorziening (Sector „Landelijke groep apothekersassistenten") inzake de Stichting bedrijfsfonds Apotheken;

  • g. „CAO-apotheken": de collectieve arbeidsovereenkomst apotheken afgesloten tussen de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie enerzijds en anderzijds de Dienstenbond FNV: Bedrijfsgroep Gezondheidszorg en de CFO: CNV-bond voor overheid, gezondheid, welzijn en sociale werkvoorziening (Sectie „Landelijke groep apothekersassistenten").

Artikel 2 Hoogte bijdragen

  • 1. De hoogte der bijdragen als bedoeld in artikel 5 van de CAO-Bedrijfsfonds Apotheken wordt elk jaar bepaald door de bij de CAO-apotheken betrokken partijen.

  • 2. De Stichting deelt het te betalen bedrag der bijdragen schriftelijk aan de werkgever mede, met mededeling van de termijn waarbinnen betaling dient te geschieden.

  • 3. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde bijdrage is de werkgever door het enkele verloop van de termijn in gebreke. De Stichting is dan bevoegd te vorderen de rente over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn. De rente wordt berekend naar het percentage van het promesse-disconto gehanteerd door de Nederlandsche Bank NV zoals dat percentage geldt voor de periode waarover de rente door de Stichting wordt gevorderd, verhoogd met 2%.

  • 4. Boven en behalve de in het voorgaande lid bedoelde rentevergoeding is de werkgever in geval van nalatigheid verplicht op de eerste vordering aan de Stichting te betalen alle kosten, welke ter invordering van het verschuldigde zijn gemaakt.

  • 5. De werkgevers en werknemers zijn verplicht op geleide van artikel 5 CAO-Bedrijfsfonds Apotheken alle gegevens te verstrekken die het bestuur voor een goede uitvoering van het in de statuten en het reglement bepaalde nodig acht.

  • 6. Bij gebreke van het in het vorige lid bedoelde gegevens is het bestuur gerechtigd de betreffende gegevens naar beste weten te schatten.

Artikel 3 Realisering doelstelling

De Stichting realiseert het in het artikel 3 van de statuten genoemde doel door het financieren van activiteiten als genoemd in de doelstelling.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. Aanvragen worden bij het bestuur ingediend. Bij deze aanvraag dient een begroting te worden overlegd.

  • 2. Het bestuur bepaalt welke activiteiten als bedoeld in artikel 3 van de statuten door de Stichting gefinancierd zullen worden. Het bestuur stelt voor elke te financieren activiteit een begroting vast voor welke rekening en verantwoording aan het bestuur in verband met de financiering dient te worden afgelegd.

  • 3. Het bestuur is bevoegd nadere voorschriften te geven in verband met financiering.

  • 4. Op beslissingen van het bestuur kan geen beroep worden ingesteld, onverlet de mogelijkheid een nieuwe aanvraag in te dienen.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 1998.

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

III. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.

IV. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 20 februari 1998

C.J. Meerhof.


XNoot
1

Avv heeft geen terugwerkende kracht.

Naar boven