Instellingsbesluit consultatief orgaan Friese Taal

15 januari 1998

Nr. BW98/U15

Directoraat generaal Openbaar Bestuur

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Gelet op artikel 7, vierde lid van het Europees Handvest regionale talen of talen van minderheden (Trb. 1993, 1 en 199).

Besluit:

Artikel 1

Er is een consultatief orgaan ten behoeve van de Friese taal, verder te noemen: het orgaan.

Artikel 2

1. Het orgaan heeft tot taak aan de Minister van Binnenlandse Zaken te rapporteren over de behoeften en de wensen ten aanzien van de Friese taal en cultuur in relatie tot het Europees Handvest regionale of talen van minderheden.

2. Het orgaan brengt periodiek, doch ten minste één keer per twee jaar, een rapportage als bedoeld in het eerste lid uit.

Artikel 3

1. Tot voorzitter, tevens lid wordt benoemd: mevrouw D.IJ.W. de Graaff-Nauta.

2. Tot leden worden benoemd:

- mevrouw ir G. Krol-Benedictus

- de heer mr drs K.J. van Dijk.

3. Tot secretaris wordt benoemd:

de secretaris van het Berie foar it Frysk.

4. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

Artikel 4

Het orgaan wordt in zijn werkzaamheden bijgestaan door het bureau van het Berie foar it Frysk.

Artikel 5

1. Ingevolge het Vacatiegeldenbesluit 1988 (Stb. 205) wordt voor het bijwonen van vergaderingen van het orgaan:

a. aan de voorzitter een vacatiegeld toegekend ter hoogte van f 450,-;

b. aan de overige leden een vacatiegeld toegekend ter hoogte van f 225,-.

2. De leden en de secretaris ontvangen voor de door hen noodzakelijk te maken reiskosten een vergoeding op basis van de kosten van het openbaar vervoer eerste klasse of een bedrag van f 0.60,- per kilometer. Zij declareren deze kosten door middel van het standaard declaratieformulier a.

Artikel 6

Het beheer van de bescheiden betref-fende de werkzaamheden van het orgaan geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie (Stb. 1980, 182) op overeenkomstige wijze als bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. De bescheiden worden na het beëindigen van de werkzaamheden opgeborgen in het archief van dat ministerie.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de Algemene Rekenkamer en aan de in dit besluit genoemde personen.


’s-Gravenhage, 15 januari 1998. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
J. Kohnstamm.

Naar boven