Ontheffingen luchtvervoersvergunning

CMC Adviesgroep B.V.

2 februari 1998

Nr. DGRLD/JBZ/L 98.210108

Rijksluchtvaartdienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen het verzoek van CMC Adviesgroep B.V. d.d. 7 januari 1998;

Gelet op artikel 16d van de Luchtvaartwet;

Besluit:

Artikel 1

Aan CMC Adviesgroep B.V. te Lelystad wordt tot 1 september 1998 ontheffing verleend van de verplichting tot het hebben van een luchtvervoersvergunning voor het vervoer van goederen en personen ten behoeve van het eigen bedrijf en van de dochterbedrijven CMC Financiële Architecten B.V. en CMC P&:O Diensten B.V., met een luchtvaartuig voorzien van het kenmerk PH-CMC.

Artikel 2

De houder van deze ontheffing is verplicht verzekerd te zijn:

a. tegen de aansprakelijkheid tegenover de vervoerde passagiers en goederen ten belope van de bij of krachtens verdrag vastgestelde limieten en

b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt aan derden op het aardoppervlak.

Artikel 3

Deze beschikking is gebaseerd op de statuten van CMC Adviesgroep B.V., laatstelijk gewijzigd d.d. 26 augustus 1997. Wijziging van de statuten kan intrekking van de ontheffing tot gevolg hebben en dient dan ook onverwijld aan

het DGRLD te worden gemeld.

Artikel 4

De houder van deze ontheffing dient er voor zorg te dragen dat de bestuurder van (het/de) luchtvaartuig(en) die voor het vervoer wordt(worden) gebruikt,

in ieder geval beschikt over een vlieg-bewijs B3.

Artikel 5

Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant.

Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van bekendmaking van het bovenstaande beslist kunnen belanghebbenden daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Rijksluchtvaartdienst, Juridische en Bestuurlijke Zaken,

Postbus 90771, 2509 LT Den Haag.


Den Haag, 2 februari 1998.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Namens deze,
Het hoofd Hoofdafdeling Vervoer van
de Rijksluchtvaartdienst,
C.T. den Braven.

Naar boven