Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen

4 februari 1998

Nr. DGRLD/JBZ/L98.210058

Directoraat-generaal Rijksluchtvaartdienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op Richtlijn nr. 96/67/EG van de Raad van de Europese Unie van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PbEG L 272/36), en op artikel 132a van de Regeling Toezicht Luchtvaart;

Besluit:

Begripsbepaling

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. gebruiker: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die van of naar een luchtvaartterrein door de lucht passagiers, post of vracht vervoert;

b. grondafhandelingsdiensten: de in de bijlage bij Richtlijn nr. 96/67/-EG van de Raad van de Europese Unie van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PbEG L 272/36) genoemde diensten die op een luchtvaartterrein aan een gebruiker worden verleend;

c. zelfafhandelingsdiensten: grondafhandelingsdiensten welke een gebruiker voor zichzelf verricht, zonder dat hij enige overeenkomst tot het aan hem verlenen van zodanige diensten is aangegaan, behoudens in gevallen dat hij een overeenkomst tot het aan hem verlenen van grondafhandelingsdiensten is aangegaan met een andere gebruiker waarin hij een meerder-heidsbelang heeft of waarin een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de eerstgenoemde gebruiker een meerderheidsbelang heeft, een meerderheidsbelang heeft;

d. verlener van grondafhandelingsdiensten: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die een of meer categorieën grondafhandelingsdiensten verleent;

e. de Minister: de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Verrichten van zelfafhandelingsdiensten

Artikel 2

1. Op elk luchtvaartterrein in Neder-land dat voor burgerluchtvaart is opengesteld kunnen de gebruikers met ingang van 1 januari 1998 zelfafhandelingsdiensten verrichten voor zover dit niet betreft:

a. bagageafhandeling;

b. platformafhandeling;

c. brandstof- en olielevering, en

d. vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten.

2. Op een luchtvaartterrein als in het eerste lid bedoeld, met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 1 miljoen passagiersbewegingen of 25000 ton vracht, kunnen de gebruikers bovendien de in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, genoemde zelfafhandelingsdiensten verrichten.

3. Indien het tweede lid van toepassing is kan de Minister voor de in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, genoemde categorieën afhandelingsdiensten het aantal gebruikers dat zelfafhandelingsdiensten verricht beperken tot niet minder dan twee. De selectie van deze gebruikers dient te geschieden op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.

Artikel 3

1. Op elk luchtvaartterrein in Nederland dat voor burgerluchtvaart is opengesteld met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht kunnen de gebruikers met ingang van 1 januari 2001 zelfafhandelingsdiensten verrichten.

In afwijking van het eerste lid kan de Minister voor de categorieën afhandelingsdiensten:

a. bagageafhandeling;

b. platformafhandeling;

c. brandstof- en olielevering, of

d. vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchtenhet aantal gebruikers dat zelfafhandelingsdiensten verricht beperken tot niet minder dan twee. De selectie van deze gebruikers dient te geschieden op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.

Verlenen van grondafhandelingsdiensten

Artikel 4

1. Op elk luchtvaartterreinen in Nederland dat voor burgerluchtvaart is opengesteld:

a. met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 3 miljoen passagiersbewegingen of 75000 ton vracht, of

b. waar in de periode van zes maanden voor 1 april of 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar een verkeersomvang van tenminste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht is geregistreerd, kunnen verleners van grondafhandelingsdiensten met ingang van 1 januari 1999 grondafhandelingsdiensten verlenen.

2. In afwijking van het eerste lid kan de Minister voor de categorieën afhandelingsdiensten:

a. bagageafhandeling;

b. platformafhandeling;

c. brandstof- en olielevering, of

d. vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten

het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten beperken tot niet minder dan twee per genoemde categorie.

Artikel 5

1. Op elk luchtvaartterrein in Nederland dat voor burgerluchtvaart is opengesteld met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht kunnen verleners van grondafhandelingsdiensten met ingang van 1 januari 2001 grondafhandelingsdiensten verlenen.

2. In afwijking van het eerste lid kan de Minister voor de categorieën afhandelingsdiensten:

a. bagageafhandeling;

b. platformafhandeling;

c. brandstof- en olielevering, of

d. vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten beperken tot niet minder dan twee per genoemde categorie.

3. Bij toepassing van het tweede lid beperkt de Minister het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten zodanig dat:

a. tenminste een van hen niet rechtstreeks of onrechtstreeks onder de zeggenschap valt van:

1. de exploitant van het luchtvaartterrein;

2. een gebruiker die in de loop van het jaar voorafgaande aan dat waarin tot de in het tweede lid bedoelde beperking is overgegaan, meer dan 25 procent van de op het luchtvaartterrein geregistreerde passagiers of vracht heeft vervoerd, of

3. een lichaam dat rechtstreeks of onrechtstreeks zeggenschap uitoefent over of onder zeggenschap valt van de exploitant van het luchtvaartterrein of van een gebruiker als onder 2 bedoeld, en

b. elke gebruiker ongeacht het deel van het luchtvaartterrein dat aan hem is toegewezen, voor elke categorie grondafhandelingsdiensten waarvoor een beperking geldt, de keuze heeft tussen niet minder dan twee verleners van grondafhandelingsdiensten.

Zelfafhandelingsdiensten en grondafhandelingsdiensten

Artikel 6

Indien op een luchtvaartterrein als in de artikelen 2, tweede lid, 4, eerste lid, of 5, eerste lid, bedoeld, de in die artikelen genoemde minima aan verkeersomvang voor vracht worden bereikt zonder dat de in die artikelen genoemde minima voor het passagiersvervoer worden bereikt, zijn die artikelen niet van toepassing voor grondafhandelingsdiensten die uitsluitend voor passagiers zijn bestemd.

Artikel 7

1. Indien de exploitant van het luchtvaartterrein, de gebruiker of de verlener van grondafhandelingsdiensten op een luchtvaartterrein grondafhandelingsdiensten verleent is deze verplicht ten aanzien van het verlenen van deze diensten een afzonderlijke boekhouding te voeren.

2. De Minister houdt toezicht op de naleving van de in het eerste lid bedoelde verplichting. Hij ziet er in het bijzonder op toe dat er in het beheer der gelden een scheiding bestaat tussen de exploitatie van het luchtvaartterrein en de aldaar door de exploitant van dat luchtvaartterrein verleende grondafhandelingsdiensten.

Overleg

Artikel 8

1. Voor elk luchtvaartterrein in Nederland dat voor burgerluchtvaart is opengesteld wordt door de exploitant van het luchtvaartterrein een overlegorgaan van gebruikers ingesteld.

2. Iedere gebruiker kan van het overlegorgaan deel uitmaken of zich in dat orgaan door een representatieve gebruikersorganisatie doen vertegenwoordigen.

Artikel 9

1. De exploitant van het luchtvaartterrein overlegt tenminste een maal per jaar met het in artikel 8 genoemde overlegorgaan van gebruikers en met de verleners van grondafhandelings-diensten op het luchtvaartterrein en voorts telkens als daarom door dat overlegorgaan of door de meerderheid van de verleners van grondafhandelingsdiensten wordt verzocht, over de toepassing van deze regeling en in het bijzonder over de prijzen van de grondafhandelingsdiensten welke met toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel b, door slechts een enkele verlener van zodanige diensten worden verricht en over de organisatie van de verlening van die diensten.

2. De exploitant van het luchtvaartterrein stelt het overlegorgaan van gebruikers zo spoedig mogelijk in kennis van besluiten als in artikel 12, derde en vierde lid, en artikel 13 bedoeld, alsmede van andere besluiten inzake de grondafhandelingsmarkt.

Centrale voorzieningen

Artikel 10

1. De Minister kan, na overleg met de exploitant van het luchtvaartterrein, de gebruikers en de verleners van grondafhandelingsdiensten, besluiten dat op een luchtvaartterrein in Nederland dat voor burgerluchtvaart is opengesteld de exploitant van het luchtvaartterrein of een ander door de Minister aangewezen lichaam een of meer centrale voorzieningen beheert die bestemd zijn voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten, die wegens hun complexiteit, kosten, gevolgen voor het milieu of om redenen van orde en veiligheid niet kunnen worden verdeeld of opgesplitst. Gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichtten en verleners van grondafhandelingsdiensten zijn verplicht van deze voorzieningen gebruik te maken.

2. De Minister ziet er op toe dat het beheer van de in het eerste lid bedoelde centrale voorzieningen op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze geschiedt en geen belemmering vormt voor gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten of voor verleners van grondafhandelingsdiensten.

Beperkingen

Artikel 11

1. Indien op een luchtvaartterrein specifieke belemmeringen met betrekking tot de beschikbare ruimte of capaciteit toepassing van de artikelen 2, 3, 4 of 5 onmogelijk maken, kan de Minister op verzoek van de exploitant van het luchtvaartterrein:

a. het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten voor een of meer andere categorieën grondafhandelingsdiensten dan die bedoeld in artikel 4, tweede lid, of artikel 5, tweede lid, op het luchtvaartterrein in zijn geheel of op een deel daarvan tot niet minder dan twee beperken; artikel 5, derde lid, is van toepassing;

b. een of meer van de in artikel 4, tweede lid, of artikel 5, tweede lid, bedoelde categorieën grondafhandelingsdiensten voor een enkele verlener van zodanige diensten reserveren;

c. het verrichten van andere categorieën zelfafhandelingsdiensten dan die bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 3, tweede lid, voor een beperkt aantal gebruikers reserveren, mits deze beperking is gebaseerd op relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria, of

d. het verrichten van de in artikel 2, eerste lid, of artikel 3, tweede lid, bedoelde zelfafhandelingsdiensten verbieden of tot een enkele gebruiker beperken.

2. Een besluit als in het eerste lid bedoeld:

a. vermeldt de categorieën grondafhandelingsdiensten waarvoor een beperking, reservering of verbod als in dat lid bedoeld van toepassing is en de specifieke belemmeringen met betrekking tot de beschikbare ruimte of capaciteit die de beperking, reservering of het verbod rechtvaardigen;

b. gaat vergezeld van een plan van passende maatregelen dat er op gericht is deze belemmeringen weg te nemen;

c. mag niet onnodig afbreuk doen aan het beginsel van de vrije toegang tot de grondafhandelingsmarkt;

d. mag niet leiden tot concurrentieverstoringen tussen verleners van grondafhandelingsdiensten en gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, en

e. mag geen grotere omvang hebben dan gelet op de beschikbare ruimte of capaciteit noodzakelijk is.

3. De Minister stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen ten minste drie maanden voordat een besluit als in het eerste lid bedoeld, in werking treedt, van dat besluit in kennis met vermelding van de gronden daarvoor.

4. Een besluit als in het eerste lid, onderdelen a, c of d, bedoeld, vervalt na drie jaar. De Minister kan op verzoek van de exploitant uiterlijk drie maanden voor het tijdstip waarop het genoemde besluit vervalt opnieuw besluiten tot een beperking of een verbod. Het tweede en derde lid zijn van toepassing.

5. Een besluit als in het eerste lid, onderdeel b, bedoeld, vervalt na twee jaar. De Minister kan dit tijdvak na daartoe verkregen toestemming van de Commissie van de Europese gemeenschappen eenmaal met twee jaar verlengen.

Artikel 12

1. Indien met toepassing van de artikelen 4, tweede lid, 5, tweede lid, of 11, eerste lid, onderdelen a of b, het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten wordt beperkt, worden de grondafhandelingsdiensten waarop de beperking betrekking heeft aanbesteed. De aanbesteding wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

2. Iedere verlener van grondafhandelingsdiensten kan inschrijven op aanbestede grondafhandelingsdiensten.

3. Na overleg met het overlegorgaan van gebruikers worden de verleners van grondafhandelingsdiensten voor een tijdvak van ten hoogste zeven jaar gekozen uit degenen die op de aanbesteding hebben ingeschreven:

a. door de exploitant van het luchtvaartterrein indien deze geen soortgelijke grondafhandelingsdiensten verleent, rechtstreeks noch onrechtstreeks zeggenschap heeft over een onderneming die dergelijke diensten verleent en geen enkel belang heeft in een dergelijke onderneming, en in andere gevallen;

b. door de Minister na overleg met de exploitant van het luchtvaartterrein indien onderdeel a niet van toepassing is.

4. Indien de verlener van grondafhandelingsdiensten voor het verstrijken van het tijdvak waarvoor hij is gekozen zijn werkzaamheden staakt wordt hij vervangen met toepassing van het eerste tot en met derde lid.

Artikel 13

Indien met toepassing van de artikelen 4, tweede lid, 5, tweede lid, of 11, eerste lid, het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten wordt beperkt, kan in afwijking van artikel 12 de exploitant van het luchtvaartterrein, na overleg met het in artikel 8 genoemde overlegorgaan van gebruikers:

a. zelf grondafhandelingsdiensten verlenen, of

b. een verlener van grondafhandelingsdiensten aanwijzen om zodanige diensten te verrichten, indien hij rechtstreeks of indirect zeggenschap heeft over deze verlener van grondafhandelingsdiensten of indien deze laatste rechtstreeks of indirect zeggenschap heeft over de exploitant van het luchtvaartterrein.

Artikel 14

1. De Minister kan, na overleg met de exploitant van het luchtvaartterrein en de gebruikers, een taakomschrijving of technische specificaties vaststellen waaraan de verleners van grondafhandelingsdiensten of de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, moeten voldoen. De in de taakomschrijving of technische specificaties opgenomen selectiecriteria dienen relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend te zijn.

2. De Minister kan besluiten dat een verlener van grondafhandelingsdien-sten of een gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht, tot het verrichten van diensten op het luchtvaartterrein slechts wordt toegelaten indien:

a. de aanvrager een gezonde financiële positie en voldoende verzekeringsdekking heeft;

b. op het luchtvaartterrein de orde en veiligheid of de beveiliging van de installaties, luchtvaartuigen, uitrusting of personen wordt gewaarborgd,

c. de bescherming van het milieu wordt gewaarborgd, en

d. de van toepassing zijnde arbeidswetgeving en socialezekerheidswetgeving wordt nageleefd.

3. De in het tweede lid bedoelde criteria:

a. worden toegepast op niet-discriminerende wijze;

b. dienen verband te houden met het nagestreefde doel, en

c. mogen niet leiden tot feitelijke vermindering van de toegang tot de markt voor grondafhandelingsdiensten of tot zelfafhandeling tot een lager niveau dan in deze regeling bepaald.

4. Indien het tweede lid van toepassing is wordt de verlener van grondafhandelingsdiensten of de gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht in kennis gesteld van de procedure voor het verkrijgen van de in dat lid bedoelde toelating.

5. De in het tweede lid bedoelde toelating wordt slechts onthouden of ingetrokken indien de verlener van grondafhandelingsdiensten of de gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht om hem toe te rekenen redenen niet voldoet aan de in dat lid bedoelde criteria.

6. De redenen voor het onthouden of intrekken van de toelating worden medegedeeld aan de verlener van grondafhandelingsdiensten of de gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht, alsmede aan de exploitant van het luchtvaartterrein.

Verbodsbepalingen

Artikel 15

1. De Minister kan op voorstel van de exploitant van het luchtvaartterrein aan een verlener van grondafhande-lingsdiensten of een gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht, verbieden zijn diensten te verrichten, indien deze handelt in strijd met regels welke hem voor het goed functioneren van het luchtvaartterrein door de Minister kunnen worden opgelegd.

2. De in het eerste lid bedoelde regels dienen:

a. op niet-discriminerende wijze te worden toegepast;

b. verband te houden met het nagestreefde doel, en

c. niet te leiden tot feitelijke vermindering van de toegang tot de markt voor grondafhandelingsdiensten of tot zelfafhandeling tot een lager niveau dan in deze regeling bepaald.

3. De Minister kan op voorstel van de exploitant van het luchtvaartterrein een verlener van grondafhandelingsdiensten verplichten om op billijke en niet-discriminerende wijze deel te nemen aan de vervulling van wettelijke verplichtingen tot het verlenen van openbare diensten met name waar het de waarborging van de continuïteit van die diensten betreft.

Overige bepalingen

Artikel 16

1. Verleners van grondafhandelingsdiensten en gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, hebben vrij toegang tot de voorzieningen van het luchtvaartterrein voor zover deze toegang voor het verrichten van hun diensten noodzakelijk is. Indien de exploitant van het luchtvaartterrein ten aanzien van deze toegang voorwaarden stelt, dienen deze relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend te zijn.

2. Voor zover het voor het bevorderen van daadwerkelijke en eerlijke concurrentie noodzakelijk is, verdeelt de exploitant van het luchtvaartterrein de voor grondafhandelingsdiensten beschikbare ruimte over de verschillende op het luchtvaartterrein reeds aanwezige en nieuwe verleners van grondafhandelingsdiensten en gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten. De verdeling geschiedt op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende regels en criteria.

3. Voor de toegang tot het luchtvaartterrein en het gebruik van de voorzieningen daarop kan de exploitant van het luchtvaartterrein bepalen dat de verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, een vergoeding verschuldigd zijn. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.

Artikel 17

1. Onverminderd het in deze regeling bepaalde is iedere verlener van grondafhandelingsdiensten en gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht gehouden tot naleving van alle in Nederland voor natuurlijke personen en rechtspersonen van toepassing zijnde wettelijke regelingen en voorschriften.

2. Onverminderd het in deze regeling bepaalde kan de Minister na overleg met de exploitant van het luchtvaartterrein, de gebruikers en de verleners van grondafhandelingsdiensten de voor de bescherming van de rechten van werknemers en de bescherming van het milieu noodzakelijke maatregelen nemen.

Artikel 18

1. Ten aanzien van verleners van grondafhandelingsdiensten en gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten die niet afkomstig zijn uit een lidstaat van de Europese Unie kan de Minister deze regeling geheel of gedeeltelijk niet van toepassing verklaren, indien het land waaruit die verlener of gebruiker afkomstig is:

a. verleners van grondafhandelingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een land behorende tot de Europese Unie niet rechtens of in feite op vergelijkbare wijze behandelt als de Lid-Staten van de Europese Unie verleners van grondafhandelingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit dat land behandelen;

b. verleners van grondafhandelingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een land behorende tot de Europese Unie niet rechtens of in feite behandelt overeenkomstig de in dat land van toepassing zijnde wetten en voorschriften, of

c. verleners van grondafhandelingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een ander land dan een land behorende tot de Europese Unie rechtens of in feite gunstiger behandelt dan verleners van grondafhandelingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een land behorende tot de Europese Unie.

2. De Minister stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen in kennis van elke niet van toepassing verklaring van deze regeling als in het eerste lid bedoeld.

Artikel 19

Overtreding van een der artikelen 7, eerste lid, 10, eerste lid, 11, eerste lid, onderdeel d, of 15, eerste en derde lid, is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Luchtvaart-wet.

Slotbepalingen

Artikel 20

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

2. De artikelen 2 en 4 vervallen met ingang van 1 januari 2001.

Artikel 21

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 februari 1998.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Algemeen

De Raad van de Europese Unie heeft op 15 oktober 1996 Richtlijn nr. 96/67/EG betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap (PbEG L 272/36), vastgesteld. Ingevolge deze richtlijn dienen wettelijke maatregelen te worden genomen om aan verleners van grondafhandelingsdiensten geleidelijk vrije toegang te verlenen tot de markt voor de verlening van grondafhandelingsdiensten op luchtvaartterreinen in Nederland die voor de burgerluchtvaart open staan. Met de onderhavige regeling wordt aan de genoemde richtlijn uitvoering geven.

De regeling heeft betrekking op grondafhandelingsdiensten waaronder begrepen worden de in de bijlage bij de Richtlijn vermelde diensten.

Ter verduidelijking worden deze diensten voorts vermeld in de bijlage bij deze toelichting.

Zelfafhandelingsdiensten

De regeling bepaalt in de eerste plaats dat met ingang van 1 januari 1998 op elk luchtvaartterrein in Nederland dat voor de burgerluchtvaart is opengesteld en dat een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 1 miljoen passagiersbewegingen of 25000 ton vracht heeft, het de gebruikers vrijstaat zelfafhandelingsdiensten - dat zijn grondafhandelingsdiensten die een gebruiker van het luchtvaartterrein voor zichzelf verricht - te verrichtten.

De Minister heeft echter de bevoegdheid voor de categorieën bagage-afhandeling, platformafhandeling, brandstof- en olielevering en vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten het aantal zelfafhandelaars tot ten minste twee te beperken.

Op luchtvaartterreinen met een kleinere verkeersomvang kunnen de gebruikers zelfafhandelingsdiensten verrichten voor zover dit niet betreft bagage-afhandeling, platformafhandeling, brandstof- en olielevering en vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten (artikel 2).

Met ingang van 1 januari 2001 zal het de gebruikers vrijstaan op elk luchtvaartterrein alle zelfafhandelingsdiensten te verrichten. De Minister heeft ook dan echter de bevoegdheid voor de hierboven genoemde categorieën grondafhandelingsdiensten het aantal zelfafhandelaars tot ten minste twee te beperken (artikel 3).

In al deze gevallen zal de Minister ook tot beperking van het aantal zelfafhandelaars kunnen overgaan indien dit noodzakelijk is om ruimte te creëren ten behoeve van verleners van grondafhandelingsdiensten.

Door derden verrichte grondafhandelingsdiensten

Met ingang van 1 januari 1999 zal het verleners van grondafhandelingsdien-sten vrijstaan op elk luchtvaartterrein in Nederland dat voor de burgerluchtvaart is opengesteld en dat een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 3 miljoen passagiersbewegingen of 75000 ton vracht heeft, of waar in de periode van zes maanden voor 1 april of 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar een verkeersomvang van tenminste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht is geregistreerd, hun diensten te verrichten. De Minister heeft dan echter de bevoegdheid voor bagage-afhandeling, platformafhandeling, brandstof- en olielevering en vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op het luchtvaartterrein en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten, het aantal grondafhandelaars tot ten minste twee per categorie te beperken (artikel 4).

Met ingang van 1 januari 2001 geldt het voorgaande voor elk luchtvaartterrein met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste 2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht. Indien de Minister overgaat tot beperking van het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten draagt hij er zorg voor dat iedere gebruiker uit tenminste twee grondafhandelaars kan kiezen en tenminste een van deze niet afhankelijk is van de exploitant van het luchtvaartterrein of van een gebruiker die meer dan 25 procent van het passagiers- of vrachtvervoer voor zijn rekening neemt (artikel 5).

Overleg

Op elk luchtvaartterrein waarop de regeling ingevolge de artikelen 2 tot en met 5 van toepassing is, is een overlegorgaan van gebruikers waarmee de exploitant tenminste eenmaal per jaar overleg voert over de toepassing van deze regeling en in het bijzonder over de prijzen voor het verrichten van grondafhandelingsdiensten die met toepassing van artikel 11 door slechts een dienstverlener worden verricht (artikelen 8 en 9).

Centrale voorzieningen

De Minister kan besluiten dat de exploitant of een ander door hem op voorstel van de exploitant aangewezen lichaam een of meer centrale voorzieningen beheert bestemd voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten die wegens hun complexiteit, kosten, gevolgen voor het milieu of om redenen van orde en veiligheid zoals in de elfde overweging van de Richtlijn genoemd, niet kunnen worden opgesplitst. Dit betekent dat naast de exploitant ook meerdere derden kunnen worden belast met het beheer van centrale voorzieningen.

Hierbij moet gedacht worden aan de systemen voor het sorteren van bagage, ijsbestrijding, waterzuivering, of brandstofdistributie en aan het centraal in de platformen aangelegde electriciteitssysteem (het 400 Hertz systeem) door middel waarvan aan op platformen geparkeerde vliegtuigen de nodige boordspanning wordt geleverd.

De gebruikers en grondafhandelaars zijn verplicht van deze centrale voorzieningen gebruik te maken. Het is hen daarbij niet toegestaan eigen apparatuur of afhandelingsmaterieel of enig ander systeem als alternatief te (doen) gebruiken.

Voor het gebruik van deze centrale voorzieningen zal met toepassing van artikel 16, derde lid, een vergoeding in rekening worden gebracht (artikel 10).

Beperkingen

Zoals reeds werd vermeld kan de Minister het aantal dienstverleners of zelfafhandelaars met betrekking tot eerder genoemde grondafhandelingsdiensten beperken.

Indien er voorts specifieke belemmeringen bestaan op een luchtvaartterrein met betrekking tot beschikbare ruimte of capaciteit zal bovendien kunnen worden besloten ook voor andere dan de met name in de regeling genoemde categorieën grondafhandelingsdiensten het aantal afhandelaars tot tenminste twee te beperken of voor een of meer van de eerder genoemde met name genoemde categorieën grondafhandelingsdiensten deze voor een afhandelaar te reserveren. Bij de specifieke belemmeringen met betrekking tot de ruimte of capaciteit gaat het met name om overconcentratie en de bezettingsgraad van de oppervlakte.

Een zodanig besluit tot beperking wordt drie maanden voor het tijdstip van de inwerkingtreding daarvan aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen medegedeeld. De Commissie kan zich tegen het besluit verzetten en na overleg verlangen dat de omvang van de afwijking wordt aangepast of beperkt.

Een besluit waarbij het verlenen van grondafhandelingsdiensten wordt beperkt tot een dienstverlener vervalt na twee jaar. Zodanig besluit kan met toestemming van de Europese Commissie eenmaal met twee jaar worden verlengd. De andere besluiten tot beperking vervallen na drie jaar. Zij kunnen op verzoek van de exploitant opnieuw worden genomen en gelden dan weer voor drie jaar. Als tot een vorm van beperking wordt overgegaan dienen de criteria die daarvoor worden aangelegd, overeenkomstig de richtlijn, relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend te zijn.

In de gevallen dat beperkingen als hier bedoeld worden gesteld worden de dienstverleners geselecteerd door een systeem van aanbesteding (artikelen 11 en 12).

Indien het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten wordt beperkt kan de exploitant ook zelf grondafhandelingsdiensten verrichten of een verlener van grondafhandelingsdiensten aanwijzen waarover hij direct of indirect zeggenschap heeft (artikel 13).

De minister kan een taakomschrijving of technische specificaties vaststellen waaraan verleners van grondafhande-lingsdiensten of gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten moeten voldoen.

Voorts kan de minister besluiten dat een verlener van grondafhandelings-diensten of een gebruiker die zelfafhandelingsdiensten verricht, tot het verrichten van diensten op het luchtvaartterrein door hem slechts wordt toegelaten als hij voldoet aan een aantal criteria, te weten als hij een gezonde financiële positie en voldoende verzekeringsdekking heeft, de veiligheid of beveiliging van installaties, luchtvaartuigen, uitrusting of personen alsmede de bescherming van het milieu zijn gewaarborgd en de van toepassing zijnde arbeidswetgeving en sociale zekerheidswetgeving zullen worden nageleefd (artikel 14).

Verbodsbepalingen

Voor het goed functioneren van het luchtvaartterrein kan de Minister aan de grondafhandelaar of zelfafhandelaar regels opleggen. Indien in strijd met die regels wordt gehandeld kan de Minister de betrokken grond- of zelfafhandelaar verbieden zijn diensten te verrichten.

Op voorstel van de exploitant kan de Minister voorts een verlener van grondafhandelingsdiensten verplichten om deel te nemen aan de vervulling van wettelijke verplichtingen tot het verlenen van openbare diensten in het bijzonder waar het de waarborging van de continuïteit van die diensten betreft (artikel 15).

Overige bepalingen

De verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, hebben toegang tot de voorzieningen van het luchtvaartterrein voor zover dat voor hun dienstverrichting noodzakelijk is. De exploitant kan daarvoor voorwaarden stellen. Deze voorwaarden mogen uiteraard niet in strijd zijn met de Europese regelgeving of daaraan afbreuk doen. Indien dat noodzakelijk is verdeelt de exploitant ook de beschikbare ruimte over de verschillende bestaande en nieuwe verleners van grondafhandelingsdiensten.

De exploitant kan bepalen dat voor de toegang tot het luchtvaartterrein en de voorzieningen daarop een vergoeding verschuldigd is waarvan de hoogte wordt vastgesteld op basis van relevante, transparante en niet-discriminerende criteria (artikel 16).

Ter bescherming van de rechten van werknemers en van het milieu kan de Minister, na overleg met de betrokkenen, de hem daarvoor noodzakelijk voorkomende maatregelen nemen. Deze maatregelen kunnen ook inhouden dat er om organisatorische redenen enige tijd dient te verlopen tussen het tijdstip van aanmelding van een nieuwe dienstverlener en het tijdstip waarop deze feitelijk zijn werkzaamheden kan aanvangen (artikel 17, tweede lid).

De Minister kan de regeling niet van toepassing verklaren ten aanzien van verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten, afkomstig uit landen niet behorend tot de Europese Unie, indien die landen verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een land behorend tot de Europese Unie niet op gelijke wijze behandelen als de eerstgenoemden in de landen van de Europese Unie worden behandeld, indien verleners van grondafhandelingsdiensten en de gebruikers die zelfafhandelingsdiensten verrichten uit een land behorend tot de Europese Unie anders worden behandeld dan overeenkomstig de in dat land geldende wetten, of indien afhandelaars uit andere landen dan die behorende tot de Europese Unie gunstiger worden behandeld (artikel 18).

Overtreding van een der in artikel 19 genoemde artikelen is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 62, derde lid, van de Luchtvaartwet. Het strafbare feit is een overtreding die kan worden gestraft met hechtenis van te hoogste zes maanden en geldboete van de derde categorie of met een van deze straffen (artikel 19).

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Bijlage I

Lijst van Grondafhandelingsdiensten

1. Administratieve grondafhandeling en supervisie omvat:

1.1. vertegenwoordiging bij en contacten met de plaatselijke autoriteiten of enige andere persoon, het verrichten van betalingen voor rekening van de gebruiker en verstrekking van ruimten voor diens vertegenwoordigers,

1.2. toezicht op de belading, berichten en telecommunicatie,

1.3. verwerking, opslag, behandeling en administratie van de vracht,

1.4. elke andere supervisiedienst voor, gedurende of na de vlucht en elke andere door de gebruiker gevraagde administratieve dienst.

2. Passagiersafhandeling omvat elke vorm van assistentie van passagiers bij vertrek, bij aankomst, op doorreis, bij het overstappen binnen of buiten de luchthaven, met name bij de controle van de tickets en de reisdocumenten, de registratie van bagage en het vervoer hiervan tot aan de sorteersystemen.

3. De bagageafhandeling omvat de behandeling van bagage in de sorteerruimte, het sorteren hiervan, het voorbereiden voor vertrek, het laden op en uitladen uit de systemen die bestemd zijn om deze van het vliegtuig naar de sorteerruimte te brengen en omgekeerd en het vervoer van bagage van de sorteerruimte tot in de distributieruimte.

4. Vracht- en postafhandeling omvat:

4.1. voor vracht, zowel bij uitvoer als bij invoer of bij transit, de fysieke behandeling van de vracht, de behandeling van de bijbehorende documenten, de douaneformaliteiten en elke tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste conservatoire maatregel,

4.2. voor post, zowel bij aankomst als bij vertrek, de fysieke behandeling van de post, de behandeling van de bijbehorende documenten en alle tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste conservatoire maatregelen.

5. Platformafhandeling omvat:

5.1. het geleiden op de grond van het vliegtuig bij aankomst en bij vertrek1,

5.2. assistentie bij het parkeren van het vliegtuig en het verstrekken van de benodigde middelen1,

5.3. de verbindingen tussen het vliegtuig en de dienstverlener op het platform1,

5.4. het beladen en lossen van het vliegtuig, met inbegrip van het verstrekken en inzetten van de benodigde middelen, alsmede het vervoer van bemanning en passagiers tussen het vliegtuig en het luchthavengebouw, alsmede het vervoer van bagage tussen het vliegtuig en het luchthavengebouw,

5.5. assistentie bij het taxiën van het vliegtuig en verstrekking van de hiervoor benodigde middelen,

5.6. verplaatsing van het vliegtuig zowel bij aankomst als bij vertrek, de levering en de toepassing van de benodigde middelen,

5.7. het vervoer, het inladen in en het uitladen uit het vliegtuig van voedsel en dranken.

6. Vliegtuigservicing omvat:

6.1. het schoonmaken van de buitenkant en de binnenkant van het vliegtuig, toilet- en waterservice,

6.2. de klimaatregeling en de verwarming van de cabine, de verwijdering van sneeuw en ijs op het vliegtuig, het ijsvrij maken van het vliegtuig,

6.3. de inrichting van de cabine met behulp van cabine-uitrusting en de opslag van die uitrusting.

7. Brandstof- en olielevering omvat:

7.1. het organiseren en uitvoeren van het vol- en bijtanken van brandstof, met inbegrip van de opslag hiervan, het toezicht op de kwaliteit en kwantiteit van de leveringen,

7.2. het voltanken met olie en andere vloeistoffen.

8. Lijnonderhoud omvat:

8.1. regelmatige handelingen voor de vlucht,

8.2. specifieke door de gebruiker verlangde handelingen, de levering en het beheer van het benodigde onderhoudsmaterieel en de reserve-onderdelen,

8.4. het aanvragen of reserveren van een plaats waar het vliegtuig kan worden geparkeerd en/of een hangar om het onderhoud te verrichten.

9. Vluchtafhandeling en administratie van cabinepersoneel omvat:

9.1. de voorbereiding van de vlucht op de luchthaven waarvan het vliegtuig vertrekt of op enige andere plaats,

9.2. vluchtafhandeling, indien nodig met inbegrip van verandering van de vluchtroute,

9.3. afhandeling na de vlucht,

9.4. administratie van de bemanning.

10. Grondtransportafhandeling omvat:

10.1. het organiseren en uitvoeren van het vervoer van passagiers, bemanning, bagage, vracht en post tussen verschillende stationsgebouwen op dezelfde luchthaven, maar met uitzondering van enig transport tussen het vliegtuig en enig ander punt binnen dezelfde luchthaven,

10.2. elk speciaal vervoer waarom door de gebruiker wordt verzocht.

11. Catering omvat:

11.1. de contacten met de leveranciers en de administratieve verwerking,

11.2. het opslaan van voedsel, dranken en de voor het bereiden hiervan benodigde hulpmiddelen,

11.3. het schoonmaken van het toebehoren,

11.4. het voorbereiden en leveren van het materieel en de voedingsmiddelen.

1 voor zover deze diensten niet door de luchtverkeersdienst worden verzorgd.

Bijlage II

Transponeringstabel

stcrt-1998-27-p5-SC12603-1.gifstcrt-1998-27-p5-SC12603-2.gif
Naar boven