Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar GAK 1995

24 december 1998

nr.737144/598/MT

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Manager speciale projecten van de Opsporingsdienst van Gak Nederland bv van 1 september en 16 november 1998, kenmerk osd/bs/98mvj02 en 03;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op economische delicten, artikel 142, eerste lid, onder b en c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993 en de artikelen 16 en 26 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel I

In artikel 1 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar GAK 1995 wordt toegevoegd:

Coördinatiecommissie: de commissie zoals genoemd in de Circulaire van de Minister van Justitie van 16 december 1997, kenmerk 672878/597/EH.

Artikel II

Artikel 8 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar GAK 1995 komt als volgt te luiden:

Artikel 8

Aan de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2 van dit besluit wordt onder de navolgende voorwaarden ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 16, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar:

a. hij neemt deel aan een bijscholingsprogramma waarin tenminste de eindtermen zijn verwerkt zoals vastgesteld bij circulaire van de Minister van Justitie van 31 mei 1996, kenmerk 558530/596/RR1;

b. het onder a. bedoelde bijscholingsprogramma wordt zodanig georganiseerd dat ieder jaar één vijfde deel van de totale lesstof wordt behandeld, af te sluiten met een toets, met dien verstande dat tijdens een cyclus van vijf jaar het gehele lesprogramma wordt behandeld en getoetst;

c. het onder a. bedoelde bijscholingsprogramma wordt georganiseerd op in totaal tien lesdagen per vijf jaar, te verdelen naar vier dagdelen per jaar, waarbinnen op één dagdeel bestaande kennis wordt geactualiseerd aan de hand van recente wetswijzigingen, jurisprudentie en nieuwe inzichten en aandacht wordt besteed aan de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar. Een substantieel deel van het programma zal door zelfstudie van de cursist worden gerealiseerd;

d. toetsing van de buitengewoon opsporingsambtenaar, met betrekking tot het onder a. genoemde, geschiedt onder verantwoordelijkheid van een Coördinatiecommissie waarin een lid van het Openbaar Ministerie is opgenomen;

e. hij heeft de toets als bedoeld onder b. met goed gevolg afgelegd.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1997.

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst.


Den Haag, 24 december 1998. De Minister van Justitie,
namens deze,
H.Ph. Mayer, hoofd bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan de belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Naar boven