Bekendmaking toepassing artikel 17 Wet telecommunicatievoorzieningen

Bekendmaking toepassing artikel 17 van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (Terrestrial Flight Telephone System/TFTS)

28 december 1998

Nr. RDR/457517.JZ

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat maakt het volgende bekend.

Inleiding

In Nederland zijn vergunningen verleend voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van de exploitatie van een TFTS netwerk (Terrestrial Flight Telephone System). Eén van de vergunninghouders heeft aangegeven niet langer gebruik te willen maken van het systeem en heeft de hem verleende vergunning teruggegeven. Dit betekent derhalve dat een deel van de voor TFTS bestemde frequentieruimte is vrijgekomen voor gebruik. TFTS is gepland in de frequentiebanden 1670 - 1675 Mhz (communicatie van grondstation naar luchtvaartuig) en 1800 - 1805 Mhz (communicatie van luchtvaartuig naar grondstation). Binnen deze frequenties zijn de kanalen in de navolgende frequentieblokken vrijgekomen:

Blok 15: de kanalen 57, 59, 61 en 63

Blok 17: de kanalen 65 en 67

Vergunningverlening

Voor de vrijgekomen frequenties zal, bij gebleken belangstelling, een vergunning worden verleend. Belangstellenden die nog niet in het bezit zijn van een vergunning voor een TFTS netwerk in Nederland, kunnen hiertoe binnen een termijn van acht weken na publicatie van deze bekendmaking een schriftelijke aanvraag indienen. Een businessplan, waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan de financiële aspecten, de technische aspecten, de planning met betrekking tot het opzetten en operationaliseren van het TFTS netwerk, dient onderdeel uit te maken van de aanvraag. De aanvraag dient te worden gezonden naar:

De Rijksdienst voor Radiocommunicatie (RDR),

Afdeling Overige Radio Toepassingen (ORT),

Postbus 450,

9700 AL Groningen.

Indien zich slechts één belangstellende voor de vergunning aanmeldt, zal, indien aan de wettelijke vereisten voor het verkrijgen van de vergunning wordt voldaan, de vergunning aan de betrokkene worden verleend. Indien meerdere gegadigden van hun belangstelling hebben doen blijken, zal voor 1 april 1999 door de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan hen worden medegedeeld, welke procedure en welke beleidscriteria op basis van artikel 3.3. jo. artikel 20.9 van de Telecommunicatiewet zullen worden toegepast om tot de voor toekenning van de vergunning noodzakelijke selectie te komen. De procedure en deze beleidscriteria zullen worden bekendgemaakt in de Staatscourant. Mocht de procedure er niet toe leiden dat een vergunning kan worden verleend, dan wordt dit in de Staatscourant bekendgemaakt, waarna voor het verlenen van een vergunning de procedure zal worden gevolgd dat de aanvragen op volgorde van binnenkomst worden behandeld.

Technische Voorschriften

Zowel het grondstation als het mobiele station kunnen worden aangeduid als ’randapparaat’ en dienen derhalve op grond van hoofdstuk 10 van de Telecommunicatiewet te voldoen aan het betreffende Gemeenschappelijke Technisch Voorschrift (CTR), te weten CTR 23.

Nadere gegevens worden verkregen bij de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van de Hoofddirectie Telecommunicatie en Post, afdeling Frequentiemanagement en Gebruiksontwikkelingen, tel: 050 - 587 7184.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
namens deze,
De hoofddirecteur Telecommunicatie en Post,
J.M.F. Diris.

Naar boven