Wijziging Uitvoeringsregeling accijns

21 december 1998

nr. WV98/ 535 M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken/Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 71b van de Wet op de accijns;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling accijns1 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 1 wordt na ’71a, vijfde lid,’ ingevoegd: 71b, vierde lid,.

B. In hoofdstuk IV wordt na artikel 35c een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35d. 1. Het verzoek om teruggaaf van accijns als bedoeld in artikel 71b van de wet dient de volgende gegevens te bevatten:

a. naam en adres van degene die het verzoek om teruggaaf doet;

b. het kenteken van de autobus, dan wel de kentekens van de autobussen waarop het verzoek betrekking heeft;

c. de totale hoeveelheid vloeibaar gemaakt petroleumgas waarvoor teruggaaf van accijns wordt gevraagd en het bedrag waarvoor teruggaaf wordt gevraagd;

d. de periode waarop het verzoek om teruggaaf van accijns betrekking heeft;

e. per autobus, onder vermelding van het kenteken, de hoeveelheid vloeibaar gemaakt petroleumgas waarvoor teruggaaf van accijns wordt gevraagd; en

f. per autobus, onder vermelding van het kenteken, de kilometerstand bij aanvang van de periode waarover teruggaaf van accijns wordt gevraagd dan wel de kilometerstand bij ingebruikneming van de autobus gedurende die periode en het aantal gereden kilometers in die periode.

2. Het verzoek om teruggaaf van accijns dient binnen drie maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin de desbetreffende afleveringen in de brandstoftanks van de autobussen hebben plaatsgevonden, te worden ingediend bij de inspecteur.

3. Op de tankbonnen en de facturen met betrekking tot het vloeibaar gemaakt petroleumgas waarvoor teruggaaf van accijns wordt gevraagd en die overeenkomstig artikel 33 van het besluit bij het verzoek om teruggaaf van accijns worden overgelegd, dienen te zijn vermeld het kenteken van de autobus die het vloeibaar gemaakt petroleumgas heeft getankt, de dag waarop is getankt, alsmede de per aflevering getankte hoeveelheid.

4. Ingeval de afleveringen van vloeibaar gemaakt petroleumgas worden vastgelegd met behulp van een tankpas kan, in afwijking in zoverre van het derde lid, in plaats van het kenteken van de autobus een ander identificatienummer op de tankbescheiden worden vermeld, mits in de bedrijfsadministratie van degene die om teruggaaf vraagt op overzichtelijke wijze is aangegeven welk kenteken correspondeert met dat identificatienummer.

5. Indien degene die teruggaaf van accijns vraagt de beschikking heeft over een eigen afleveringspomp voor vloeibaar gemaakt petroleumgas, kan de teruggaaf worden verleend voor de hoeveelheden vloeibaar gemaakt petroleumgas die in de tank van deze afleveringspomp zijn geleverd voor zover:

a. dit vloeibaar gemaakt petroleumgas uitsluitend wordt afgeleverd in de brandstoftanks van de autobussen die worden gebruikt voor het openbaar vervoer en waarvan het voor die autobussen opgegeven kenteken op naam is gesteld van degene die teruggaaf van accijns vraagt, en

b. de afleveringspomp zodanig is ingericht en toegerust dat deze niet geschikt is voor de aflevering van vloeibaar gemaakt petroleumgas in de tanks van personenauto’s als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.

6. Op het verzoek om teruggaaf voor een eigen afleveringspomp als bedoeld in het vijfde lid zijn het eerste lid, met uitzondering van onderdeel e, en het tweede lid van overeenkomstige toepassing. Het verzoek om teruggaaf dient tevens een vermelding in te houden van de locatie van de afleveringspomp, alsmede van de gemiddelde verbruikscijfers van de autobussen waarop het verzoek betrekking heeft. Bij het verzoek dienen te worden gevoegd de facturen die betrekking hebben op de hoeveelheden vloeibaar gemaakt petroleumgas die in de tank van de eigen afleveringspomp zijn geleverd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,
W. Vermeend.

1 Laatstelijk gewijzigd bij de regeling van 10 november 1998, nr. WV 98/453 M, Stcrt. 226.

Toelichting

Bij de Wet van 17 december 1998 tot wijziging van enkele belastingwetten c.a. (belastingplan 1999) (Stb.725), is artikel 71b in de Wet op de accijns (hierna de wet) opgenomen. Dit artikel voorziet in een teruggaaf op verzoek van accijns voor vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG) indien dat is bestemd voor het aandrijven op de weg van een autobus die hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het openbaar vervoer. De hoogte van de teruggaaf bedraagt f 103,10 per 1000 kg, oftewel 5,5 cent per liter. Op grond van het vierde lid kunnen nadere voorwaarden en beperkingen worden gesteld ter uitvoering van de teruggaaf. Deze regeling strekt ter uitvoering van dat vierde lid.

In de Uitvoeringsregeling accijns wordt een nieuw artikel ingevoegd. Dit artikel 35d ziet op het verzoek om teruggaaf (de te vermelden gegevens, de periode waarop het verzoek betrekking heeft en het tijdstip van indiening), alsmede op de bij het verzoek te voegen bescheiden en de daarop te vermelden gegevens. Voor de openbaarvervoerbedrijven die de beschikking hebben over een eigen afleveringspomp, bestaat de mogelijkheid om de teruggaaf te baseren op de hoeveelheden vloeibaar gemaakt petroleumgas die aan die bedrijven zijn afgeleverd, mits deze afleveringspomp uitsluitend wordt gebruikt voor het afleveren van LPG aan de autobussen die op naam staan van het bedrijf en niet geschikt is voor het afleveren van LPG in de tanks van personenauto’s. De onderhavige afleveringspompen onderscheiden zich van de pompen van waaruit aan personenauto’s wordt afgeleverd door een afwijkende (grotere) vulkoppeling en een aanzienlijk hogere afleveringscapaciteit per tijdseenheid.

De Staatssecretaris van Financiën,

W. Vermeend.

Naar boven