Saneringsregeling Wet bodembescherming: beoordeling en afstemming

Circulaire

4 december 1998

DBO/98117542

Directoraat Generaal Milieubeheer/Directie Bodem/Integraal Bodembeleid/67

Circulaire aan:

‐ de Colleges van burgemeester en wethouders

‐ de besturen van de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden

‐ de Colleges van gedeputeerde staten

‐ de Directeur-Generaal Rijkswaterstaat

‐ de dagelijkse besturen van de waterkwaliteit-beherende waterschappen

De verplichting dat reinigbare ernstig verontreinigde grond die vrijkomt bij Wbb-saneringen door tussenkomst van het Service Centrum Grondreiniging (SCG) aan grondreinigers moet worden aangeboden, komt te vervallen.

Van de circulaire ’Saneringsregeling Wet bodembescherming: beoordeling en afstemming’ (Stcrt. 1998, 6) komen de volgende passages met ingang van 1 januari 1999 te vervallen:

1. Punt 5 ’Aanbiedingsplicht Service Centrum Grondreiniging (SCG). De aanbiedingsplicht voor de budgethouder aan het SCG is in de Circulaire Inwerkingtreding opgenomen in de eerste twee alinea’s van hoofdstuk 2.1.9.1. De betreffende alinea’s uit hoofdstuk 2.1.9.1. van de ingetrokken Circulaire inwerkingtreding saneringsregeling Wet bodembescherming (tweede fase) blijven van kracht, door middel van de onderhavige circulaire. Zie bijlage 8.’

2. Bijlage 8.

Het vervallen van de aanbiedingsplicht is één van de voorstellen van de in voorbereiding zijnde beleidsnotitie ’Grond grondig bekeken’, waarmee Stuurgroep Bodem van het DUIV-overleg reeds heeft ingestemd. In de beleidsnotitie wordt minder directe sturing op het reinigen van grond voorgestaan. De verplichte toetsing door het SCG op reinigbaarheid van grond die vrijkomt bij bodemsaneringen blijft voorlopig nog gehandhaafd.

Het laten vervallen van de aanbiedingsplicht is bovendien in overeenstemming met de voorstellen van het SCG-bestuur inzake herpositionering van het SCG.

De overige tekst in bijlage 8 van de eerder genoemde circulaire was alleen bedoeld ter toelichting. Deze toelichting acht ik, met het oog op het vervallen van de aanbiedingsplicht, niet langer noodzakelijk.

Overeenkomstig aan het vervallen van de aanbiedingsplicht zal de Regeling financiële bepalingen bodemsanering, zoals gepubliceerd in Stcrt. 1996, 624 en gewijzigd bij besluit van 24 februari 1998, Stcrt. 1998, 37 aangepast worden.


Hoogachtend,
De minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.P. Pronk.

Naar boven