Verkiezingen in Noord-Brabant

«Circulaire»

Aan:

de gemeenten in de provincie Noord-Brabant

gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant

de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken

het Interprovinciaal Overleg

Doelstelling: geven van informatie

Juridische grondslag: geen

Relaties met andere circulaires: geen

Gaat in per: heden

Geldig tot: 4 maart 1999

Deze circulaire is vooral van toepassing op de gemeenten in de provincie Noord-Brabant, waar op 3 maart 1999 zowel gemeenteraadsverkiezingen als provinciale-statenverkiezingen worden gehouden. Onderdeel 3, dat betrekking heeft op de oproepingskaart, is echter gedeeltelijk ook van belang voor de overige gemeenten in de provincie Noord-Brabant.

1. Inleiding

Op 3 maart 1999 vinden verkiezingen plaats van de leden van provinciale staten. Op dezelfde datum zullen in 29 Noord-Brabantse gemeenten tevens de leden van de gemeenteraad worden gekozen. De combinatie van twee stemmingen op één dag is opgenomen in artikel 9, zesde lid, van de Wet van 11 september 1996 tot gemeentelijke herindeling in de samenwerkingsgebieden Midden-Brabant, Breda en Westelijk Noord-Brabant en in een gedeelte van de samenwerkingsgebieden Zuidoost-Brabant en ’s-Hertogenbosch (Stb. 1996, 449). Het oorspronkelijk bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel voorzag voor de per 1 januari 1997 aangetreden gemeenteraden in een zittingsduur van 5 jaar en 4 maanden (tot de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in 2002). De Tweede Kamer vond deze zittingsduur echter te lang. Bij amendement van het lid Verhagen werd daarom een tussentijdse verkiezing toegevoegd, samenvallend met de provinciale statenverkiezing van 3 maart 1999.

Het betreft de gemeenten:

1. Alphen - Chaam

2. Bergen op Zoom

3. Bergeyk

4. Bladel

5. Reusel - De Mierden

6. Breda

7. Cranendonck

8. Dongen

9. Drimmelen

10. Eersel

11. Geertruidenberg

12. Gemert - Bakel

13. Goirle

14. Haaren

15. Halderberge

16. Heeze - Leende

17. Heusden

18. Hilvarenbeek

19. Laarbeek

20. Moerdijk

21. Oirschot

22. Oisterwijk

23.Roosendaal

24. Steenbergen

25. Tilburg

26. Waalwijk

27. Werkendam

28. Woensdrecht

29. Zundert

Mede in verband met de voorbereiding van deze circulaire is op 2 oktober j.l. te ’s-Hertogenbosch een bijeenkomst met vertegenwoordigers van deze gemeenten gehouden. De gedachtewisseling tijdens die bijeenkomst heeft als basis gefungeerd voor het onderstaande.

2. Enkele uitgangspunten bij de gecombineerde verkiezingen

Bij de gecombineerde verkiezingen voor de leden van de gemeenteraad en de leden van provinciale staten zal zo veel mogelijk moeten worden aangesloten bij de regeling betreffende het combineren van stemmingen (artikelen J 9 tot en met J 12 a van het Kies-besluit). Deze bepalingen zijn in

artikel 9, zesde lid, van de herindelingswet van overeenkomstige toepassing verklaard op de onderhavige verkiezingen.

Dit betekent onder meer:

a. dat de burgemeester kan besluiten dat - voor zover de stemgerechtigden voor de beide stemmingen dezelfde zijn - de volgende bescheiden voor beide stemmingen gelden:

- de oproepingskaart;

- het afschrift uit de gemeentelijke administratie, bedoeld in artikel J 17, eerste lid, van de Kieswet;

- het verzoekschrift tot verstrekking van een kiezerspas;

- het verzoekschrift tot verkrijging van een volmachtbewijs;

- het onderhandse volmachtbewijs;

b. dat er, indien voor beide stemmingen stembiljetten worden gebruikt:

- voor zover nodig stembussen worden bijgeplaatst;

- de stembiljetten voor de ene stemming een andere kleur hebben dan de stembiljetten voor de andere stemming;

c. dat de burgemeester kan besluiten dat de stemmachines die voor de ene verkiezing worden gebruikt, tevens voor de andere verkiezing worden ingezet, mits deze stemmachines door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn goedgekeurd voor het gebruik voor twee stemmingen tegelijk.

Op een aantal van deze aspecten zal hieronder nader worden ingegaan.

3. Eén of twee oproepingskaarten

De gemeente is bevoegd (niet verplicht) om de oproepingskaarten voor de beide verkiezingen te combineren tot één oproepingskaart die voor beide verkiezingen geldt, voor zover de stemgerechtigden voor de beide stemmingen dezelfde zijn (artikel J 10 van het Kiesbesluit). Uit mondelinge vragen en uit berichten in de media is gebleken, dat deze bepaling soms ten onrechte aldus wordt uitgelegd, dat een gecombineerde oproepingskaart in het geval van een combinatie van gemeenteraadsverkiezing en provinciale-statenverkiezing niet mogelijk zou zijn, omdat de stemgerechtigden in dit geval niet volledig overeenkomen. Voor provinciale-statenverkiezingen zijn immers uitsluitend Nederlanders kiesgerechtigd, terwijl aan gemeenteraadsverkiezingen ook bepaalde niet-Nederlandse ingezetenen kunnen deelnemen.

Een juiste toepassing van deze bepaling brengt met zich mee dat - in het onderhavige geval - de burgemeester bevoegd is om te bepalen dat de kiesgerechtigden die de Nederlandse nationaliteit hebben, een oproepingskaart krijgen die zowel betrekking heeft op de gemeenteraadsverkiezing als op de provinciale-statenverkiezing. De kiesgerechtigden die niet de Nederlandse nationaliteit hebben, zullen evenwel uitsluitend een oproepingskaart ontvangen voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Bij de beslissing of tot het verzenden van één gecombineerde oproepingskaart wordt overgegaan, kan worden overwogen dat kiezers die twee afzonderlijke oproepingskaarten ontvangen, er mogelijk één zullen vergeten mee te nemen bij het bezoek aan het stemlokaal. Ook kan de mogelijke kostenbesparing aan de zijde van de gemeente een rol spelen. Indien voor een gecombineerde oproepingskaart wordt gekozen, moet een voorziening worden getroffen dat de kiezer die bijvoorbeeld een ander wil machtigen om namens hem te stemmen voor de gemeenteraadsverkiezing, maar tevens zelf met een kiezerspas in een andere gemeente zijn stem wil uitbrengen voor de provinciale-statenverkiezing, op diens schriftelijk verzoek een volmachtbewijs voor de ene en een kiezerspas voor de andere verkiezing verkrijgt. De gecombineerde oproepingskaart zal daarbij moeten worden teruggenomen. Ook zal het afschrift uit de gemeentelijke administratie als bedoeld in artikel J 17, eerste lid, van de Kieswet dienovereenkomstig moeten worden aangepast.

Op de gecombineerde oproepingskaart wordt de kieskring voor de provinciale-statenverkiezing op de gebruikelijke plaats ingevuld.

Om de kiesgerechtigdheid van de kiezer snel te kunnen vaststellen is het van belang dat de stembureauleden in één oogopslag kunnen zien of de door de kiezer overgelegde oproepingskaart (mede) betrekking heeft op de provinciale-statenverkiezing, dan wel uitsluitend voor de gemeenteraadsverkiezing bestemd is. In verband hiermee is tijdens de eerdergenoemde informatiebijeenkomst op 2 oktober j.l. vanuit zowel de gemeenten als de provincie en het ministerie de dringende aanbeveling gedaan om voor de te onderscheiden verkiezingen verschillende kleuren oproepingskaarten te gebruiken. Bij die gelegenheid is tussen de aanwezigen afgesproken dat zal worden gestreefd naar het volgende kleurgebruik:

a. de oproepingskaart die betrekking heeft op de provinciale-statenverkiezing is wit met een zwarte opdruk;

b. de gecombineerde oproepingskaart (die dus zowel betrekking heeft op de gemeenteraadsverkiezing als op de provinciale-statenverkiezing) is eveneens wit met een zwarte opdruk;

c. de oproepingskaart die uitsluitend betrekking heeft op de gemeenteraadsverkiezing heeft een andere, door de gemeente zelf te bepalen kleur.

Het verdient aanbeveling dat ook de Noord-Brabantse gemeenten waar op 3 maart 1999 uitsluitend provinciale-statenverkiezingen plaatsvinden, voor die verkiezing een witte oproepingskaart met zwarte opdruk hanteren. Met hun oproepingskaarten, omgezet in een kiezerspas, kan immers ook in een van de 29 genoemde gemeenten worden gestemd. Het hanteren van dezelfde kleur voorkomt in dat geval mogelijke vergissingen.

4. Stemmen met stembiljetten

Een deel van de bovengenoemde gemeenten maakt geen gebruik van stemmachines. Een aantal andere gemeenten kiest er voor om voor de ene verkiezing stemmachines in te zetten en voor de andere verkiezing door middel van stembiljetten te laten stemmen.

Indien voor beide verkiezingen gebruik wordt gemaakt van stembiljetten, is het volgende van belang.

De stembiljetten voor de onderscheiden verkiezingen hebben een verschillende kleur. Om misverstanden te voorkomen, kan daarbij het beste worden aangesloten bij de kleuren van de verschillende oproepingskaarten (indien twee afzonderlijke oproepingskaarten worden gehanteerd), c.q. voor de provinciale-statenverkiezingen een wit stembiljet met zwarte opdruk worden gebruikt. Bij de keuze voor de steunkleur en de kleur van de opdruk dient bijzondere aandacht te worden geschonken aan de leesbaarheid van het stembiljet en de oproepingskaart.

De niet-Nederlandse kiezer zal uiteraard slechts een stembiljet voor de gemeenteraadsverkiezing ontvangen.

De stembiljetten voor de beide verkiezingen mogen in dezelfde stembus worden gedeponeerd, maar er mogen ook afzonderlijke stembussen worden gebruikt, zulks naar keuze van de gemeente. Zo nodig worden in het stemlokaal extra stembussen bijgeplaatst in verband met het grotere aantal te verwachten stembiljetten.

Indien er stembussen zijn bijgeplaatst, worden deze na afloop van de stemming onmiddellijk na elkaar geopend.

Na opening van de stembus(sen) worden de stembiljetten voor de verschillende verkiezingen van elkaar gescheiden (het verschil in kleur is daarbij een hulpmiddel).

Omdat de telling van de stembiljetten bij een gelijke bezetting van het stembureau ongeveer twee keer zo lang zal duren dan normaal, is het gewenst dat daarbij extra menskracht wordt ingezet. Hoewel artikel J 4, vierde lid, van de Kieswet niet uitdrukkelijk betrekking heeft op het benoemen van extra tellers, kan het gewenst zijn dat de burgemeester die bepaling hanteert om personen aan te wijzen die aan het stembureau ten dienste worden gesteld om ondersteuning te verlenen bij het tellen van de stemmen. Een andere oplossing kan zijn: verkleining van de kiesdistricten. Zie daarover onderdeel 6 van deze circulaire.

NB: Anders dan de personen die krachtens artikel J 19 van het Kiesbesluit worden benoemd, worden de personen bedoeld in artikel J 4, vierde lid, van de Kieswet niet aangemerkt als lid van het stembureau.

5. Stemmen met behulp van stem-machines

Tot dusverre is slechts één type stemmachine goedgekeurd voor het gebruik voor twee stemmingen tegelijkertijd. Het betreft de stemmachine van het type ES3B van de firma Nedap. Deze goedkeuring geldt uitsluitend voor het stemmen in één fase, dus de wijze van stemmen waarbij de kiezer direct een kandidaat kiest uit een op het stempaneel getoond overzicht van alle lijsten van kandidaten. Het goedkeuringsbesluit is gepubliceerd in de Staatscourant van 5 november 1998.

De vermelding van de kandidatenlijsten op het stempaneel van de stemmachine zal geschieden overeenkomstig een door mij vastgesteld model (model J 33-1, onderdeel 4). Dit model kan als volgt worden weergegeven.

De kandidatenlijsten voor beide verkiezingen worden weergegeven op het stempaneel. Voor een goed onderscheid van beide stemmingen worden de kandidatenlijsten voor de onderscheiden verkiezingen in twee afzonderlijke, van verschillende steunkleuren voorziene blokken weergegeven. Voorts wordt ofwel boven de kandidatenlijsten, ofwel links van de kandidatenlijsten duidelijk aangegeven, voor welke verkiezing zij gelden.

De firma Sdu/VUGA heeft aangekondigd, dat zij met betrekking tot haar stem-pc van het type RS-Vote op korte termijn goedkeuring voor het gebruik voor twee stemmingen tegelijkertijd zal aanvragen. Indien deze stemmachine wordt goedgekeurd voor het gebruik voor twee stemmingen tegelijkertijd, zal model J 33-1 hierop overigens niet van toepassing zijn, omdat de RS-Vote niet voorzien is van een stempaneel, maar bedoeld is voor gefaseerd stemmen met behulp van een pc met beeldscherm.

Uitsluitend daartoe door mij goedgekeurde stemmachines mogen voor beide stemmingen tegelijkertijd worden gebruikt.

Dit sluit overigens niet uit dat de slechts voor enkelvoudige verkiezingen goedgekeurde stemmachines kunnen worden ingezet voor een van beide stemmingen, en dat de tweede stemming plaatsvindt met behulp van stembiljetten. Ook is het mogelijk om twee afzonderlijke stemmachines in het stemlokaal te plaatsen, waarbij de ene voor de gemeenteraadsverkiezing en de ander voor de provinciale-statenverkiezing wordt gebruikt.

De leveranciers van de stemmachines kunnen u informeren over de beschikbaarheid van extra stemmachines.

Indien in een stemlokaal gebruik wordt gemaakt van meer dan één stemmachine, verdient het aanbeveling om gebruik te maken van de bevoegdheid om het aantal leden van het stembureau uit te breiden, zodat de noodzakelijke werkzaamheden (zoals het vrijgeven van de stemmachines) naar behoren kunnen worden verricht.

Indien voor beide verkiezingen gebruik wordt gemaakt van een stemmachine is de gang van zaken als volgt.

Na afgifte van de (gecombineerde) oproepingskaart of van de (niet-gecombineerde) oproepingskaarten, ontvangt de kiezer die bevoegd is aan beide stemmingen deel te nemen, twee volgnummertjes ten teken dat hij voor beide stemmingen kiesgerechtigd is. Het derde stembureaulid zal vervolgens de stemmachine eerst voor de ene stemming vrijgeven en daarna voor de andere. Om mogelijke misverstanden over de vraag voor welke stemming een kiezer bevoegd is, die op grond van de tekst van zijn oproepingskaart slechts één volgnummer heeft ontvangen, wordt aangeraden om twee verschillende kleuren volgnummers te hanteren, zo mogelijk overeenkomend met de kleuren van de oproepingskaarten dan wel met de steunkleuren van het stempaneel.

Indien gebruik wordt gemaakt van twee afzonderlijke stemmachines voor de onderscheiden verkiezingen, worden eveneens twee verschillend gekleurde volgnummers gehanteerd.

6. Niet te veel kiezers per stembureau

Bij de verkiezingen die in het afgelopen voorjaar werden gehouden, waren er gemeenten waar wel 1.800 kiezers per stembureau werden opgeroepen. Bij een opkomst van 70 % betekent dit dat het stembureau gemiddeld meer dan 100 kiezers per uur moet verwerken. Bekend is echter dat veel kiezers juist tussen 17.00 uur en 20.00 uur stemmen. Dit brengt reeds bij één stemming en lagere aantallen kiezers per stembureau vaak veel drukte in het stemlokaal teweeg. Een aantal van 1.800 kiezers per stembureau is daarom beslist sterk af te raden. Met het oog op de komende gecombineerde verkiezingen verdient het daarom aanbeveling om de wijze waarop de gemeente is ingedeeld in stemdistricten kritisch te bekijken en de indeling zonodig aan te passen.

De Kieswet bepaalt geen maximaal aantal kiezers per stemdistrict. Een absoluut aantal is ook moeilijk te noemen, want het aantal kiezers dat een stembureau kan verwerken is afhankelijk van verschillende factoren. Men kan voor de omvang van de stemdistricten de ervaringen tijdens de op 6 mei j.l. gehouden Tweede-Kamerverkiezing als uitgangspunt nemen. Rekening moet worden gehouden met het feit dat zowel de door het stembureau als de door de kiezer te verrichten handelingen bij een combinatie van twee verkiezingen meer tijd in beslag nemen dan bij een enkelvoudige stemming. Daarbij maakt het voorts verschil of met stembiljetten wordt gestemd, met een stemmachine dan wel met een stem-pc. Bij het stemmen met stembiljetten worden de kiezers verdeeld over meerdere stemhokjes. Van een stemmachine of stem-pc is meestal slechts één exemplaar per stemlokaal aanwezig. Bij elektronisch gefaseerd stemmen is voorts het aantal handelingen dat door de kiezer moet worden verricht groter, waardoor het tijdsbeslag groter kan zijn.

Kennis van de bevolkingssamenstelling van het stemdistrict is van belang, zodat beoordeeld kan worden of een opkomstpiek tussen 17.00 uur en 20.00 uur verwacht kan worden.

Ik wijs u ten slotte op de in artikel J 4 van de Kieswet opgenomen verplichting om er zorg voor te dragen dat zo veel mogelijk stemlokalen zodanig zijn gelegen en ingericht, dat zij geschikt zijn voor kiezers met een lichamelijke handicap, en op de verplichting om de kiezers in te lichten over de mogelijkheden om hun stem in die stemlokalen uit te brengen.

7. De voorlichting aan de kiezer

Ik realiseer mij terdege dat er voor de kiezers een element van verwarring bestaat bij het houden van twee verkiezingen op één dag. Aanleiding voor die verwarring kan bijvoorbeeld zijn, dat de politieke groeperingen voor de gemeenteraadsverkiezing een ander lijstnummer kunnen hebben dan voor de provinciale-statenverkiezing. Ook de wijze waarop de stemmachine moet worden bediend, zal door veel kiezers als ingewikkeld worden ervaren. Een goede voorlichting aan de kiezer, zowel op de dag van de stemming als in de periode daaraan voorafgaand, is daarom van zeer groot belang. Deze voorlichting kan op verschillende manieren plaatsvinden.

Allereerst is er de mogelijkheid om gebruik te maken van de folders en/of redactionele artikelen die op verzoek door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beschikbaar worden gesteld en waarin informatie in het Nederlands, het Turks en het Arabisch zal zijn opgenomen. Tot mijn vreugde hebben alle 29 betrokken gemeenten inmiddels hun belangstelling voor deze folders of teksten kenbaar gemaakt.

Voorts heeft de provincie Noord-Brabant diverse voorlichtingsactiviteiten gepland, waarbij mede aandacht zal worden besteed aan de raadsverkiezingen.

Indien gebruik wordt gemaakt van stemmachines, zal daaraan in de voorlichting in het bijzonder aandacht moeten worden besteed. Bij de voorlichting voorafgaand aan de dag van stemming kan gedacht worden aan een proefopstelling van een stemmachine in bijvoorbeeld openbare biblio-theken, verzorgingshuizen en het gemeentehuis. Wellicht is het mogelijk om de werking van de stemmachine te demonstreren in een uitzending van de lokale televisie. Daarnaast zal ook op de dag van stemming een deugdelijke en goed leesbare gebruiksaanwijzing voor de kiezer beschikbaar moeten zijn en zal ook de stemmachine zelf duidelijke instructies aan de kiezer moeten geven over de door de kiezer te verrichten handelingen.

Voorts is het van cruciaal belang dat

de stembureauleden goed worden geïnstrueerd over de werking van de stemmachines en over de verdere gang van zaken op de verkiezingsdag. De gemeente is hiervoor verantwoordelijk, maar de stemmachineleverancier kan bij de instructie van de betrokkenen een goede bijdrage leveren.

8. Ten slotte

Ik heb begrip voor de praktische problemen die het houden van twee verkiezingen tegelijkertijd met zich meebrengt. De inzet en de betrokkenheid van de medewerkers van de desbetreffende gemeenten en van de provincie Noord-Brabant, die onder meer is gebleken tijdens de op 2 oktober j.l. gehouden voorlichtingsbijeenkomst, geeft mij het vertrouwen dat het mogelijk zal zijn om de gecombineerde verkiezingen op 3 maart 1999 met een goede afloop te organiseren. Ik hoop dat deze circulaire alsmede het voorlichtingsmateriaal dat door mijn ministerie beschikbaar wordt gesteld, hieraan eveneens zullen bijdragen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper.

Naar boven