Besluiten Luchtverkeers- beveiligingsorganisatie

26 november 1998

nr. LVB-801062

De Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie doet ingevolge artikel 64, eerste lid, Luchtverkeersreglement, mededeling van de volgende besluiten, genomen in overeenstemming met de Minister van Defensie:

Valschermspringen buiten de daglichtperiode

Aan de leden van Paraclub Flevo alsmede de gezagvoerders van het luchtvaartuig met de registratie PH-URK van het type Piper PA-31 Navajo, dan wel een gelijkwaardig vervangend luchtvaartuig, wordt vrijstelling verleend om op 12 december 1998 (uitwijkdatum 2 of 9 januari 1999) valschermsprongen buiten de daglichtperiode, in het valschermspringgebied ’Oostelijk Flevoland’, met de coördinaten 52°25’30’’NB en 005°30’10’’ OL (luchtvaartterreinreferentiepunt), uit te voeren. (LVB-800959; bezwaartermijn loopt tot 29 december 1998).

Gebruik valschermspringgebied ’Vliegveld Hilversum’

Aan de leden van het Parachutisten Centrum Midden Nederland wordt met ingang van heden tot wederopzegging, toestemming verleend om een gebied met een straal van 2 zeemijlen rondom de positie 52°11’31’’NB en

005°08’49’’ OL (het doelgebied), hierna te noemen het valschermspringgebied ’Vliegveld Hilversum’, regelmatig, gedurende de daglichtperiode, als valschermspringgebied te gebruiken. De maximale hoogte waarvan valschermsprongen mogen worden uitgevoerd binnen het gebied bedraagt FL 90. Het besluit met het kenmerk LVB-401770 van 30 september 1994 wordt hierbij ingetrokken. (LVB-800583; bezwaartermijn loopt tot 6 januari 1999).

Gebruik valschermspringgebied ’Hilversum’

Aan de leden van het Parachutisten Centrum Midden Nederland wordt met ingang van heden tot wederopzegging, toestemming verleend om een gebied met een straal van 2 zeemijlen rondom de positie 52°10’57’’NB en

005°07’34’’ OL (het doelgebied), hierna te noemen het valschermspringgebied ’Hilversum’, regelmatig, gedurende de daglichtperiode, als valschermspringgebied te gebruiken. De maximale hoogte waarvan valschermsprongen mogen worden uitgevoerd binnen het gebied bedraagt FL 90. Het besluit met het kenmerk LVB-401769 van 30 september 1994 wordt hierbij ingetrokken. (LVB-800584; bezwaartermijn loopt tot 6 januari 1999).

Gebruik valschermspringgebied ’Westerbroek’

Aan de leden van het Parachutisten Centrum Midden Nederland wordt met ingang van heden tot wederopzegging, toestemming verleend om een gebied met een straal van 2 zeemijlen rondom de positie 52°09’00’’ NB en

005°07’00’’ OL (het doelgebied), hierna te noemen het valschermspringgebied ’Westerbroek’, regelmatig, gedurende de daglichtperiode, als valschermspringgebied te gebruiken. De maximale hoogte waarvan valschermsprongen mogen worden uitgevoerd binnen het gebied bedraagt FL 90. Het besluit met het kenmerk LVB-401763 van 30 september 1994 wordt hierbij ingetrokken. (LVB-800585; bezwaartermijn loopt tot 6 januari 1999).

Gebruik valschermschpringgebied ’Baarn’

Aan de leden van het Parachutisten Centrum Midden Nederland wordt met ingang van heden tot wederopzegging, toestemming verleend om een gebied met een straal van 2 zeemijlen rondom de positie 52°12’30’’ NB en 005°19’00’’ OL (het doelgebied), hierna te noemen het valschermspringgebied ’Baarn’, regelmatig, gedurende de daglichtperiode, als valschermspringgebied te gebruiken. De maximale hoogte waarvan valschermsprongen mogen worden uitgevoerd binnen het gebied bedraagt 3500 ft. Het besluit met het kenmerk LVB-402033 van 10 november 1994 wordt hierbij ingetrokken. (LVB-800586; bezwaartermijn loopt tot 6 januari 1999).

Desgewenst kan een afschrift van bovenstaande besluiten worden aangevraagd bij de Luchtverkeersbeveiligingsorganisatie, Postbus 75200, 1117 ZT Luchthaven Schiphol.

Naar boven