29 oktober 1998
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maakt
bekend dat bij de vaststelling van de tegemoetkoming in teeltplanschade (art.
4, eerste lid, onderdeel e van de Wet tegemoetkoming schade bij rampen en
zware ongevallen) de volgende grondslagen zullen worden gehanteerd voor de
berekening van de voor vergoeding in aanmerking komende teeltplanschade.
Berekeningswijze
Het in aanmerking te nemen schadebedrag wegens teeltplanschade, bedoeld
in onderdeel e van de wet, wordt berekend volgens de formule:
A x B x C - D
waarbij
A = de oppervlakte van het teeltareaal dat schade heeft ondervonden als
gevolg van de gebeurtenissen van 13 en 14 september jl.;
B = het percentage van de redelijkerwijze te verwachten opbrengst die
in de schadetermijn verloren gaat door vermindering van kwaliteit of kwantiteit
als gevolg van het evenement;
C = het bedrag dat volgens de bijlage als opbrengst voor de aangetaste
categorie gewassen is vastgesteld, dan wel, bij gebreke daarvan, de opbrengst
welke redelijkerwijze mocht worden verwacht voor de geteelde gewassen (uitgedrukt
in een bedrag per oppervlakte-eenheid);
D = de kosten welke redelijkerwijze geacht kunnen worden te zijn bespaard
voor de productie, oogst, bewerking, bewaring en afzet van de verloren gegane
opbrengst.
Toelichting
Op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel e, van de Wet tegemoetkoming
schade bij rampen en zware ongevallen heeft de gedupeerde recht op een tegemoetkoming
in (onder meer) teeltplanschade, waaronder wordt verstaan het financieel verlies
door een mindere opbrengst dan redelijkerwijze mocht worden verwacht in de
schadeperiode.
De hoogte van de tegemoetkoming is gerelateerd aan de hoogte van deze
schade.
Bij de vraag welke opbrengst redelijkerwijze mocht worden verwacht doet
zich het probleem voor dat een belangrijk deel van de betrokken producten
op dat moment nog niet geoogst en verhandeld werd.
In dit opzicht verschilt de situatie van die van 1995. Bovendien heeft
de ervaring uit 1995 geleerd dat het vaststellen van een schadebedrag van
grote aantallen gedupeerden een bewerkelijk en weinig transparant proces is
vanwege de vele onzekerheden die daarbij in de overwegingen betrokken moeten
worden.
Gezien de noodzaak tot een eenduidige en snelle schadeafhandeling, met
inachtneming van de eisen van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid zal bij
de vaststelling van de schade worden uitgegaan van de hiervoor genoemde uitgangspunten
en normbedragen.
Voor de meest relevante gewassen is daartoe een bedrag per ha. vastgesteld,
waarmee wordt weergegeven de gemiddelde (bruto) opbrengst per ha. of m2 die in de betreffende productcategorie naar alle verwachting zou zijn
behaald indien er geen schade zou zijn opgetreden door de wateroverlast. Daarbij
is uitgegaan van de meest recente KWIN-gegevens (Kwantitatieve informatie
voor de land- en tuinbouw) waarin de voortschrijdende gegevens over de in
de afgelopen drie jaar gerealiseerde productie zijn samengevat.
Mocht bij de uitvoering van de regeling blijken dat ook voor andere gewassen
de noodzaak tot het stellen van een normbedrag bestaat, dan zal de bijlage
worden aangevuld.