Trainer/coaches in het betaalde voetbal in Nederland

Verbindendverklaring CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR TRAINER/COACHES IN HET BETAALDE VOETBAL IN NEDERLAND

AI Nr. 9089

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van De Federatie van Betaald Voetbalorganisaties (FBO) als partij te ener zijde mede namens de Coaches Betaald Voetbal (CVB) als partij te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Trainer/coaches in het betaalde voetbal in Nederland, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bedenkingen zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Verklaart algemeen verbindend tot en met 30 juni 1999 de navolgende bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Trainer/coaches in het betaalde voetbal in Nederland, zulks met inachtneming van hetgeen onder II, III, en V is bepaald:

Artikel 1 Definities

In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

  • 1. Werkgever:

  • de rechtspersoonlijkheid bezittende betaald voetbalorganisatie;

  • 2. Werknemer:

  • de trainer/coach in bezit van tenminste het diploma Trainer Coach I of een daarmee vergelijkbaar (Nederlands of buitenlands) diploma, bij de Werkgever in volledige dienst of in gedeeltelijke dienst voor gemiddeld tenminste 20 uur per week, en wiens werkzaamheden direct gericht zijn op teams uitkomende in de betaald voetbal competities van de KNVB, jeugdelftallen van de Leden van de FBO of de hoogste jeugdelftallen van verenigingen waarmee Leden van de FBO een samenwerkingsverband zijn aangegaan als bedoeld in artikel 11D Algemeen Reglement van de KNVB.

  • 3. Maand; Periode:

  • een kalendermaand; een periode van 4 aaneengesloten weken;

  • 4. Normale arbeidsduur:

  • het aantal uren per week gedurende welke de werknemer als regel beschikbaar is voor de werkgever;

  • 5. Maandsalaris/ Periodesalaris:

  • het basissalaris per maand c.q. periode, inclusief de gegarandeerde premies voor competitie-, beker- en vriendschappelijke wedstrijden, e.e.a. met inachtneming van de bepalingen van de wet minimumloon;

  • 6. Maandinkomen/ Periodieken:

  • het maandsalaris/periodesalaris vermeerderd met eventuele bijzondere beloningen;

  • 7. Jaarinkomen:

  • 12 x maandinkomen / 13 x periode-inkomen;

Artikel 2 Werkingssfeer

Deze overeenkomst is van toepassing op alle werkgevers en werknemers zoals bedoeld in artikel 1 sub 1 en 2.

Artikel 4 Algemene verplichtingen van de werkgever

  • 1. De werkgever verplicht zich deze CAO te goeder trouw na te komen.

  • 2. De werkgever zal met iedere werknemer schriftelijk een individuele arbeidsovereenkomst aangaan.

  • 4. De werkgever stelt in de functie van hoofdtrainer een werknemer aan, die deze functie bij de werkgever vervult als hoofdberoep.

  • 5. Behalve een hoofdtrainer heeft de werkgever minimaal één werknemer in dienst in de functie van assistent-trainer. Deze functie kan desgewenst in deeltijd worden verricht.

Artikel 5 Algemene verplichtingen van de werknemer

  • 3. De werknemer is verplicht de belangen van de werkgever als goed werknemer te behartigen.

  • 4. De werknemer is verplicht de door of namens de werkgever opgedragen werkzaamheden naar behoren te verrichten en daarbij de verstrekte aanwijzingen en voorschriften ook ten aanzien van plaats en tijd, waarop de werkzaamheden moeten worden verricht in acht te nemen, voorzover dit redelijkerwijze van hem kan worden verlangd.

  • 6. De door de medische staf van de werkgever verstrekte instructies met betrekking tot de medische verzorging en hygiëne, dienen door de werknemer te worden opgevolgd, voor zover deze niet in strijd zijn met de bepalingen der WAO.

  • 7. De werknemer die met de werkgever een dienstverband als hoofdtrainer aan gaat, zal deze functie als hoofdberoep uitoefenen.

Artikel 61 Aanstelling en ontslag

  • 1. De dienstbetrekking wordt aangegaan:

    • a. hetzij voor bepaalde tijd;

    • b. hetzij voor onbepaalde tijd.

In de individuele arbeidsovereenkomst, die pas geldig is indien gebleken is dat de werknemer over een geldige licentie beschikt, wordt vermeld welke vorm van dienstbetrekking van toepassing is.

  • 2. Behoudens in geval van ontslag op staande voet wegens een dringende reden in de zin van de artikelen BW 7: 677 jo., 7: 678 en 7: 679 BW neemt de dienstbetrekking een einde:

    • a. bij een eerste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of een verlengde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd middels aanzegging door de werkgever respectievelijk de werknemer tegen de in de overeenkomst vastgestelde einddatum.

    • b. bij de overeenkomst voor onbepaalde tijd door opzegging door de werkgever respectievelijk werknemer.

  • 3. De aanzegging als bedoeld in lid 2 sub a dient tijdig te geschieden, doch uiterlijk op 31 maart van het jaar waarin de arbeidsovereenkomst afloopt.

  • 4. De opzegging als bedoeld in lid 2 sub b geschiedt met inachtneming van de wettelijke opzegbepalingen, met dien verstande dat de opzegtermijn minimaal twee maanden en maximaal vijf maanden zal bedragen.

  • 5. De aanzegging respectievelijk opzegging geschiedt per aangetekend schrijven. De datum van postafstempeling is bepalend voor de aanvang van de aanzeg- en de opzegtermijn.

Artikel 7 Arbeidsduur

De arbeidsduur wordt geregeld in de individuele arbeidsovereenkomst en bedraagt gemiddeld tenminste 20 uur per week.

Artikel 8 Salarisbepalingen

Aan de werknemer wordt een maandsalaris/periodesalaris toegekend, dat uiterlijk aan het einde van de kalendermaand/periode aan hem wordt uitbetaald. De hoogte van het maandsalaris wordt geregeld in de individuele arbeidsovereenkomst.

Artikel 9 Vakantietoeslag

De werknemer heeft recht op een vakantietoeslag van 8 procent van het jaarinkomen. De toeslag zal niet meer bedragen dan 8 procent van drie maal het wettelijk minimumloon wat voor betreffende werknemer is vastgesteld. De vakantietoeslag wordt uitbetaald in de maand mei.

Artikel 11 Salarisbepaling buitenlandse werknemers

De werkgever gaat met een werknemer uit een land van buiten de Europese Unie alleen een arbeidsovereenkomst aan op voltijdbasis, onverminderd de wettelijke verplichtingen inzake tewerkstelling en verblijf. Hierop kan slechts een uitzondering worden gemaakt indien de betreffende werknemer reeds op legale basis in Nederland of verblijft werkzaam is.

Artikel 12 Geoorloofd verzuim1

Met uitsluiting van het andere en overige in artikel 7: 628 en 629 BW bepaalde, geldt het volgende:

  • 1. Bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer is het in de individuele arbeidsovereenkomst bepaalde van toepassing.

  • 2. In de volgende gevallen waarin hij de bedongen arbeid noodzakelijkerwijs niet heeft kunnen verrichten, wordt de werknemer over de hieronder voor de respectievelijk bij elk deze gevallen bepaalde termijnen van verlof het maandinkomen doorbetaald, mits hij zo mogelijk tenminste een dag tevoren en onder overlegging van bewijsstukken aan de werkgever of diens gemachtigde van het verzuim kennis geeft en de gebeurtenis c.q. plechtigheid in het desbetreffende geval bijwoont:

    • a. van de dag van overlijden tot en met de dag van de begrafenis bij overlijden en begrafenis van de echtgenote, de ouders of van een tot het gezin behorend kind of pleegkind van de werknemer.

    • b. gedurende één dag op de dag van de begrafenis van grootouders, grootouders der echtgenote, kleinkinderen, pleegkinderen, broers, zusters, schoonouders, schoonzoons, zwagers en schoonzusters. Voor zover de werknemer is belast met het regelen van de uitvaart geldt het sub a gestelde.

    • c. gedurende één dag bij ondertrouw van de werknemer zelf en gedurende twee achtereenvolgende dagen bij zijn huwelijk.

    • d. gedurende één dag bij huwelijk van een zijner kinderen, pleegkinderen, broers, zusters, ouders en schoonouders, zwagers en schoonzusters.

    • e. gedurende één dag bij bevalling van de echtgenote.

    • f. gedurende één dag bij verhuizing van de werknemer.

    • g. gedurende een door de werkgever naar billijkheid te bepalen tijdsduur tot een maximum van twee dagen, indien de werknemer ten gevolge van de vervulling van een buiten zijn schuld bij of krachtens de Wet persoonlijk opgelegde verplichting verhinderd is zijn arbeid te verrichten, mits deze vervulling niet in zijn vrije tijd kan geschieden en onder aftrek van de vergoeding voor salarisderving, welke hij van derden zou kunnen ontvangen.

    • i. de werkgever zal een werknemer, die als afgevaardigde van de trainer/coaches is aangewezen en als zodanig aanwezig dient te zijn bij:

      • A. de Algemene Vergadering Betaald Voetbal;

      • B. andere KNVB-bijeenkomsten, waarbij de leden van de CBV worden uitgenodigd; eveneens verzuim met behoud van salaris toekennen.

  • 3. De werkgever zal de werknemer bovendien verzuim met behoud van salaris toekennen op: Nieuwjaarsdag, beide Kerstdagen, 1e Paasdag en Koninginnedag.

Artikel 13 Vakantie

  • 1. Vakantiejaar

  • Het vakantiejaar loopt van 1 juli tot en met 30 juni.

  • 2. Duur der vakantie

    • a. De werknemer verwerft per vakantiejaar recht op een vakantieperiode van 22 werkdagen met behoud van salaris.

    • b. De werknemer die slechts een deel van het vakantiejaar in dienst van de werkgever is (geweest), heeft recht op een evenredig deel van de in dit lid genoemde vakantie, met inachtneming van het bepaalde in lid 3.

  • 3. Aaneengesloten vakantie

    • a. Van de in lid 2 sub a genoemde vakantie zullen als regel minimaal drie kalenderweken aaneengesloten worden verleend.

    • b. Het tijdstip van de aaneengesloten vakantie wordt door de werkgever vastgesteld na overleg met de werknemer.

  • 4. Het niet-verwerven van vakantierechten gedurende onderbreking der werkzaamheden

    • a. De werknemer verwerft geen vakantierechten over de periode waarin hij wegens het niet-verrichten van zijn werkzaamheden geen aanspraak op in geld vastgesteld salaris heeft.

    • b. Het sub a bepaalde is niet van toepassing indien de werknemer zijn werkzaamheden niet heeft verricht wegens:

      • ziekte of ongeval, tenzij veroorzaakt door opzet van de werknemer;

      • het genieten van verlof gebaseerd op in een vorige dienstbetrekking verworven doch niet opgenomen verlof.

    • In deze gevallen worden nog vakantierechten verworven over de eerste 121 maanden waarin geen arbeid wordt verricht, waarbij de duur der onderbreking uit de respectieve oorzaken tezamen geteld wordt.

    • c. Indien een onderbreking der werkzaamheden, als hierboven bedoeld in lid 4, sub b, in meer dan één vakantiejaar valt, wordt het in een vorig jaar vallend deel der onderbreking bij de berekening van de periode van afwezigheid mee in aanmerking genomen.

    • d. De verworven vakantierechten in de onder lid 4 sub b van dit artikel genoemde gevallen vervallen indien de dienstbetrekking door de werknemer, wordt beëindigd alvorens de arbeid is hervat.

Artikel 14 Ziektekostenverzekering

De werkgever is verplicht maximaal 50% van de premie bestemd voor een door de werknemer af te sluiten ziektekostenverzekering (voor de werknemer en zijn gezin) aan de werknemer te restitueren. Bedoelde restitutie zal nimmer hoger zijn dan het verschuldigde bedrag dat krachtens de Ziekenfondswet verschuldigd zou zijn. Voorwaarde van de restitutie is dat het voorzieningenpakket van de vrijwillige verzekering tenminste gelijk is aan dat van het Ziekenfonds.

Artikel 15 Arbeidsongeschiktheid

Werkgever en werknemer zijn verplicht in de individuele arbeidsovereenkomst een bovenwettelijke regeling te treffen voor een aanvulling van het in artikel 1 lid 6 genoemde maand-inkomen in geval van arbeidsongeschiktheid.

Artikel 16 Uitkering bij overlijden

  • 1. Indien de werknemer overlijdt, zal aan zijn nagelaten betrekkingen een overlijdensuitkering worden verstrekt, gebaseerd op het gemiddelde bruto maandinkomen van de laatste vier maanden, berekend over het resterend deel van de kalendermaand van overlijden plus de twee daaropvolgende maanden. Op dit bedrag wordt door de werkgever in mindering gebracht hetgeen de nagelaten betrekkingen terzake van het overlijden van de werknemer toekomt ingevolge WAO.

  • 2. Onder nagelaten betrekkingen1 wordt verstaan:

    • A. de echtgenote van de werknemer van wie hij niet duurzaam gescheiden leefde;

    • B. indien deze niet meer in leven is of de echtgenoten duurzaam gescheiden leefden: de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen, dan wel pleeg- en stiefkinderen.

  • 3. Geen uitkering is verschuldigd, indien door het toedoen van de werknemer geen aanspraak bestond op een uitkering krachtens de WAO.

N.B. Voor echtgenote wordt ook gelezen: degene die met de werknemer duurzaam samenwoont.

Artikel 17 Vakopleiding en maatschappelijke begeleiding

Werkgevers, werknemers en hun organisaties zullen in de eerste plaats de voetbalopleiding bevorderen van degenen, die als trainer/coach werkzaam zijn.

Artikel 18 Benodigde kleding

De werkgever zal zorgdragen voor de benodigde sportkleding en sportschoenen.

Artikel 19 Reiskosten

  • 1. De werknemer heeft – binnen de grenzen van redelijkheid – recht op vergoeding van reis- en verblijfskosten, die voortvloeien uit het verrichten van zijn werkzaamheden, zulks met een maximum van het op basis van fiscale wetgeving toegestane.

  • 2. De werknemer heeft recht, tenzij hij het gebruik heeft van een door werkgever beschikbaar gestelde auto, op een vergoeding van de kosten voor het woon-werkverkeer overeenkomend met de voor hem geldende forfataire regeling. Een vergoeding zal niet aan de orde zijn indien en voorzover deze gezien de reisafstand zou leiden tot inhouding van loonbelasting en premies sociale wetten door de werkgever.

Artikel 20 Verhuiskosten

  • 1. Indien de werknemer voor het aanvaarden van een dienstbetrekking op verzoek van zijn werkgever verhuist, zal hem een vergoeding voor verhuiskosten worden toegekend, gelijk aan de werkelijk transportkosten verhoogd met een bedrag van f 825,– per kamer met een maximum van f 4.125,– voor inrichtingskosten.

  • 2. Onder kamer als bedoeld in lid 1, is te verstaan: woonkamer(s), keuken en slaapkamer(s).

Artikel 21 Fusie, reorganisatie, opheffing

In het kader van de verplichtingen die voortvloeien uit de SER-fusiegedragsregels zal de werkgever die overweegt:

  • - een fusie aan te gaan,

  • - een ingrijpende reorganisatie door te voeren,

  • - tot een opheffing van de bvo te besluiten

zo spoedig mogelijk als de noodzakelijke geheimhouding dit mogelijk maakt, de CBV en de betrokken werknemers inlichten omtrent de overwogen maatregelen. Aansluitend hierop zal de werkgever de maatregelen en de eventueel daaruit voor de betrokken werknemers voortvloeiende sociale gevolgen bespreken met de CBV.

Artikel 22 Overgangsbepalingen

  • 1. Werkgevers en werknemers hebben het recht van deze CAO ten gunste van de werknemers afwijkende bepalingen overeen te komen.

  • 2. Voorzover tussen de werkgevers en werknemers arbeidsvoorwaarden zijn of worden overeengekomen, die in gunstige zin voor de werknemers afwijken van de bepalingen vermeld in deze CAO, zijn die arbeidsvoorwaarden onverminderd van kracht.

II. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Staatscourant.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Staatscourant.

's-Gravenhage, 22 oktober 1998

C. J. Meerhof.


XNoot
1

Toelichting van CAO-partijen: FBO en CBV zijn van mening dat bij een tussentijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen een club en een trainer/coach, alvorens een nieuwe trainer/coach wordt aangetrokken overeenstemming dient te zijn bereikt over de afhandeling van het contract met de voormalige trainer/coach. De erecode van de Coaches Betaald Voetbal maakt dan ook onderdeel uit van de toelichting op artikel 6 van deze CAO, en treft u dientengevolge onderstaand aan.

Erecode coaches betaald voetbal

Een gevraagde coach moet op de eerste plaats zijn ontslagen dan wel op non-actief gezette collega informeren dat hij in onderhandeling is. De coach kan pas tot ondertekening van het contract en het aanvangen van zijn werkzaamheden overgaan nadat alle zaken met de betreffende collega zijn afgewikkeld.

XNoot
1

Voor echtgenote wordt ook gelezen degene met wie de werknemer duurzaam samenwoont.

XNoot
1

Ingevolge artikel 645 BW is een afwijking van art. 635 lid 3 BW ten nadele van de werknemer nietig.

XNoot
1

Artikel 674 BW blijft onverkort van toepassing.

Naar boven