Benoeming leden van de Begeleidingscommissie van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem

30 september 1998

nr. GVM/Vz/985230

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

1. te benoemen tot voorzitter, tevens lid van de Begeleidingscommissie van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem:

drs. B.H. Graatsma, Hoofd Apotheek Haagse Ziekenhuizen;

2. te benoemen tot leden van de Begeleidingscommissie van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem:

dr. M. de Kort, beleidsmedewerker Directie Geestelijke Gezondheidszorg, Verslavingszorg en Maatschappelijke Opvang, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

drs. B.F.M. Kuijf, directeur Gelders Centrum voor Verslavingszorg;

dr. B. Stricker, afdeling Epidemiologie en Biostatistiek, Medische Faculteit Erasmus Universiteit Rotterdam;

drs. K. in ’t Veld, directeur NOVADIC;

prof. dr. F.A. de Wolff, hoogleraar klinische en forensische toxicologie, Afdeling klinische chemie, farmacie en toxicologie, Leids Universitair Medisch Centrum, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam, met als vervanger dr. E.J.M. Pennings, Afdeling klinische chemie, farmacie en toxicologie, Leids Universitair Medisch Centrum;

dr. G.F. van de Wijngaart, directeur Centrum voor Verslavingsonderzoek, Rijksuniversiteit Utrecht;

3. te benoemen tot waarnemer van de Begeleidingscommissie van het Drugs Informatie en Monitoring Systeem:

dr. R.J.J.Ch. Lousberg, senior inspecteur van de Inspectie voor de Gezondheidszorg;

drs. A.F.W. Kok, inspecteur voor de Verslavingszorg van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Toelichting

In de nota Het Nederlandse Drugbeleid, continuïteit en verandering (Kamerstukken II,1994-1995, 24 077, nrs 2-3) en in de daarop verschenen voortgangsrapportages is het belang van monitoring en een daarop gebaseerd preventiebeleid benadrukt.

Het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS) van het Trimbos-instituut heeft tot taak de aanbodzijde van de drugsmarkt te monitoren en indien gewenst preventie-activiteiten te ontwikkelen. Deze preventie-activiteiten kunnen zowel individuele preventie als collectieve preventie in de vorm van waarschuwingscampagnes omvatten.

In 1992 is het DIMS als kleinschalig experiment van start gegaan. Inmiddels is, mede als gevolg van de ontwikkelingen op de drugsmarkt, het DIMS sterk uitgebreid. Deze uitbreiding heeft een reorganisatie van het DIMS noodzakelijk gemaakt.

In het kader van die reorganisatie van DIMS is de noodzaak ingezien van een begeleidingscommissie die enerzijds voldoende afstand kan nemen van de dagelijkse gang van zaken bij DIMS en anderzijds deskundig genoeg is om de voortgang en kwaliteit van het DIMS te toetsen en te bewaken. De begeleidingscommissie moet tevens voldoende draagvlak hebben bij de DIMS-deelnemers.

De begeleidingscommissie werkt primair vanuit het perspectief van de volksgezondheid. De begeleidingscommissie onderzoekt op welke wijze DIMS als monitor ten behoeve van het bevorderen van de volksgezondheid kan functioneren.

De begeleidingscommissie evalueert de doelstellingen van het DIMS en adviseert op basis daarvan over het tot stand komen van een inhoudelijke projectbeschrijving en over de toetsing en bewaking van de voortgang en de kwaliteit van het DIMS.

De Begeleidingscommissie heeft een open oog voor de preventieve aspecten van DIMS en streeft naar een optimale afstemming tussen de monitoring- en preventietaken. Jaarlijks zal de begeleidingscommissie verslag uitbrengen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De begeleidingscommissie is zodanig samengesteld dat de verschillende deskundigen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van deze complexe taakopdracht er in zijn vertegenwoordigd. Adviseurs kunnen door de begeleidingscommissie worden benoemd. Het secretariaat wordt verzorgd door het Trimbos-instituut.

De Minister van Volksgezondheid,

Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Naar boven