Regeling voortzetting leefvervoersvoorzieningen buitenland AAW

21 augustus 1998

nr.SV/WV/98/16107b

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 75, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet REA;

Besluit:

Artikel 1

Wanneer voor de voortzetting van een voorziening die is verstrekt op grond van artikel 57, tweede lid, onderdeel c, van de Algemene Arbeidsongeschikt-heidswet, een nieuw besluit van het Landelijk instituut sociale verzekeringen noodzakelijk is, blijft genoemd artikel van toepassing.

Artikel 2

Deze regeling wordt aangehaald als ’Regeling voortzetting leefvervoersvoorzieningen buitenland AAW’.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 1998.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


‘s-Gravenhage, 21 augustus 1998.
De Staatssecretaris voornoemd,
J.F. Hoogervorst.

Toelichting

Deze regeling voorziet er in dat degenen die in het buitenland wonen en vóór inwerkingtreding van de Wet op de (re)integratie een aanvraag hebben ingediend of in aanmerking zijn gebracht voor een vervoersvoorziening voor de leefsituatie op grond van artikel 57, tweede lid, onder c, in de situatie dat er voor de continuering van de voorziening een nieuwe beslissing door het Landelijk instituut sociale verzekeringen dient te worden genomen, op grond van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) in aanmerking kunnen blijven komen voor deze voorziening. Hiermee worden ten tijde van de AAW opgebouwde rechten gewaarborgd en kunnen met betrekking daartoe geen verschillen ontstaan tussen belanghebbenden.

Zonder deze bepaling zou dit verschil eventueel wel kunnen ontstaan. Personen met een voor onbepaalde tijd verstrekte voorziening zouden mogelijk langer gebruik kunnen maken van de aan hen verstrekte vervoersvoorziening dan degenen ten aanzien van wie met betrekking tot de verstrekking van de vervoersvoorziening door het Lisv een nieuwe beslissing dient te worden genomen, terwijl zij voor het overige in gelijke omstandigheden verkeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst.

Naar boven