Besluit tot instelling Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet

4 augustus 1998

NMa/98052179.b78

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit,

Gelet op artikel 92, eerste lid, van de Mededingingswet;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

commissie: de Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet genoemd in artikel 2 van dit besluit;

directeur-generaal: de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit;

wet: de Mededingingswet (Stb. 1997, 242).

Artikel 2

Er is een Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3

De commissie bestaat uit tenminste zes leden.

De directeur-generaal benoemt en ontslaat de leden.

De directeur-generaal wijst van de benoemde leden één als voorzitter en ten minste één als plaatsvervangend voorzitter aan.

De leden worden benoemd voor perioden van telkens ten hoogste vijf jaar.

Artikel 4

De commissie wordt bijgestaan door een secretaris.

De secretaris wordt nader aangewezen door de directeur-generaal.

Artikel 5

De commissie heeft tot taak de directeur-generaal te adviseren over de door hem te nemen beslissingen op haar door de directeur-generaal voorgelegde bezwaren tegen een beschikking als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de wet.

Artikel 6

De leden van de commissie verschonen zich van de behandeling van zaken waarbij zij in enig opzicht betrokken zijn geweest.

Artikel 7

Aan de behandeling van een zaak nemen ten minste drie leden van de commissie deel.

De bij de behandeling van een zaak betrokken leden van de commissie stellen het advies van de commissie vast bij meerderheid van stemmen.

Artikel 8

De leden van de commissie hebben volledige toegang tot alle stukken met betrekking tot de hen voorgelegde bezwaren.

Artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

De commissie kan buiten de gevallen geregeld in artikel 7:8 van de Algemene wet bestuursrecht, getuigen en deskundigen horen. De kosten die dit met zich brengt komen voor rekening van de Nederlandse mededingingsautoriteit.

Artikel 10

De commissie beslist over toepassing van artikel 7:6, tweede en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 11

De commissie zendt de belanghebbenden die aanwezig zijn geweest op de hoorzitting, een afschrift van het verslag van deze hoorzitting.

Voor het overige regelt de commissie haar eigen werkzaamheden.

Artikel 12

De commissie brengt haar advies uit binnen acht weken na ontvangst van het bezwaarschrift door de directeur-generaal, of, in geval de directeur-generaal met toepassing van artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht de beslissing vier weken heeft verdaagd, binnen twaalf weken na ontvangst van het bezwaarschrift door de directeur-generaal.

Indien de directeur-generaal met toepassing van artikel 7:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht de beslistermijn heeft opgeschort, worden de in het eerste lid genoemde adviestermijnen verlengd met de periode die nodig is voor het herstel van het verzuim.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot instelling Adviescommissie bezwaarschriften Mededingingswet.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 4 augustus 1998.
De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit,
A.W. Kist.

Naar boven