Verklaring vakbekwaamheid buitenlands gediplomeerden volksgezondheid

Circulaire

Circulaire aan:

Instellingen in de gezondheidszorg

Beroepsorganisaties

§ 1. Inleiding

Op 1 december 1995 is artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) voor het beroep van verpleegkundige in werking getreden. Op die datum is het wettelijk register van verpleegkundigen ingesteld en operationeel geworden.

Op 1 december 1997 is artikel 3 van de Wet BIG ook in werking getreden voor de beroepen van arts, tandarts, apotheker, fysiotherapeut en verloskundige. Vanaf die datum zijn de voor die beroepen wettelijk ingestelde registers operationeel.

Op 1 april 1998 is artikel 3 van de Wet BIG ook gaan gelden voor de beroepen van psychotherapeut en van gezondheidszorgpsycholoog. Ook voor deze beroepsbeoefenaren zijn wettelijke registers ingesteld.

Voor inschrijving in een van de registers komen niet alleen houders van een Nederlands diploma in aanmerking, maar ook houders van een buitenlands diploma. Buitenslands gediplomeerden die een diploma of getuigschrift bezitten dat wordt genoemd in de krachtens artikel 41, eerste lid, onder a, van de Wet BIG vastgestelde Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg (zie bijlage), hebben dezelfde rechten op inschrijving in een krachtens artikel 3 van de Wet BIG ingesteld register als de bezitters van het desbetreffende Nederlandse diploma. Echter indien het om een diploma gaat dat is behaald in een land dat deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte (EER) en op bovengenoemde regeling voorkomt, geldt tevens als voorwaarde dat de houder ervan in het bezit is van de nationaliteit van een land dat deel uitmaakt van de EER. Buitenslands gediplomeerden die een beroep kunnen doen op de Regeling categoriale aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg kunnen rechtstreeks een verzoek om inschrijving indienen bij het BIG-register, postbus 5850, 2280 HW te Rijswijk.

Buitenslands gediplomeerden die niet in het bezit zijn van een in de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg genoemd diploma of wel zo’n diploma bezitten maar niet de nationaliteit van een EER-land, kunnen, indien zij in aanmerking wensen te komen voor inschrijving in een register, een verklaring als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder b, van de Wet BIG (vakbekwaamheidsverklaring) bij de minister (Bureau Buitenlandse Diplomahouders) aanvragen.

Op 1 december 1997 is de Wet BIG ook in werking getreden voor de in artikel 34 van deze Wet vermelde beroepen van apothekersassistent, diëtist, ergotherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut, orthoptist, podotherapeut, radiotherapeutisch laborant, radiodiagnostisch laborant en tandprotheticus. De beoefenaren van deze beroepen kunnen bij de minister een vakbekwaamheidsverklaring aanvragen als bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Wet BIG.

In tegenstelling tot de ’artikel-3-beroepen’ kennen de ’artikel-34-beroepen’ geen wettelijke registratie. Dat betekent dat een positief besluit van de minister op een verzoek van een ’artikel-34-beroepsbeoefenaar’ omtrent een vakbekwaamheidsverklaring, alleen tot gevolg heeft dat betrokkene de desbetreffende opleidingstitel mag voeren.

De inschrijving in het BIG register respectievelijk het mogen voeren van een opleidingstitel geven op zichzelf niet het recht op beroepsuitoefening in Nederland. Daarvoor dient de buitenslands gediplomeerde een door de Minister van Justitie toegekende verblijfsstatus te hebben die hem/haar toestaat arbeid te verrichten alsmede voor beroepsbeoefenaren die geen onderdaan zijn van een EER-land, een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verleende tewerkstellingsvergunning.

Van belang is nog te weten dat voor een verantwoorde beroepsuitoefening het beheersen van de Nederlandse taal essentieel is. De toekomstige werkgever, respectievelijk supervisor alsmede de zorgverzekeraar kunnen ter zake eisen stellen. Vandaar dat buitenslands gediplomeerden die de Nederlandse taal nog niet in voldoende mate beheersen, er verstandig aan doen om reeds gedurende de behandeling van hun verzoek om een vakbekwaamheidsverklaring de Nederlandse taal te gaan leren.

De onderhavige circulaire strekt ertoe bekend te maken wat het beleid is met betrekking tot de behandeling van verzoeken om een vakbekwaamheidsverklaring.

Deze circulaire vervangt die van 20 augustus 1993 over de toelating buitenlandse diplomahouders, die op 15 april 1997 is verlengd, alsmede de circulaire van november 1995 inzake de verklaring omtrent de vakbekwaamheid van buitenslands gediplomeerde verpleegkundigen. Deze circulaire gaat in op 15 juli 1998 en heeft een geldigheidsduur van 4 jaar.

Deze circulaire zal in de Staatscourant worden gepubliceerd.

§ 2. Hoofdlijnen van de behandeling

De buitenslands gediplomeerde die niet een beroep kan doen op de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg, kan bij het Bureau Buitenlandse Diplomahouders van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Postbus 5406, 2280 HK Rijswijk, een formulier aanvragen voor het verkrijgen van een verklaring inhoudende dat:

a. indien het een ’artikel-3 beroepsbeoefenaar’ betreft, tegen zijn/haar inschrijving in het desbetreffende register, voor wat betreft zijn/haar vakbekwaamheid geen bedenkingen bestaan;

b. indien het een ’artikel-34 beroepsbeoefenaar’ betreft, zijn/haar vakbekwaamheid gelijkwaardig kan worden geacht aan die van de desbetreffende in Nederland afgestudeerde beroepsbeoefenaar.

De onder a of b bedoelde verklaring wordt hierna aangeduid als: verklaring omtrent de vakbekwaamheid.

Bij het insturen van het aanvraagformulier dient een aantal documenten te worden meegezonden (zie §8). De minister neemt een aanvraag pas in behandeling als een dusdanig compleet dossier voorligt dat behandeling van het verzoek mogelijk is. Vanaf dat moment dient gerekend te worden op een behandelingsduur conform de termijnen, vermeld in de Algemene wet bestuursrecht. Is het niet mogelijk om bepaalde documenten of gegevens in te sturen, dan dient de aanvrager de minister daarvan schriftelijk en met redenen omkleed op de hoogte te stellen.

De minister onderzoekt of de vakbekwaamheid van de aanvrager, gezien zijn/haar diploma respectievelijk getuigschrift, zijn/haar eventuele specialisatie en zijn/haar eventuele beroepservaring, gelijkwaardig kan worden geacht aan de vakbekwaamheid van de in Nederland gediplomeerde beoefenaar van het overeenkomstige beroep. De minister deelt het resultaat van zijn onderzoek bij beschikking aan de aanvrager mede. Het gaat hier om een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Indien de minister meent dat de vakbekwaamheid gelijkwaardig is, geeft hij een dienovereenkomende verklaring omtrent de vakbekwaamheid af; daarmee kan de betrokkene in aanmerking komen voor ongeclausuleerde inschrijving in het BIG-register respectievelijk voor het voeren van de opleidingstitel.

Indien de minister meent dat de vakbekwaamheid niet gelijkwaardig is, wordt een verzoek om een verklaring van vakbekwaamheid afgewezen en komt de buitenslands gediplomeerde dus niet in aanmerking voor inschrijving in het BIG-register respectievelijk mag hij/zij niet de opleidingstitel dragen. Betrokkene wordt in principe geadviseerd contact op te nemen met een opleidingsinstelling teneinde langs die weg het benodigde diploma te behalen.

Alleen voor de beoefenaren van een ’artikel-3 beroep’ is er tenslotte nog de mogelijkheid dat de minister een verklaring omtrent de vakbekwaamheid afgeeft waarin beperkingen zijn opgenomen, namelijk in het geval dat de vakbekwaamheid nagenoeg gelijkwaardig is. Het gaat om beperkingen die het belang van de volksgezondheid dienen. Deze kunnen betrekking hebben op, onder andere, de arbeidsduur, de plaats waar en de groepen personen ten aanzien van wie het beroep onder supervisie mag worden uitgeoefend, dan wel op de duur waarvoor de inschrijving geldt.

Personen die op grond van het bezit van een vakbekwaamheidsverklaring als hier bedoeld in het register worden ingeschreven, mogen hun beroep alleen uitoefenen met inachtneming van de in de verklaring omschreven beperkingen; hij/zij komt alleen voor geclausuleerde inschrijving in aanmerking.

Zolang de buitenslands gediplomeerde niet in het BIG-register is ingeschreven mag hij/zij niet de betrokken beroepstitel voeren en is hij/zij niet gerechtigd de desbetreffende in artikel 36 van de Wet BIG genoemde voorbehouden handelingen te verrichten die bij het beroep behoren.

De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de minister. Een kopie van een positieve beslissing gaat naar het BIG-register, opdat dit register een aanvraagformulier tot inschrijving in het betreffende BIG-register kan toezenden aan de beroepsbeoefenaar.

§ 3. Adviescommissie

Ten aanzien van het al of niet afgeven van een verklaring omtrent de vakbekwaamheid, kan de minister zich laten adviseren door de Commissie buitenslands gediplomeerden volksgezondheid. Samenstelling, taak en werkwijze van deze commissie zijn geregeld in het Besluit buitenslands gediplomeerden volksgezondheid (Stb. 1996, 69).

De commissie baseert haar advies primair op aan haar overgelegde documenten en desgewenst op de diplomawaardering door de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het Hoger Onderwijs (NUFFIC) of van de Vereniging Landelijke Organen Beroepsonderwijs (COLO) over de door de aanvrager genoten opleiding. De commissie zal, indien nodig, referenties over hem/haar inwinnen en/of hem/haar uitnodigen voor een gesprek.

De commissie beoordeelt de vakbekwaamheid op basis van het getuigschrift van de buitenslands gediplomeerde, zo nodig mede in het licht van opgedane werkervaring en eventuele medische specialisatie, of in het licht van een eventuele kennis- en/of vaardighedentoets. De buitenslands gediplomeerde kan worden uitgenodigd deze toets af te leggen indien de overgelegde stukken voor de beoordeling inzake niet gelijkwaardigheid danwel nagenoeg gelijkwaardigheid onvoldoende aanknopingspunten geven. De kosten voor het deelnemen aan een toets, waartoe de betrokkene overigens niet verplicht kan worden, zijn voor rekening van de aanvrager.

§ 4. Geclausuleerde inschrijving in algemene zin

Indien de minister een verklaring van vakbekwaamheid onder beperkingen heeft afgegeven en betrokkene zich heeft aangemeld bij het BIG register, wordt bij zijn/haar inschrijving vermeld dat het hier om een geclausuleerde inschrijving gaat. Ook wordt de duur van de geclausuleerde inschrijving vermeld en wordt de inhoud van de desbetreffende clausule(s) volledig omschreven.

De periode van geclausuleerde inschrijving zal maximaal 2 jaar duren, en kan dienen als voorbereiding op een ongeclausuleerde inschrijving. De buitenslands gediplomeerde krijgt in de periode van geclausuleerde inschrijving de gelegenheid te komen tot het niveau van de Nederlandse beroepsbeoefenaar en kan zich vertrouwd maken met het Nederlandse zorgstelsel.

Ingeval de clausulering betrekking heeft op supervisie, is het aan de buitenslands gediplomeerde om aan de minister een supervisor voor te dragen en met de supervisor een supervisie-overeenkomst af te sluiten en een werkprogramma op te stellen. Zodra de minister met de supervisie-overeenkomst akkoord is gegaan, kan betrokkene in het BIG-register worden ingeschreven, waarna de supervisie kan beginnen. De supervisie-overeenkomst wordt ingestuurd naar het Bureau Buitenlandse Diplomahouders.

De supervisor heeft met de geclausuleerd ingeschrevene regelmatig een voortgangsgesprek, stelt van diens werkzaamheden per kwartaal of ieder half jaar een tussentijdse beoordeling op en maakt aan het eind van de supervisieperiode een eindrapport op. Formulieren hiervoor zijn verkrijgbaar bij eerdergenoemd Bureau Buitenlandse Diplomahouders. De supervisor stuurt het eindrapport, inclusief de tussentijdse beoordelingen, aan de minister.

Indien de supervisieperiode dan wel de periode van inschrijving onder andere clausules dan supervisie positief is verlopen, wordt de clausulering in het register geschrapt. De betrokkene krijgt daarvan schriftelijk mededeling van het BIG-register.

§ 5. Geclausuleerde inschrijving in het belang van het land van herkomst

Naast verzoeken voor geclausuleerde inschrijving in het BIG register die kunnen dienen als voorbereiding op ongeclausuleerde inschrijving, bestaat er nog een andere mogelijkheid van geclausuleerde inschrijving. Deze geclausuleerde inschrijving is uitsluitend bedoeld om specifieke deskundigheid op te doen in het volksgezondheidsbelang van het land van herkomst. Een uit zo’n verzoek voortvloeiende geclausuleerde inschrijving zal nooit kunnen leiden tot een ongeclausuleerde inschrijving. Het gaat om een persoon die in Nederland onder strikte supervisie mag werken voor een beperkte periode van enkele maanden tot maximaal één jaar. Een verlenging van deze periode is niet mogelijk. Het opdoen van specifieke deskundigheid vindt plaats op grond van een internationale samenwerkingsovereenkomst tussen Nederland en een ander land of op grond van samenwerkingsafspraken tussen (academische) ziekenhuizen of tussen andere instituten in Nederland en andere landen. De betrokkene doet deskundigheid op een specifiek deelterrein van het desbetreffende beroep op. Het gaat hierbij meestal om buiten de EER gediplomeerde artsen, tandartsen of apothekers.

Dit type aanvragen werd in de circulaire van 20 augustus 1993 aangeduid als ’speciaal regime’. Het is gewenst dat de minister dit type aanvragen, teneinde een vakbekwaamheidsverklaring te kunnen afgeven, op een snelle manier kan afhandelen. Dit kan alleen wanneer de aanvraag aan de onderstaande voorwaarden voldoet.

1. De supervisor en de werkgever van betrokkene in Nederland dienen gezamenlijk de aanvraag in, waarbij zij aangeven op grond van welke door wederzijdse overheden goedgekeurde samenwerkingsovereenkomst de aanvraag is gestoeld. Deze overeenkomst is inhoudelijk uitvoerig onderbouwd in het kader van het opdoen van specifieke deskundigheid. Ook is aangegeven voor welke duur de persoon onder supervisie in Nederland komt werken en voor hoeveel personen deze overeenkomst geldt.

2. Er moet een verklaring worden overgelegd van de autoriteit van het land van herkomst dat deze aanvraag voor het opdoen van specifieke deskundigheid wordt gedaan in het belang van dat land.

3. De persoon op wie de aanvraag betrekking heeft, tekent vooraf een terugkeer- verklaring.

4. De aanvragers geven aan om welke specifieke deskundigheid het gaat en bij welke gezondheidszorginstelling en welk onderdeel daarvan betrokkene gaat werken. Het moet gaan om het opdoen van werkervaring die onderdeel uitmaakt van een specifieke vervolgstudie, of voor het opdoen van een specifieke deskundigheid.

5. De aanvragers geven een verklaring af, waarin zij aangeven dat de gesuperviseerde niet zal werken buiten het aangegeven specifieke werkterrein.

6. De aanvragers regelen de verzekering voor de beroepsaansprakelijkheid en andere verzekeringstechnische zaken voor de gesuperviseerde, evenals de financiering van de supervisie-plaats.

7. De werkgever, de supervisor en de gesuperviseerde zijn zich er van bewust dat aan het toekennen van deze aanvraag geen rechten kunnen worden ontleend. Verlenging van de geclausuleerde inschrijving in het BIG-register is niet mogelijk.

Aanvragen die aan de hierboven genoemde voorwaarden voldoen komen voor een verkorte procedure voor het verkrijgen van een vakbekwaamheidsverklaring voor een deelgebied van het beroep in aanmerking. Is aan een van de hierboven genoemde voorwaarden niet voldaan, dan neemt de minister de aanvraag op grond van de gebruikelijke procedure in behandeling.

§ 6. Geclausuleerde inschrijving op grond van een wezenlijk Nederlands volks-gezondheidsbelang

Een verzoek om een vakbewaamheidsverklaring op grond van een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang zal zowel door de minister als door de Commissie buitenslands gediplomeerden volksgezondheid bij voorrang in behandeling worden genomen. Een dergelijk verzoek moet naast de documenten, vermeld in § 8, voorzien zijn van een verklaring van een gezondheidsinstelling dat er behoefte is aan deze buitenlandse beroepsbeoefenaar, vanwege een wezenlijk Nederlands volksgezondheidsbelang en dat daarin niet kon worden voorzien door een beroepsbeoefenaar uit de EER.

Bewijzen van dit laatste moeten bij de aanvraag worden meegestuurd.

Indien het wezenlijke Nederlandse volksgezondheidsbelang betrekking heeft op een specialisatie, is geclausuleerde inschrijving in het BIG-register pas mogelijk nadat de desbetreffende specialisten registratie commissie een uitspraak heeft gedaan dat de buitenlandse beroepsbeoefenaar in aanmerking kan komen voor een beoordelingsstage binnen het desbetreffende specialisme. Als de beoordelingsstage een gelijkwaardige vakbekwaamheid vaststelt, kan de buitenlandse beroepsbeoefenaar in aanmerking komen voor ongeclausuleerde inschrijving.

§ 7. Geclausuleerde inschrijving vanwege waarneming

Waarneming geldt voor een periode van maximaal 3 maanden. Verlenging daarvan is niet mogelijk.

Een verzoek om een vakbewaamheidsverklaring die door de werkgever bij de minister moet worden ingediend, zal in dat geval bij voorrang in behandeling worden genomen. Een dergelijk verzoek moet naast de documenten, vermeld in § 8, voorzien zijn van een verklaring van de werkgever dat er behoefte is aan waarneming en dat daarin niet vanuit de EER kan worden voorzien. Bewijzen van dit laatste moeten bij de aanvraag worden meegestuurd.

§ 8. Over te leggen documenten

Bij de aanvrage van de verklaring omtrent de vakbekwaamheid moeten door de aanvrager de volgende documenten worden overgelegd:

a. het op het desbetreffende beroep betrekking hebbende aanvraagformulier dat door de betrokkene is ingevuld;

b. een fotokopie van het deel van het paspoort dat de persoonsgegevens bevat;

c. het op het desbetreffende beroep betrekking hebbende getuigschrift/diploma (het origineel dan wel een door een Nederlandse notaris of door de desbetreffende opleidingsinstelling gewaarmerkte kopie, aangetekend toe te zenden);

d. indien in het land van herkomst een register van beoefenaren van het desbetreffende beroep in stand wordt gehouden: een bewijs van inschrijving, niet ouder dan zes maanden, van de aanvrager in dat register;

e. indien van toepassing, een document waaruit blijkt dat de aanvrager nog bevoegd is zijn/haar beroep uit te oefenen in het land van herkomst;

f. het programma van de opleiding tot het desbetreffende beroep, onderverdeeld in theorie- en praktijkvakken, met opgave van de duur van het onderwijs in die vakken, afkomstig van de instelling waarbij de aanvrager het getuigschrift heeft behaald. Nadere uitwerking daarvan vindt plaats in het aanvraagformulier, vermeld onder a; Daar waar één getuigschrift niet overgelegd kan worden (b.v. psychotherapie) zal een apart aanvraagformulier moeten worden ingevuld;

g. cijferlijsten en beoordelingen van studieresultaten, praktijkperioden of stages, en dergelijke, met betrekking tot de aanvrager;

h. bewijsstukken van eventuele beroepservaring.

De documenten, bedoeld onder b, en d tot en met h, zijn gesteld, dan wel door een beëdigd vertaler vertaald, in het Nederlands of Engels of Frans of Duits. De fotokopieën dienen te zijn gewaarmerkt. Dit waarmerken kan geschieden door b.v. een gemeenteambtenaar.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers.

Bijlage

Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg

Regeling tot aanwijzing van buitenlandse getuigschriften van de arts, de tandarts, de apotheker, de fysiotherapeut, de verloskundige en de verpleegkundige, die gelden als bewijs van gelijkwaardige vakbekwaamheid

CSZ/BO-9811114

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op de artikelen 41, eerste lid, onder a, en tweede lid, en 44 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet: de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

b. EER-overeenkomst: de Overeenkomst van Oporto van 2 mei 1992 betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1993, 132);

c. lid-staat: een lid-staat van de Europese Gemeenschap;

d. andere staat: een staat, niet zijnde een lid-staat van de Europese Gemeenschap, die partij is bij de EER-overeenkomst.

Artikel 2

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 18 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de arts mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 1 bij deze regeling worden genoemd, voor zover de getuigschriften zijn behaald na de desbetreffende daarbij vermelde datum.

Artikel 3

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 20 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de tandarts mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 2 bij deze regeling worden genoemd, voor zover de getuigschriften zijn behaald na de desbetreffende daarbij vermelde datum.

Artikel 4

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 22 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de apotheker mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 3 bij deze regeling worden genoemd, voor zover de getuigschriften zijn behaald na de desbetreffende daarbij vermelde datum.

Artikel 5

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 28 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de fysiotherapeut mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 4 bij deze regeling worden genoemd.

Artikel 6

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 30 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de verloskundige mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 5 bij deze regeling worden genoemd, voor zover de getuigschriften zijn behaald na de desbetreffende daarbij vermelde datum.

Artikel 7

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid die geacht kan worden gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid die uit het voldoen aan de krachtens artikel 32 van de wet gestelde opleidingseisen met betrekking tot de verpleegkundige mag worden afgeleid, gelden de getuigschriften die in bijlage 6 bij deze regeling worden genoemd, voor zover de getuigschriften zijn behaald na de desbetreffende daarbij vermelde datum.

Artikel 8

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 6 en 7 gelden voorts de in de bijlagen 1, 2, 3, 5 en 6 genoemde getuigschriften die in een lid-staat of andere staat zijn behaald vóór de desbetreffende in die artikelen bedoelde data, mits vergezeld van een verklaring van de daartoe bevoegde autoriteit van de desbetreffende lid-staat of andere staat waarin wordt bevestigd dat de bezitter van zo’n getuigschrift de werkzaamheden van onderscheidenlijk arts, tandarts, apotheker, verloskundige of verpleegkundige gedurende ten minste drie jaren achtereen tijdens de vijf jaren, voorafgaande aan de afgifte van de verklaring, daadwerkelijk en op wettige wijze heeft uitgeoefend.

Artikel 9

Als bewijs van verworven vakbekwaamheid als bedoeld in de artikelen 2, 3, 4, 6 en 7 geldt tevens een in een lid-staat of andere staat behaald getuigschrift dat betrekking heeft op een titel die niet overeenstemt met de benaming die voor die lid-staat of andere staat voorkomt op bijlage 1, 2, 3, 5 of 6 bij deze regeling, mits vergezeld van een verklaring van de daartoe bevoegde autoriteit van de desbetreffende lid-staat of andere staat waarin wordt bevestigd dat het getuigschrift werd afgegeven na afsluiting van een opleiding die in overeenstemming is met de opleiding die leidt tot het desbetreffende in bijlage 1, 2, 3, 5 of 6 bedoelde getuigschrift en dat het getuigschrift door de lid-staat of andere staat die het heeft afgegeven wordt gelijkgesteld met het getuigschrift waarvan de benaming wel voorkomt op de desbetreffende bijlage.

Artikel 10

De artikelen 2 tot en met 6, 8 en 9 zijn niet van toepassing op personen die in het bezit zijn van een in bijlage 1, 2, 3, 4 of 5 bedoeld getuigschrift, indien zij geen onderdaan zijn van een lid-staat of andere staat.

Artikel 11

De Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s van verpleegkundige wordt ingetrokken.

Artikel 12

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 1997.

Artikel 13

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s gezondheidszorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Toelichting

De onderhavige regeling vervangt materieel de Regeling EER-diploma’s volksgezondheid van 7 december 1993. Laatstgenoemde regeling is gebaseerd op (bepalingen van) wetten die met de inwerkingtreding van een groot deel van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) op 1 december 1997 zijn ingetrokken of vervangen. De nieuwe wettelijke basis voor de onderhavige regeling wordt gevormd door de artikelen 41 en 44 van de Wet BIG. De onderhavige regeling komt voorts in de plaats van de op de door de Wet BIG ingetrokken (bepalingen van) wetten gebaseerde regelingen die de implementatie bevatten van de hieronder genoemde richtlijnen. Bovendien vervangt de onderhavige regeling de op artikel 41 van de Wet BIG gebaseerde Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s verpleegkundige van 21 november 1995.

Voor deze regeling zijn de volgende richtlijnen van belang:

a. Richtlijn 77/452: richtlijn 77/452/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juni 1977 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger (PbEG L 176);

b. richtlijn 78/686: richtlijn 78/686/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van de beoefenaar der tandheelkunde, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG L 233);

c. richtlijn 80/154: richtlijn 80/154/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 januari 1980 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van de verloskundige, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG L 33);

d. richtlijn 85/433: richtlijn 85/433/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 september 1985 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels op het terrein van de farmacie, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging voor bepaalde werkzaamheden op farmaceutisch gebied (PbEG L 253);

e. richtlijn 93/16: richtlijn 93/16/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma’s, certificaten en andere titels (PbEG L 165).

Met betrekking tot richtlijn 93/16 zij opgemerkt dat dit ’slechts’ een codificatierichtlijn is, waarin onder meer richtlijn 75/362/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van de arts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vrije vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG L 165) - hierna richtlijn 75/362 - is verdisconteerd. Die richtlijn is in werking getreden op 16 december 1976.

In de bijlagen 1, 2, 3, 5 en 6 bij de onderhavige regeling worden in de eerste plaats de getuigschriften genoemd die ingevolge de desbetreffende hierboven genoemde richtlijnen van hetzelfde vakbekwaamheidsniveau getuigen tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap onderling. De datum die achter elk getuigschrift is vermeld, is die waarop deze onderlinge gelijkstelling van getuigschriften tussen de lid-staten is ingegaan. Voor de getuigschriften van de arts is dat dus niet de datum waarop richtlijn 93/16 in werking is getreden, maar de datum waarop richtlijn 75/362 in werking is getreden voor de staten die toen lid waren van de Europese Gemeenschap dan wel de datum waarop deze richtlijn voor later toegetreden leden van de Europese Gemeenschap is gaan gelden.

Voor de getuigschriften, behaald in de landen die partij zijn bij de Overeenkomst van Oporto van 2 mei 1992 betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1993, 132) - hierna de EER-overeenkomst genoemd - en die geen lidstaat van de Europese Gemeenschap waren op het tijdstip van inwerkingtreding van die overeenkomst (1 januari 1993), geldt dat de in die landen na die datum behaalde getuigschriften, genoemd in de EER-overeenkomst, gelijkwaardig zijn aan de getuigschriften, bedoeld in de desbetreffende EG-richtlijnen (zie de artikelen 2, 3, 4, 6 en 7).

De van toepassing zijnde richtlijnen kennen, als overgangsregeling, een gelijkstelling qua vakbekwaamheid indien de getuigschriften van een eerdere datum zijn dan de datum waarop de onderlinge gelijkstelling tussen de lid-staten van de Europese Gemeenschap is ingegaan, indien zo’n getuigschrift vergezeld gaat van een verklaring van de daartoe bevoegde nationale autoriteit dat de de bezitter van dat getuigschrift ten minste drie jaar achtereen in de vijf jaren, voorafgaande aan de afgifte van de verklaring, daadwerkelijk en op wettige wijze zijn beroep heeft uitgeoefend. Artikel 8 van de onderhavige regeling voorziet daarin.

Voorts kennen die richtlijnen een overgangsregeling voor getuigschriften die betrekking hebben op een andere opleidingstitel dan die welke in de richtlijnen worden genoemd, maar wel hetzelfde beroep betreffen. Zo’n getuigschrift wordt ook geacht gelijkwaardige vakbekwaamheid te bewijzen indien de daartoe bevoegde nationale autoriteit schriftelijk heeft verklaard dat de opleiding die tot die andere titel heeft geleid, overeenstemt met de opleiding die tot het onderling erkende getuigschrift leidt. Artikel 9 voorziet hierin.

Door de EER-overeenkomst gelden vorenbedoelde overgangsregelingen ook voor getuigschriften als bedoeld in de artikelen 8 en 9, indien deze zijn behaald in staten, niet zijnde lid-staten van de Europese Gemeenschap, die partij zijn bij de EER-overeenkomst.

Er is geen specifieke Europese regelgeving die betrekking heeft op de onderlinge erkenning van Europese diploma’s van fysiotherapeuten. Wel zijn er, ingevolge een in 1984 tussen Nederland en België gemaakte afspraak, twee Belgische diploma’s als gelijkwaardig aangemerkt. Deze diploma’s zijn opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.

De onderhavige regeling is, voor zover het de verpleegkundigen betreft, uitgebreider. Anders dan bij de artsen, de tandartsen, de apothekers, de fysiotherapeuten en de verloskundigen, zijn er in Nederland op het gebied van de verpleegkunde ook getuigschriften als gelijkwaardig aangemerkt die worden uitgereikt in staten die geen partij zijn bij de EER-overeenkomst. Deze getuigschriften waren reeds vervat in de bijlage bij de Regeling aanwijzing buitenlandse diploma’s van verpleegkundige en zijn thans opgenomen in artikel 7 juncto bijlage 6 van de onderhavige regeling.

Artikel 41, tweede lid, van de Wet BIG maakt het mogelijk om de toepasselijkheid van de krachtens het eerste lid, onder a, vast te stellen ministeriële regeling afhankelijk te stellen van de nationaliteit van de bezitter van een in die regeling aangewezen diploma of ander getuigschrift, indien hij geen onderdaan is van een lid-staat van de EG of van een andere staat die partij is bij de EER-overeenkomst. In artikel 10 van de onderhavige regeling is aan artikel 41, tweede lid, uitvoering gegeven.

In de meeste gevallen waarin een onderdaan van een derde land een getuigschrift heeft behaald in een lid-staat van de EG of een andere staat die partij is bij de EER-overeenkomst, vindt dat plaats na een opleidingtraject (voortgezet plus universitair of HBO-onderwijs) dat niet of grotendeels niet in het desbetreffende EER-land is gevolgd. Aan de totale opleiding en vorming van de betrokkene kunnen alsdan facetten ontbreken die voor een goede uitoefening van het beroep van belang zijn. In verband hiermee acht ik het niet wenselijk dat alle onderdanen van derde landen die in het bezit zijn van een binnen de EER behaald getuigschrift, zonder meer voor inschrijving in het desbetreffende BIG-register in aanmerking komen.

De hierbedoelde onderdanen van derde landen kunnen evenwel een verklaring als bedoeld in artikel 41, eerste lid, onder b, van de wet, aanvragen. Indien zij in het bezit zijn van deze zogenoemde vakbekwaamheidsverklaring komen zij voor inschrijving in het BIG-register in aanmerking, waarbij hun totale opleidingstraject bepalend zal zijn voor de vraag of zij onder beperkingen zullen worden ingeschreven.

Artikel 10 is niet van toepassing ten aanzien van bezitters van buitenlandse diploma’s van verpleegkundige, indien dat diploma’s zijn die ingevolge de onderhavige regeling van een vakbekwaamheid getuigen die gelijkwaardig is aan die welke uit het Nederlandse diploma van verpleegkundige kan worden afgeleid. De reden voor deze uitzondering is dat, anders dan met betrekking tot de andere in de onderhavige regeling bedoelde categorieën van beroepsbeoefenaren, tal van buiten de EER behaalde diploma’s van verpleegkundige reeds in het verleden zijn aangemerkt als bewijs van gelijkwaardige vakbekwaamheid. Daarbij speelde de nationaliteit van de betrokkene geen rol. Het zou niet redelijk zijn het nu zo te regelen dat de bezitters van zo’n diploma die de nationaliteit hebben van het land waarin zij dat diploma hebben behaald, zonder meer voor inschrijving in het BIG-register in aanmerking zouden komen, terwijl hun landgenoten die in één van de EER-landen het diploma van verpleegkundige hebben behaald, in beginsel slechts voor inschrijving onder beperkingen in aanmerking zouden komen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers.

Bijlage 1 Artsen

a. België

- ’wettelijk diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde’;

- ’diplôme légal de docteur en médecine’, na 16 december 1976 behaald;

b. Denemarken

’bevis for bestået lægevidenskabelig embedseksamen’, tezamen met het stagecertificaat ’dokumentation for gennemfort praktisk uddannelse’, na 16 december 1976 behaald;

c. Duitsland

- ’Zeugnis über die ärztliche Staatsprüfung’ en het ’Zeugnis über die Vorbereitungszeit als Medizinalassistent’, na 16 december 1976 behaald;

- ’Zeugnis über die ärztliche Staatsprüfung’, tezamen met het stagecertificaat ’Arzt im Praktikum’, na 30 juni 1988 behaald;

d. Finland

- ’todistus lääketieteen lisentiaatin tutkinnosta’;

- ’bevis om medicine licentiat examen’ en een praktijkopleidingscertificaat,

na 31 december 1992 behaald;

e. Frankrijk

- het staatsdiploma ’diplôme d’État de docteur en médecine’;

- ’diplôme d’université de docteur en médecine’, voor zover hiervoor de zelfde opleidingscyclus is vereist als voor het staatsdiploma,

na 16 december 1976 behaald;

f. Griekenland

πτυχιο ιατρικης, behaald na 31 december 1987;

g. Ierland

’primary qualification’, tezamen met een certificaat inzake de praktijkervaring, recht gevend op inschrijving in het register als ’fully registered medical practitioner’, na 16 december 1976 behaald;

h. Italië

’diploma de laurea in medicina e chirurgia’, tezamen met het ’diploma di abilitazione all’esercizio della medicina e chirurgia’, na 16 december 1976 behaald;

i. Luxemburg

’diplôme d’État de docteur en médecine, chirurgie et accouchements’, gefiatteerd door de Minister van Onderwijs, tezamen met het ’certificat de stage’, gefiatteerd door de Minister van Volksgezondheid, na 16 december 1976 behaald;

j. Noorwegen

’bevis for bestått medisinsk embetseksamen’, tezamen met een door de bevoegde autoriteiten op het gebied van de volksgezondheid afgegeven praktijkopleidingscertificaat, na 31 december 1992 behaald;

k. Oostenrijk

’Doktor der gesamten Heilkunde’, tezamen met de ’Bescheinigung über die Absolvierung der Tätigkeit als Arzt im Praktikum’, na 31 december 1992 behaald;

l. Portugal

’carta de curso de licenciatura em medicina’, tezamen met het ’diploma comprovativo da conclus_o do internato geral’, afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het Ministerie van Volksgezondheid, na 31 december 1985 behaald;

m. Spanje

’Título de Licenciado en Medicina y Cirurgía’, afgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen of uitgereikt door de rector magnificus van een universiteit, na 31 december 1985 behaald;

n. Verenigd Koninkrijk

’primary qualification’, tezamen met een certificaat inzake de praktijkervaring, recht gevend op inschrijving in het register als ’fully registered medical practitioner’, na 16 december 1976 behaald;

o. IJsland

’próf í læknisfræõi frá læknadeild Háskóla Islands’, tezamen met een certificaat van praktijkopleiding in een ziekenhuis van ten minste 12 maanden, na 31 december 1992 behaald;

p. Zweden

’läkarexamen’ tezamen met een door de Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn afgegeven praktijkopleidingscertificaat, na 31 december 1992 behaald.

Bijlage 2 Tandartsen

a. België

’wettelijk diploma van licentiaat in de tandheelkunde’ of ’diplôme légal de licencié en science dentaire’, na 25 januari 1979 behaald;

b. Denemarken

’bevis for tandlægeeksamen (kandidateksamen)’, tezamen met een door de Sundhedsstyrelsen afgegeven document waaruit blijkt dat de betrokkene de voorgeschreven tijd als assistent werkzaam is geweest, na 25 januari 1979 behaald;

c. Duitsland

’Zeugnis über die zahnärztliche Staatsprüfung, na 25 januari 1979 behaald;

d. Finland

’todistus hammaslääketieteen lisentiaatin tutkinnosta’ of ’bevis om odontologi licentiat examen’, uitgereikt door een medische faculteit, tezamen met een praktijkopleidingscertificaat, afgegeven door de Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn, na 31 december 1992 behaald;

e. Frankrijk

’diplôme d’État de chirurgien-dentiste’ of ’diplôme d’État de docteur en chirurgie dentaire’, na 25 januari 1979 behaald;

f. Griekenland

, behaald na 31 december 1987;

g. Ierland

diploma van

- ’Bachelor in Dental Science (B.Dent.Sc.)’;

- ’Bachelor of Dental Surgery (BDS)’;

- ’Licentiate in Dental Surgery (LDS)’,

afgegeven door de universiteiten of door het Royal College of Surgeons, na 25 januari 1979 behaald;

h. Italië

’diploma de laurea in odontiatra’, na 25 januari 1979 behaald;

i. Luxemburg

’diplôme d’État de docteur en médecine dentaire’, na 25 januari 1979 behaald;

j. Noorwegen

’bevis for bestätt odontologisk embetseksamen’, na 31 december 1992 behaald;

k. Portugal

’carta de curso de licenciatura em medicina dentária’, na 31 december 1985 behaald;

l. Verenigd Koninkrijk

diploma van

- ’Bachelor of Dental Surgery (BDS of B.Ch.D.)’;

- ’Licentiate in Dental Surgery (LDS)’,

afgegeven door de universiteiten of door de Royal Colleges, na 25 januari 1979 behaald;

m. IJsland

’próf frá tannlæknadeild Háskóla Islands’, 31 december 1992 behaald;

n. Zweden

’tandläkarexamen’, uitgereikt door tandheelkundige opleidingsinstituten, tezamen met een praktijkopleidingscertificaat, afgegeven door de Nationale Raad voor Gezondheid en Welzijn, na 31 december 1992 behaald.

Bijlage 3 Apothekers

a. België

’wettelijk diploma van apoteker’ of ’diplôme légal de pharmacien’, na 1 oktober 1987 behaald;

b. Denemarken

’bevis for bestået farmaceutisk kandidatseksamen’, na 1 oktober 1987 behaald;

c. Duitsland

’Zeugnis über die staatliche Pharmazeutische Prüfung’, na 1 oktober 1987 behaald;

d. Finland

’todistus proviisorin tutkinnosta’ of ’bevis om provisorexamen’, na 31 december 1992 behaald;

e. Frankrijk

het staatsdiploma van ’apotheker’ of staatsdiploma van ’doctor in de farmacie’, na 1 oktober 1987 behaald;

f. Griekenland

(Het na een staatsexamen afgegeven certificaat van bekwaamheid voor het uitoefenen van de werkzaamheden van apotheker), na 1 december 1987 behaald;

g. Ierland

certificaat van ’Registered Pharmaceutical Chemist’, na 1 oktober 1987 behaald;

h. Italië

diploma of certificaat van bevoegdheid tot de uitoefening van het beroep van apotheker, verkregen na het afleggen van een staatsexamen, na 1 oktober 1987 behaald;

i. Luxemburg

staatsdiploma van ’apotheker’, na 1 oktober 1987 behaald;

j. Noorwegen

’bevis for bestått cand.pharm.-eksamen’, na 31 december 1992 behaald;

k. Oostenrijk

’Staatliches Apothekerdiplom’, na 31 december 1992 behaald;

l. Portugal

’Carta de curso de licenciatura em Ciências Farmacêuticas’, na 1 oktober 1987 behaald;

m. Spanje

’Título de licenciado en farmacia’, uitgereikt door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschap of door de universiteiten, na 1 oktober 1987 behaald;

n. Verenigd Koninkrijk

certificaat van ’Registered Pharmaceutical Chemist’, na 1 oktober 1987 behaald;

o. IJsland

’próf frá Háskóla Islands i lyfjafræõi’, na 31 december 1992 behaald;

p. Zweden

’apotekarexamen’, uitgereikt door de Universiteit van Uppsala, na 31 december 1992 behaald.

Bijlage 4 Fysiotherapauten

België

- diploma ’gegradueerde in de kinesitherapie’;

- diploma ’licentiaat in de motorische revalidatie en de kinesitherapie’.

Bijlage 5 Verloskundigen

a. België

’vroedvrouwdiploma’ of ’diplôme d’accoucheuse’, na 23 januari 1983 behaald;

b. Denemarken

het door de Danmarks Jordemoderskole afgegeven ’bevis for bestået jordemodereksamen’, na 23 januari 1983 behaald;

c. Duitsland

’Zeugnis über die staatliche Prüfung für Hebammen und Entbindungspfleger’, na 23 januari 1983 behaald;

d. Finland

‐ diploma ’kätilö’ of ’barnmorska’;

‐ ’erikoissairaanhoitaja, naistentaudit ja äitiyshuolto’ of ’specialsjukskötare, kvinnosjukdomar och mödravård’,

na 31 december 1992 behaald;

e. Frankrijk

diploma van ’sage-femme’, na 23 januari 1983 behaald;

f. Griekenland

‐ het , voor echt verklaard door het Ministerie van Volksgezondheid en Sociale Zaken;

- het ,

na 23 januari 1983 behaald;

g. Ierland

’Certificate in Midwifery’, afgegeven door ’An Bord Altranais’, na 23 januari 1983 behaald;

h. Italië

diploma van ’ostetrica’, na 23 januari 1983 behaald;

i. Luxemburg

diploma van ’sage-femme’, afgegeven door de Minister van Volksgezondheid, na 23 januari 1983 behaald;

j. Noorwegen

diploma van ’bevis for bestått jordmoreksamen’, tezamen met een praktijkopleidingscertificaat, na 31 december 1992 behaald;

k. Oostenrijk

’Hebammen-Diplom’, na 31 december 1992 behaald;

l. Portugal

diploma van ’enfermeiro especialista em enfermagem de saúde materna e obstétrica’, na 31 december 1985 behaald;

m. Spanje

het diploma van

- ’matrona’ of ’asistencia obstétrica (matrona)’;

- ’enfermería obstétrica-ginecológica’, afgegeven door het Ministerio de Educación y Ciencia,

na 31 december 1985 behaald;

n. Verenigd Koninkrijk

een ’Statement of registration as a Midwife’ in deel 10 van het door de ’United Kingdom Central Council for Nursing, Midwifery and Health Visiting’ bijgehouden register, na 23 januari 1983 verkregen;

o. Zweden

diploma van ’barnmorskeexamen’, na 31 december 1992 behaald;

Bijlage 6 Verpleegkundigen

a. Argentinië

het diploma ’Enfermera (Professional)’, na 31 december 1986 behaald;

b. Australië

het diploma van

- ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in het Australian Capitol Territory;

- ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in New South Wales;

- ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in Queensland;

- ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in South Australia;

- ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in Tasmania;

- ’Applied Science in Nursing’, of van ’General Nurse’, na 31 december 1986 behaald in Victoria;

- ’Applied Science in Nursing’, of van ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in Western Australia;

c. België

het brevet van

- ’ziekenhuisverpleger’, respectievelijk ’ziekenhuisverpleegster’, of van ’infirmier hospitalier’, respectievelijk ’infirmière hospitalière’;

het diploma van

- ’gegradueerd ziekenhuisverpleger’, respectievelijk ’gegradueerd ziekenhuisverpleegster’, of van ’infirmier gradué hospitalier’, respectievelijk ’infirmière graduée hospitalière’, na 27 juni 1979 behaald;

- ’gegradueerd sociaal verpleger’, respectievelijk ’gegradueerd sociaal verpleegster’, na 31 december 1986 behaald;

d. Canada

het diploma van

- ’Bachelor of Science in Nursing’;

- ’Graduate Nurse’, na 31 december 1986 behaald in Alberta;

- ’Registered nurse’;

- ’Collegial Studies (in nursing)’, na 31 december 1986 behaald in Ontario;

e. China (Volksrepubliek)

het diploma ’Registered nurse’, na 31 december 1986 behaald in Hong Kong;

f. Curaçao

het diploma ’Verpleegkundige’, na 31 december 1990 behaald;

g. Denemarken

het diploma ’Sygeplejerske’, na 27 juni 1979 behaald;

h. Duitsland

het diploma van de ’staatliche Prüfung in der Krankenpflege’, na 27 juni 1979 behaald;

i. Egypte

het diploma van ’Bachelor of Nursing degree’, na 31 december 1986 behaald;

j. Filipijnen

het diploma van

‐ ’Bachelor of Science in Nursing’;

‐ ’Graduate in Nursing’, na 31 december 1986 behaald op de Filipijnen;

k. Finland

het diploma van

- ’Sairaanhoitara’ of ’sjukskötare’;

- ’terveydenhoitaja’ of ’hälsovårdare’,

na 31 december 1992 behaald;

l. Frankrijk

het ’diplôme d’État d’infirmier’, respectievelijk ’diplôme d’État d’infirmière’, afgegeven door het Ministerie van Volksgezondheid, na 27 juni 1979 behaald;

m. Griekenland

het diploma van

- , gehomologeerd door het Ministerie van Sociale Diensten;

- , afgegeven door het Ministerie van Onderwijs en Godsdienstaangelegenheden, tezamen met het stagecertificaat , afgegeven door het Ministerie van Sociale Diensten, na 31 december 1987 behaald;

n. Ierland

het certificaat van ’Registered General Nurse’, afgegeven door ’An Bord Altranais’, na 27 juni 1979 behaald;

o. India

het diploma ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald;

p. Indonesië

het diploma van

- ’Perawatan Umum’;

- ’(Bakaloreat) Ilmu Perawatan Jurusun Umum’,

na 31 december 1986 behaald;

q. Iran

het diploma van

- ’Paarastari’;

- ’Paarastari Omuni’,

na 31 december 1986 behaald;

r. Israël

het diploma van

- ’Graduate nurse (grade B.A.)’;

- ’Registered nurse’,

na 31 december 1986 behaald;

s. Italië

het ’Diploma di abilitazione professionale per infermiere professionale’, na 27 juni 1979 behaald, afgegeven door van staatswege erkende scholen;

t. Luxemburg

‐ het Staatsdiploma van ’infirmier’;

‐ het Staatsdiploma ’infirmier hospitalier gradué’, afgegeven door de Minister van Volksgezondheid,

na 27 juni 1979 behaald;

u. Maleisië

het diploma ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald in Singapore;

v. Malta

het diploma ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald;

w. Nieuw-Zeeland

het diploma van

‐ ’Comprehensive nurse’;

‐ ’General and Obstetric nurse’,

na 31 december 1986 behaald;

x. Nigeria

het diploma ’General nurse’, na 31 december 1986 behaald;

y. Noorwegen

het ’bevis for bestått sykepleiereksamen’ (diploma Sykepleier), na 31 december 1992 behaald;

z. Oostenrijk

het ’Diplom in der allgemeinen Krankenpflege’ (diploma van Krankenschwester of Krankenpfleger), na 31 december 1992 behaald;

aa. Portugal

het ’Diploma do curso de enfermagem geral’, na 31 december 1985 behaald;

ab. Spanje

het diploma van ’Título de Diplomado universitario en Enfermería’, na 31 december 1985 behaald;

ac. Suriname

het diploma van

- A-ziekenverpleging;

- verpleegkundige,

na 31 december 1986 behaald;

ad. Thailand

het diploma van

- Bachelor of Science in Nursing;

- First-Class practitioner of nursing and midwifery,

na 31 december 1986 behaald;

ae. Verenigde Staten van Noord-Amerika

het diploma van

1. ’Registered nurse’,

- ’Associate of Applied Science in Nursing’,

- ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Alabama;

2. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Arizona;

3. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Connecticut;

4. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Florida;

5. ’Registered (Professional) Nurse’, na 31 december 1986 behaald in Georgia;

6. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Illinois;

7. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in North Carolina;

8. ’Registered Nurse’, na 31 december 1986 behaald in Maryland;

9. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Massachusetts;

10. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Michigan;

11. ’Registered Nurse’, na 31 december 1986 behaald in New Hampshire;

12. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in New Jersey;

13. ’Professional Nurse’, na 31 december 1986 behaald in New Mexico;

14. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in (de staat) New York;

15. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald Ohio;

16.

- ’Bachelor Degree of Science in Nursing’,

- ’Registered Nurse’ (associate in Applied Science),

- ’Professional Nurse’,

na 31 december 1986 behaald in Pennsylvania;

17. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in South Carolina;

18.

- ’Registered Nurse’,

- ’Bachelor of Science in Nursing’,

na 31 december 1986 behaald in Texas;

19. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in Virginia of in West-Virginia;

20. ’Bachelor of Science in Nursing’, na 31 december 1986 behaald in (de staat) Washington;

af. Verenigd Koninkrijk

het diploma van ’General Nurse’, na 27 juni 1979 behaald;

ag. IJsland

het diploma van ’próf i hjúkrunarfrædum’, na 31 december 1992 behaald;

ah. Zuid-Afrika

het diploma van

- ’Baccalaureus in verpleegkunde’;

- ’General Nurse’ of ’algemene verpleging’;

- ’Algemeen-, Psigiatriese-, Gemeenskapsverpleegkundige en vroedvrou’,

na 31 december 1986 behaald;

ai. Zweden

het diploma ’Sjuksköterska’, na 31 december 1992 behaald;

aj. Zwitserland

het diploma van

- ’infirmière diplômée en soins généraux’, of ’infirmier diplômé en soins généraux’,

- ’diplomierte Krankenschwester für allgemeine Krankenpflege’, of ’diplomierter Krankenpfleger für allgemeine Krankenpflege’;

- ’infirmiera diplomata in cure generali’, of ’infirmiere diplomato in cure generali’,

na 31 december 1986 behaald.

Naar boven