Wijziging Warenwetregeling Extractiemiddelen

19 januari 1998

nr. GZB/VVB/9852

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op richtlijn nr. 97/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1997 (PbEG L 331) houdende derde wijziging van Richtlijn 88/344/EEG betreVende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan, alsmede op artikel 6 van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij de Warenwetregeling Extractiemiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In deel I vervalt de aanduiding butyl-acetaat.

2. In deel II wordt de aanduiding Hexaan met bijbehorende gebruiksvoorwaarden en maximale restgehalten in de geëxtraheerde levensmiddelen of bestanddelen vervangen door:

stcrt-1998-13-p11-SC12330-1.gif

3. In deel III vervalt de aanduiding 1-methylpropanol met bijbehorende maximale restgehalten in levensmiddelen, en wordt de volgende stof toegevoegd:

stcrt-1998-13-p11-SC12330-2.gif

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat eet- en drinkwaren die voor 27 april 1999 rechtmatig in het verkeer zijn gebracht of geëtiketteerd, en die voldoen aan de Warenwetregeling Extractiemiddelen zoals die tot de inwerkingtreding van deze regeling luidde, nog verhandeld mogen worden totdat de voorraden zijn uitverkocht.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,Erica Terpstra.

1 Stcrt. 1993, 72, laatstelijk gewijzigd bij regeling van 25 januari 1995, Stcrt. 23.

Toelichting

Deze regeling geeft uitvoering aan richtlijn nr. 97/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 1997 (PbEG L 331) houdende derde wijziging van Richtlijn 88/344/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan.

Het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding (verder: het comité) heeft alle in richtlijn 88/344/EEG (PbEG L 157) genoemde extractiemiddelen aan een nieuw onderzoek onderworpen teneinde de in 1981 vastgestelde tijdelijk aanvaardbare dagelijkse doses (ADI’s) te vervangen door een definitieve beoordeling. Op basis van de van het bedrijfsleven ontvangen informatie heeft het comité voor de meeste extractiemiddelen zijn positieve advies kunnen bevestigen. Voorts bleek dat de maximale restgehalten van de extractiemiddelen in bepaalde levensmiddelen kunnen worden verlaagd (artikel I, punt 2).

Verschillende extractiemiddelen bleken in de praktijk niet meer te worden gebruikt (butylacetaat en 1methylpropanaol), en dienen daarom van de lijst te worden geschrapt (artikel I, punten 1 en 3).

De vooruitgang van de wetenschap leidt tot de ontwikkeling van nieuwe stoVen die aan richtlijn 88/344/EEG kunnen worden toegevoegd. In dit geval heeft het comité een positief advies uitgebracht over het nieuwe extractiemiddel 1,1,1,2-tetrafluorethaan, dat daarom dient te worden toegelaten (artikel I, punt 3). Dit extractiemiddel wordt louter gebruikt voor de extractie van geur- en smaakstoVen. Afgezien van de residuen in levensmiddelen (niet meer dan 0,02 mg/kg) wordt het extractiemiddel volledig teruggewonnen, zodat het gebruik onder die omstandigheden niet van invloed is op de opwarming van de aardatmosfeer.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Erica Terpstra.

Naar boven