Wijziging Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen 1997 (VLG)

19 december 1997

Nr. DGG/G/J-97010663

Directoraat-generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 2 van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Artikel I

Hoofdstuk II van bijlage 2 bij de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoVen 1997 (VLG)1 wordt gewijzigd als volgt:

In artikel 4, tabel 2, wordt bij de Beneluxtunnel de categorieaanduiding ’II’ vervangen door: I.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 19 december 1997. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

1 Stcrt. 1996, 235; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 2 september 1997, Stcrt. 178.

Toelichting

Eén van de doelstellingen voor het wegvervoer van gevaarlijke stoVen is dat dit zo veel mogelijk en onbelemmerd moet kunnen plaatsvinden op het hoofdwegennet. Een beperking op dit punt leidt vaak tot omrijroutes over het onderliggende wegennet. Dit brengt meer risico’s voor de veiligheid met zich mee, leidt tot financiële schade voor het bedrijfsleven en vergroot de belasting van het milieu.

Tunnels zijn essentiële onderdelen van het hoofdwegennet. Thans zijn er categorie I-tunnels en categorie II-tunnels. Omdat tunnels van categorie I beter beschermd zijn tegen ongevallen met gevaarlijke stoVen, en betere voorzieningen hebben voor de hulpverlening, mogen door deze tunnels meer soorten gevaarlijke stoVen (met name meer brandbare en meer toxische stoVen) worden vervoerd dan door categorie-II-tunnels. Aan opwaardering van categorie II tot categorie I wordt bij een aantal tunnels gewerkt door Rijkswaterstaat.

Ook de Beneluxtunnel is een essentieel onderdeel van het hoofdwegennet. Thans voldoet deze tunnel materieel aan de eisen van categorie I. De voorliggende wijziging sluit daarbij aan en zal naar verwachting leiden tot een eYciëntere benutting van het hoofdwegennet.

Met het oog op het voorgaande dient de wijziging zo snel mogelijk in werking te treden. Als datum daarvoor is 1 januari 1998 gekozen wegens de herkenbaarheid voor het betrokken bedrijfsleven, en in aansluiting bij de reeds enige tijd geleden in gang gezette voorbereidingen (wijzigen van de bebording, mededeling aan het bedrijfsleven). De terugwerkende kracht, die slechts een korte periode betreft en voor de justitiabelen begunstigend werkt, is in dit geval aanvaardbaar.

De onderhavige regeling is getoetst aan de mogelijk relevante, voor Nederland geldende notificatieverplichtingen. Daaruit blijkt dat de in deze regeling opgenomen bepalingen niet behoeven te worden genotificeerd bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen of een ander orgaan van een volkenrechtelijke organisatie.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

Naar boven