Regeling positie en functie vertegenwoordiger Nederlandse regering bij regering Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba

Besluit van 24 april 1997, nr. 97.001986

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken van 18 april 1997, nr. 971230, gedaan in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Overwegende, dat het wenselijk is vertegenwoordigers van de Nederlandse regering aan te stellen bij de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Onze minister: de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken;

het kabinet: het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken.

Artikel 2

Er is een Vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba.

De vertegenwoordigers worden bij koninklijk besluit benoemd, geschorst en ontslagen.

De vertegenwoordigers maken deel uit van de organisatie van het kabinet.

Artikel 3

De vertegenwoordigers zijn belast met de volgende taken:

het optreden als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering en de eilandsbesturen van de Nederlandse Antillen, onderscheidenlijk bij de regering van Aruba;

het regelmatig onderhouden van contacten met de onder a genoemde regeringen en eilandsbesturen, alsmede met andere autoriteiten in de Nederlandse Antillen en Aruba;

Onze minister via zijn kabinet op structurele wijze voorzien van informatie over de bestuurlijke, financiële, maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkelingen in de Nederlandse Antillen en Aruba;

het gevraagd en ongevraagd adviseren van Onze minister en zijn kabinet over alles dat betrekking heeft op de relatie tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba;

het voorbereiden en begeleiden van bezoeken van Nederlandse ministers en staatssecretarissen, bestuurders en andere autoriteiten aan de Nederlandse Antillen en Aruba;

het coördineren van het beleid van Nederland in de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba en het bevorderen van de onderlinge afstemming van het beleid tussen Nederland enerzijds en de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba anderzijds, in aanvulling op de coördinerende activiteiten van het kabinet;

het verlenen van bijstand bij de voorbereiding van projectaanvragen van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba, het globaal beoordelen van deze aanvragen, het via zijn kabinet uitbrengen van advies daarover aan Onze minister en het namens hem voeren van correspondentie met de regering en de eilandsbesturen van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk de regering van Aruba over de afwikkeling van projectaanvragen;

het onderhouden van contacten over de uitvoering en de evaluatie van de door Nederland gefinancierde projecten;

het onderhouden van contacten met de vanuit Nederland uitgezonden deskundigen en het adviseren over de personele samenwerking tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba;

het fungeren als eerste aanspreekpunt voor de coördinatie van de contacten over de samenwerkingsrelatie tussen de landen van het Koninkrijk in de Nederlandse Antillen en Aruba;

het geven van voorlichting over het door Onze minister te voeren beleid ten aanzien van de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede over de door Nederland gefinancierde projecten in die landen.

Artikel 4

De vertegenwoordigers staan ieder aan het hoofd van een vertegenwoordiging, waarvan de personeelsformatie en de positie worden geregeld in het organisatiebesluit van het kabinet.

Artikel 5

Er is een Hoofd van de Vestiging van de Vertegenwoordiging van de Nederlandse regering in de Nederlandse Antillen te Sint Maarten voor de gezamenlijke eilandgebieden Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba.

Het hoofd, bedoeld in het eerste lid, wordt na overleg met de Vertegenwoordiger van de Nederlandse regering in de Nederlandse Antillen door Onze minister benoemd, geschorst en ontslagen.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op 1 mei 1997.

Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nederlandse ministers, de Gouverneurs van de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede de Gevolmachtigde Ministers van de Nederlandse Antillen en Aruba.


’s-Gravenhage, 24 april 1997.
Beatrix. De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,
J.J.C. Voorhoeve.

Nota van toelichting

Algemeen

Reeds een groot aantal jaren zijn vertegenwoordigers van Nederland werkzaam in de Nederlandse Antillen en Aruba. Aanvankelijk was de functie van vertegenwoordiger beperkt tot die van vertegenwoordiger van de Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken en het onder hem ressorterende kabinet. Deze vertegenwoordiger was derhalve vrijwel uitsluitend werkzaam op beleidsterreinen die onder verantwoordelijkheid van genoemde minister vielen. In de loop der jaren is echter het takenpakket van de vertegenwoordiger verbreed. Zo heeft deze functie zich ontwikkeld tot vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering en de eilandsbesturen van de Nederlandse Antillen, alsmede bij de regering van Aruba. Er is thans sprake van een soort ambassadeursfunctie. Naast deze algemeen vertegenwoordigende functie is deze functionaris zijn reguliere werkzaamheden als onderdeel van mijn kabinet blijven vervullen. Hierbij kan in het bijzonder worden gedacht aan de taken die voortvloeien uit de samenwerkingsrelatie tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba. Deze werkzaamheden zal de vertegenwoordiger ook in de toekomst blijven verrichten.

Met het onderhavige koninklijk besluit wordt de huidige positie en functie van de vertegenwoordiger formeel vastgelegd. Dit is met name van belang voor zijn functie als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de besturen in de Caribische delen van het Koninkrijk. Uiteraard wordt met laatstgenoemde functie op geen enkele wijze afbreuk gedaan aan de positie van de beide Gouverneurs in de West. De Gouverneur is immers geen vertegenwoordiger van de Nederlandse regering, doch van de Koninkrijksregering. Het taken- en bevoegdhedenpakket van de Gouverneur blijft ongewijzigd.

Artikel 2

In verband met het feit dat de functie van vertegenwoordiger met name inhoudt dat hij de Nederlandse regering vertegenwoordigt bij de regeringen van de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede bij de Antilliaanse eilandsbesturen, is ervoor gekozen deze functionaris bij koninklijk besluit te benoemen, te schorsen en te ontslaan.

In het derde lid is bepaald dat de vertegenwoordigers deel uitmaken van de organisatie van mijn kabinet. Dit betekent dat de vertegenwoordigers en de daaronder ressorterende vertegenwoordigingen ondergeschikt zijn aan de hoofddirecteur van mijn kabinet in Nederland.

Artikel 3

In de onderdelen a en b wordt de algemeen vertegenwoordigende functie van de vertegenwoordiger vastgelegd. Dit houdt overigens niet in dat afzonderlijke Nederlandse bewindspersonen en hun departementen geen eigen relaties kunnen onderhouden met de regeringen, eilandsbesturen en andere autoriteiten in de Nederlandse Antillen en Aruba. De vertegenwoordigers kunnen echter als eerste contact en desverzocht namens hen optreden. Om die functie te kunnen vervullen is het van belang de vertegenwoordigers te informeren over de relaties die bedoelde bewindspersonen en hun departementen onderhouden.

Het bepaalde in de onderdelen c en d dient ervoor te zorgen dat ik mijn coördinerende functie binnen de Nederlandse regering ten aanzien van het door Nederland te voeren beleid ten opzichte van de Nederlandse Antillen en Aruba op een goede wijze kan vervullen.

De algemeen vertegenwoordigende functie houdt onder andere in dat de vertegenwoordigers worden betrokken bij het voorbereiden en begeleiden van bezoeken van Nederlandse autoriteiten aan de West, zoals is omschreven in onderdeel e.

In onderdeel f wordt de coördinerende functie van de vertegenwoordigers omschreven. Zoals hiervoor is aangegeven, vervul ik een coördinerende rol voor wat betreft het beleid dat binnen Nederland door de verschillende departementen ten aanzien van de Caribische rijksdelen wordt gevoerd en de activiteiten die daar ten behoeve van die landen plaatsvinden. Het ligt dan ook voor de hand dat de vertegenwoordigers als onderdeel van mijn kabinet en als representanten van het land Nederland die rol in genoemde rijksdelen vervullen. De vertegenwoordigers dienen ervoor te zorgen dat activiteiten en beleidsmaatregelen van de Nederlandse departementen in de West op elkaar zijn en worden afgestemd en - indien zij dat niet zelf kunnen bewerkstelligen - mijn kabinet in Nederland daarvan op de hoogte te stellen, zodat eventueel daar de coördinerende taak (gedeeltelijk) kan worden overgenomen. Voorts hebben de vertegenwoordigers in het verlengde daarvan een taak in het bevorderen van de onderlinge afstemming van het beleid tussen Nederland en het rijksdeel, waar zij vertegenwoordiger zijn. Zij zijn immers bij uitstek bekend met de lokale politieke en bestuurlijke omstandigheden en kunnen in een vroegtijdig stadium bepaalde beleidsactiviteiten in de betrokken landen signaleren. Het is de taak van de vertegenwoordiger daarover informatie te verschaffen aan mijn kabinet in Nederland, dat vervolgens mede een rol vervult bij het trachten te komen tot een afstemming van het beleid tussen de landen.

De in onderdeel g vermelde taak vloeit voort uit de hulp die onder mijn verantwoordelijkheid vanuit Nederland wordt verstrekt in het kader van de samenwerkingsrelatie tussen de drie landen van het Koninkrijk. De hier bedoelde projectaanvragen hebben zowel betrekking op de financiering van de door de Antilliaanse en Arubaanse overheden bij mij voorgedragen overheidsprojecten als de financiering van technische bijstand in de vorm van het uitzenden van personeel.

Ten aanzien van de onderdelen h, i en j kan worden opgemerkt, dat de vertegenwoordigers reeds geruime tijd in de West voor mij en mijn kabinet als eerste aanspreekpunt fungeren voor wat betreft de samenwerkingsrelatie met Nederland. Hij fungeert als het ware als intermediair tussen de Antilliaanse en Arubaanse instanties enerzijds en mijn kabinet anderzijds. Het zijn van intermediair houdt met name ook in dat de vertegenwoordigers een coördinerende rol vervullen in de contacten tussen bedoelde instanties en mijn kabinet. Zij trachten derhalve te voorkomen dat ik en mijn kabinet worden benaderd door verschillende Antilliaanse en Arubaanse instanties met tegenstrijdige of onderling niet afgestemde verzoeken.

In onderdeel k wordt aangegeven dat de vertegenwoordigers voorlichting geven over het door mij te voeren beleid en de door Nederland gefinancierde projecten. In verband met het feit dat zij deel uitmaken van mijn kabinet doen zij dat in nauw overleg en in aanvulling op de voorlichting die wordt verstrekt vanuit mijn kabinet in Nederland.

Artikel 4

In dit artikel is bepaald dat de vertegenwoordigers de beschikking hebben over een eigen kantoor met een ambtelijk apparaat, dat de naam ’vertegenwoordiging’ draagt. Aangezien de vertegenwoordigingen deel uitmaken van de organisatie van mijn kabinet, worden de personeelsformatie en de organisatorische positie daarvan geregeld in het organisatiebesluit van mijn kabinet.

Artikel 5

Gezien de grote fysieke afstand tussen de Bovenwindse en Benedenwindse eilanden van de Nederlandse Antillen is om praktische redenen gekozen voor twee vestigingen van de vertegenwoordiging in dat land. De hoofdvestiging staat op Curaçao en de nevenvestiging op Sint Maarten. Voor laatstgenoemde vestiging wordt een hoofd benoemd, die ondergeschikt is aan de desbetreffende vertegenwoordiger. Het bepaalde in dit artikel komt overeen met de reeds bestaande situatie.

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

J.J.C. Voorhoeve.

Naar boven