Wijziging Regeling inkomen kinderbijslag

27 maart 1997

nr. SV/VP/97/1159

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Gelet op artikel 9, tweede lid, Algemene Kinderbijslagwet

Besluit:

Artikel I

In artikel 1, eerste lid, onderdeel d van de Regeling inkomen kinderbijslag wordt de zinsnede ’een totaal bedrag van f 1650,-’ vervangen door: een totaal bedrag van f 1700,-.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 1997.


’s-Gravenhage, 27 maart 1997.
De Staatssecretaris voornoemd,
F.H.G. de Grave.

Toelichting

Bij de vaststelling van het recht op kinderbijslag voor een kind wordt rekening gehouden met het inkomen van dat kind. Dit inkomen is bepalend voor de mate waarin de ouders het kind onderhouden.

Op grond van artikel 9, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW), is de ’Regeling inkomen kinderbijslag’ van 24 oktober 1995 (Stcrt. 209) getroffen, waarin wordt geregeld wat onder inkomen van het kind wordt verstaan. In artikel 1, onder d, van deze regeling is bepaald, dat netto-inkomen uit arbeid, verricht tijdens de zomervakantie, tot een bepaald bedrag niet als inkomen van het kind in de zin van de AKW moet worden aangemerkt.

Het vrijgestelde bedrag komt overeen met het netto-minimumloon voor een alleenstaande van 23 jaar en ouder over de maand januari van het jaar waarin het vakantiewerk wordt verricht. Om het bedrag gemakkelijk hanteerbaar te maken vindt een rekenkundige afronding op een veelvoud van f 50,- plaats.

In 1995, het jaar waarin de Regeling inkomen kinderbijslag in werking trad, en in 1996 bedroeg de vrijstelling f 1650,-. Het netto-minimumloon voor een alleenstaande van 23 jaar en ouder bedraagt in januari 1997 echter f 1711,07. Afgerond wordt de vrijstelling voor 1997 derhalve gesteld op f 1700,-.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave.

Naar boven