Regeling onverenigbare functies Ctsv, SVb en Lisv

«Organisatiewet sociale verzekeringen 1997»

25 februari 1997

nr. SV/UB/97/0808

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 6, 21 en 34 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997:

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder uitvoeringsinstelling: een rechtspersoon als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.

Het College van toezicht sociale verzekeringen

Artikel 2

1. Onverenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur van het College van toezicht sociale verzekeringen zijn:

a. het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, van het Landelijk instituut sociale verzekeringen en van een uitvoeringsinstelling;

b. het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de onder a bedoelde rechtspersonen.

2. De leden van het bestuur van het College van toezicht sociale verzekeringen verrichten geen werkzaamheden en vervullen geen ambten indien dit ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun lidmaatschap van het bestuur van het College van toezicht sociale verzekeringen of op de handhaving van hun onpartijdigheid of het vertrouwen daarin.

De Sociale Verzekeringsbank

Artikel 3

1. Onverenigbaar met het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank zijn:

a. het lidmaatschap van het bestuur van het College van toezicht sociale verzekeringen en het lidmaatschap of het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen;

b. het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de onder a bedoelde rechtspersonen.

2. De leden van het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank verrichten geen werkzaamheden en vervullen geen ambten indien dit ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun lidmaatschap van het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank.

Het Landelijk instituut sociale verzekeringen

Artikel 4

1. Onverenigbaar met het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen zijn:

a. het lidmaatschap van het bestuur van het College van toezicht sociale verzekeringen, het lidmaatschap of het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank en het lidmaatschap van het bestuur of een directie van een uitvoeringsinstelling;

b. het zijn van aandeelhouder of bestuurder van een holding waarvan een uitvoeringsinstelling deel uit maakt;

c. het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de onder a en b bedoelde rechtspersonen.

2. De leden van het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen verrichten geen werkzaamheden en vervullen geen ambten indien dit ongewenst is met het oog op een goede vervulling van hun lidmaatschap van het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

Slotbepalingen

Artikel 5

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1996 ingediende voorstel van wet (Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, Kamerstukken II, 199/97, 24 877) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onverenigbare functies Ctsv, SVb en Lisv.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 25 februari 1997.
De Staatssecretaris voornoemd,
F.H.G. de Grave.

Toelichting

In artikel 6 van de Organisatiewet sociale verzekeringen werden voor het College van toezicht sociale verzekeringen (Ctsv) een aantal functies en werkzaamheden genoemd die niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van het bestuur van het Ctsv. In de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Osv 1997) bepalen de artikelen 6, 21 en 34 dat onze minister regels kan stellen waarin lidmaatschappen en werkzaamheden worden beschreven die niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het bestuur van de het Ctsv, de Sociale Verzekeringsbank (Svb) en het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv). De Regeling onverenigbare functies Ctsv, SVb en Lisv voorziet hierin.

Voor het adequaat kunnen vervullen van deze lidmaatschappen is het noodzakelijk dat (de schijn van) zakelijke of persoonlijke belangenverstrengeling wordt voorkomen. De belangrijkste functies waarbij belangenverstrengeling kan optreden, zijn in de regeling opgenomen. Een limitatieve opsomming van functies en werkzaamheden die niet verenigbaar zijn, kan niet worden gegeven.

Wat betreft formuleringen in deze regeling is aangesloten bij bestaande wetgeving, te weten de artikelen 7, tweede lid, van de Wet op de Raad van State en 5, tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman.

Ofschoon de lidmaatschappen van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Raad van State, de Algemene Rekenkamer en de Nationale Ombudsman niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap of vervangend lidmaatschap van het Ctsv, de Svb of het Lisv zijn deze uitsluitingen niet geregeld in deze regeling. In artikel 57, vierde lid, van de Grondwet is bepaald dat de Wet ten aanzien van andere openbare betrekkingen bepalen dat zij niet gelijktijdig met het lidmaatschap van de Staten-Generaal kunnen worden uitgeoefend. De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement bevat hieromtrent een regeling.

Met betrekking tot de leden van de Raad van State en de Nationale Ombudsman is in artikel 7 Wet op de Raad van State respectievelijk artikel 5 Wet Nationale ombudsman geregeld dat zij niet kunnen bekleden een openbare betrekking waaraan een vaste beloning of toelage is verbonden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave.

Naar boven