Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet en Toeslagenwet

«Organisatiewet sociale verzekeringen 1997»

25 februari 1997

nr. SV/UB/97/0813

Directie Sociale Verzekeringen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelend in overeenstemming met de minister van Financiën;

Gelet op artikel 71 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. De Minister: Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b. vakantie-uitkeringen: de vakantie-uitkeringen, bedoeld in artikel 10 van de Toeslagenwet en artikel 5, derde lid, van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria;

c. de lasten met betrekking tot het Algemeen Kinderbijslagfonds: de ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet uit te keren kinderbijslagen, alsmede de aan de uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet verbonden kosten;

d. de lasten met betrekking tot het Toeslagenfonds:

1o. de toeslagen;

2o. de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria;

3o. de vakantie-uitkeringen ingevolge 1o en 2o;

4o. de ingevolge enige wet, over de in 1o, 2o, en 3o bedoelde toeslagen, uitkeringen en vakantie-uitkeringen door het Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigde premies, die niet op deze toeslagen in mindering kunnen worden gebracht;

5o. de kosten verbonden aan de uitvoering van artikel 43, zesde lid, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid; 6o. de uitvoeringskosten van de Toeslagenwet en de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria; en

7o. de overhevelingstoeslag welke op grond van artikel 1 van de Wet overhevelingstoeslag opslagpremies over de toeslagen, de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de vakantie-uitkeringen verschuldigd is.

Algemeen Kinderbijslagfonds

Artikel 2

Voor de tiende dag van de maand voorafgaande aan het begin van een kwartaal verstrekt de Sociale Verzekeringsbank aan de Minister:

a. een raming van de lasten met betrekking tot het Algemeen Kinderbijslagfonds voor het komende kwartaal;

b. een uitsplitsing naar maand van het totaalbedrag van de in onderdeel a bedoelde raming; en

c. een opgave van de werkelijke lasten in het vorige kwartaal.

Artikel 3

1. Op de eerste dag van elke maand draag het Rijk de geraamde lasten van het Algemeen Kinderbijslagfonds over die maand af aan de Sociale Verzekeringsbank.

2. Op de eerste dag van elk kwartaal verrekent het Rijk het verschil tussen de werkelijke lasten en de geraamde lasten over het kwartaal gelegen twee kwartalen voor het huidige kwartaal.

Artikel 4

In afwijking van artikel 3 kan in bijzondere gevallen een hoger of een lager voorschot worden verstrekt.

Artikel 5

De in artikel 2, onderdeel c, genoemde opgave wordt zodanig gespecificeerd dat daarin afzonderlijk worden vermeld:

a. het totaalbedrag, gesplitst naar kinderbijslagen, uitvoeringskosten en overige lasten, verminderd met de baten, alsmede naar de maand waarin de uitgaven zijn gedaan respectievelijk de ontvangsten zijn ontvangen;

b. het aantal kinderbijslaggrechtigden, gesplitst naar gezinsgrootte;

c. het aantal kinderen naar de onderscheiden leeftijdscategorieën, gesplitst naar gezinsgrootte.

Artikel 6

Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de jaarrekening van het Algemeen Kinderbijslagfonds vindt een voorlopige afrekening met de Sociale Verzekeringsbank plaats.

Artikel 7

Indien de in artikel 3 genoemde dag een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, wordt de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, in aanmerking genomen.

Het Toeslagenfonds

Artikel 8

Voor de vijftiende dag van elke maand verstrekt het Landelijk instituut sociale verzekeringen aan de Minister:

a. een raming van de lasten met betrekking tot het toeslagenfonds over de daaropvolgende maand, onder aftrek van de raming van de op de toeslagen, de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de vakantie-uitkeringen in te houden loonheffing over die maand;

b. een raming van de op de toeslagen, de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de vakantie-uitkeringen over de huidige maand in te houden loonheffing;

c. een opgave van de gedeclareerde lasten met betrekking tot het Toeslagenfonds over de maand gelegen twee maanden voor de huidige maand, en van de werkelijk op de toeslagen, de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de vakantie-uitkeringen ingehouden loonheffing over die maand.

Artikel 9

1. Op de eerste dag van elke maand draagt het Rijk

a. een twaalfde gedeelte van het bedrag, bedoeld in artikel 77, tweede lid, van de

Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, dat ten gunste komt van het Toeslagenfonds af aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen;

b. een twaalfde gedeelte van het totaalbedrag van de voor het lopende jaar door het Landelijk instituut sociale verzekeringen gesloten jaarovereenkomsten, bedoeld in artikel 43, van de Organisatiewet sociale verzekeringen, dat ten gunste komt van het Toeslagenfonds af aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen.

2. Indien het College van toezicht sociale verzekeringen een besluit neemt, als bedoeld in artikel 78, tweede lid, Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, om het budget voor de administratiekosten in het lopende kalenderjaar te wijzigen, wordt deze wijziging naar rato verwerkt in de over dat kalenderjaar nog te verstrekken voorschotten.

3. Indien het totaalbedrag van de voor het lopende jaar door het Landelijk instituut sociale verzekeringen gesloten jaarovereenkomsten, bedoeld in artikel 43, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 wijzigt, wordt deze wijziging naar rato verwerkt in de over dat kalenderjaar nog te verstrekken voorschotten.

4. In juli van het jaar volgend op het boekjaar of zo spoedig mogelijk nadien, verrekent het Rijk het verschil over het boekjaar tussen de administratiekosten die het Landelijk instituut sociale verzekeringen toerekent aan het Toeslagenfonds en de door het Rijk met betrekking tot het boekjaar verstrekte voorschotten administratiekosten.

Artikel 10

Op de vierde dag van elke maand:

a. draagt het Rijk het geraamde bedrag aan de op de toeslagen, de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de vakantie-uitkering over de vorige maand in te houden loonheffing af aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten gunste van het Toeslagenfonds;

b. draagt het Rijk de geraamde lasten over die maand voor zover niet begrepen in de afdracht op grond van artikel 9, onder aftrek van de geraamde in te houden loonheffing af aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten gunste van het Toeslagenfonds; en

c. verrekent het Rijk, voor zover daarin niet is begrepen een verrekening op grond van artikel 9, het verschil tussen de werkelijke en de geraamde lasten over de maand gelegen drie maanden voor de huidige maand met het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten gunste of ten laste van het Toeslagenfonds.

Artikel 11

Indien de in artikel 9 en 10 genoemde dag een zaterdag, zondag, of een algemeen erkende feestdag is, wordt de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag is, in aanmerking genomen.

Artikel 12

De in artikel 8, onderdeel c, genoemde opgave wordt zodanig gespecificeerd dat daarin afzonderlijk worden vermeld;

a. de uitbetaalde toeslagen per wet waarop de loondervingsuitkering is gebaseerd, per uitvoeringsinstelling en de uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria per uitvoeringsinstelling;

b. de uitbetaalde vakantie-uitkeringen per wet waarop de loondervingsuitkering is gebaseerd, per uitvoeringsinstelling;

c. de ingevolge enige wet over zowel de onder a bedoelde toeslagen en uitkeringen, de vakantie-uitkeringen door de Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigde premies die niet op deze toeslagen in mindering worden gebracht;

d. de volumegegevens per wet waarop de toeslag is gebaseerd, alsmede de volumegegevens van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria per uitvoeringsinstelling;

e. de uitvoeringskosten van zowel de Toeslagenwet als de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria per uitvoeringsinstelling.

Artikel 13

Zo spoedig mogelijk na ontvangst van de jaarrekening van het Toeslagenfonds vindt een voorlopige afrekening met het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten gunste of ten laste van het Toeslagenfonds plaats.

Eindafrekening Algemeen Kinderbijslagfonds en Toeslagenfonds

Artikel 14

1. Zo spoedig mogelijk na de ontvangst van de verklaring over de rechtmatigheid, bedoeld in artikel 84, tweede lid, van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, over een kalenderjaar, stelt de Minister de omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het Algemeen Kinderbijslagfonds en het Toeslagenfonds over dat kalenderjaar vast.

2. In het besluit bedoeld in het eerste lid wordt afzonderlijk vermeld de omvang van de middelen tot dekking van de betaalde kinderbijslagen en de omvang van de middelen tot dekking van de aan uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet verbonden kosten respectievelijk de betaalde toeslagen en vakantie-uitkeringen en de omvang van de middelen tot dekking van de aan de uitvoering van de Toeslagenwet verbonden kosten en de omvang van de middelen tot dekking van de betaalde uitkeringen en de vakantie-uitkeringen ingevolge de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria en de omvang van de middelen tot dekking van de aan de uitvoering van de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria verbonden kosten.

3. Indien de op grond van het eerste lid vastgestelde omvang van de middelen tot dekking van de uitgaven ten laste van het fonds afwijkt van de op basis van artikelen 2 tot en met 6 en 7 tot en met 12 betaalde bedragen vindt een definitieve afrekening met de Sociale Verzekeringsbank ten gunste of ten laste van het Algemeen Kinderbijslagfonds respectievelijk met het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten gunste of ten laste van het Toeslagenfonds plaats.

Slotbepalingen

Artikel 15

De Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet 1995 en de Financieringsregeling Toeslagenwet 1996 worden ingetrokken.

Artikel 16

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 september 1996 ingediende voorstel van wet (Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, Kamerstukken II, 199/97, 24 877) tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel 17

Deze regeling wordt aangehaald als: Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet en Toeslagenwet.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.


’s-Gravenhage, 25 februari 1997.
De Staatssecretaris voornoemd,
F.H.G. de Grave.

Toelichting

Door de inwerkingtreding van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 (Osv 1997) dienen de Financieringsregeling Algemene Kinderbijslagwet 1995 en de Financieringsregeling Toeslagenwet 1996 te worden aangepast aan de bepalingen van deze nieuwe wet.

Aangezien beide regelingen qua systematiek ongeveer met elkaar overeenkomen en beide zijn gebaseerd op hetzelfde artikel van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997 is er voor gekozen beide regelingen samen te voegen tot één regeling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

F.H.G. de Grave.

Naar boven