Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken Koninklijke marechaussee

30 januari 1997

nr. 2287349-AA

Het Hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,

Gelet op artikel 4, aanhef en onder 2, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken ministerie van Binnenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt onder tekenbevoegdheid verstaan de bevoegdheid om namens het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst besluiten te nemen, stukken af te doen en uitgaande brieven te ondertekenen.

Artikel 2

1. De commandant van de Koninklijke marechaussee bezit in verband met de vervulling van vertrouwensfuncties op de burgerluchthavens, tekenbevoegdheid ten aanzien van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van het Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken ministerie van Binnenlandse Zaken, bedoelde bevoegdheid betreffende het afgeven van een verklaring van geen bezwaar.

2. Bij verhindering van de commandant van de Koninklijke marechaussee heeft diens plaatsvervanger tekenbevoegdheid.

Artikel 3

Aan het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst is voorbehouden de uitoefening van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde bevoegdheid indien:

1. bij de uitoefening gebruik wordt gemaakt van gegevens als bedoeld in artikel 7, tweede lid, onder b, c en d van de Wet veiligheidsonderzoeken;

2. het veiligheidsonderzoek onvoldoende gegevens heeft kunnen opleveren om een oordeel te geven over de vraag of betrokkene onder alle omstandigheden de uit de vertrouwensfunctie voortvloeiende plichten getrouwelijk zal volbrengen.

Artikel 4

De commandant van de Koninklijke marechaussee kan in overeenstemming met het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, bij schriftelijk aan de Minister van Binnenlandse Zaken mede te delen beschikking, ten aanzien van de in artikel 2, juncto artikel 3, van dit besluit bedoelde bevoegdheid, tekenbevoegdheid opdragen aan een of meer als zodanig aangewezen onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 5

De tekenbevoegdheid wordt uitgeoefend met dien verstande dat:

1. de Beleidsregel veiligheidsonderzoeken en vertrouwensfuncties op de burgerluchthavens, wordt gevolgd;

2. geen beslissingen worden genomen ten aanzien van zaken van principiële aard;

3. geen stukken worden ondertekend, die bij de ontvanger de indruk kunnen wekken, dat de ondertekenaar persoonlijk een beslissing neemt welke door de minister van Binnenlandse Zaken of het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst moet worden genomen.

Artikel 6

De commandant van de Koninklijke marechaussee brengt iedere twee maanden aan het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst schriftelijk verslag uit over de wijze waarop van de aan hem en door hem verleende tekenbevoegdheid gebruik is gemaakt.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 1997.

Artikel 8

Dit besluit kan worden aangehaald als ’Besluit tekenbevoegdheid vertrouwensfuncties en veiligheidsonderzoeken Koninklijke marechaussee’.

Deze beschikking zal in afschrift worden gezonden aan de minister van Binnenlandse Zaken en belanghebbende functionarissen.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.


Het Hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst,
N.W.G. Buis.

Naar boven