Bijzonder Reglement Arrondissementsrechtbank Breda

Bijzonder reglement als bedoeld in artikel 27, lid 1 van Reglement I, vastgesteld in de vergadering van de arrondissementsrechtbank te Breda op 28 november 1997

Artikel 1

Gedurende de maanden september tot en met juni van ieder jaar worden de terechtzittingen gehouden;

a. door de eerste kamer, op maandag tot 09.00 uur voor de behandeling van onteigeningszaken en ruilverkavelingszaken, op dinsdag te 13.30 uur voor de behandeling van burgerlijke zaken en voorts op door de president te bepalen dagen en uren,

b. door de tweede kamer, voor de meervoudige behandeling van burgerlijke zaken van personen- of familierechtelijke aard op nader door de president te bepalen dagen en uren,

c. door de derde kamer, voor de behandeling van burgerlijke zaken, in het bijzonder zaken voortvloeiend uit de Faillissementswet, op dinsdag te 09.00 uur,

d. door de vierde kamer, voor de behandeling van strafzaken, op dinsdag te 09.00 uur en voorts op de door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

e. door de vijfde kamer, voor de behandeling van strafzaken, op maandag te 09.00 uur en voorts op de door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

f. door de zesde meervoudige kamer, voor de behandeling van economische zaken, op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

g. door de zevende en achtste meervoudige kamer, voor de behandeling van beroepen volgens de Algemene wet bestuursrecht, op door de president te bepalen dagen en uren,

h. door de negende kamer, voor de behandeling van burgerlijke zaken:

1. voor de rolzitting op dinsdag te 10.00 uur en voor de overige zittingen op alle weekdagen vanaf 09.00 uur,

2. voor de behandeling van alimentatie-, ABW(verhaals)-, echtscheidingszaken en omgangsregelingen op nader door de president te bepalen dagen en uren,

3. voor de behandeling van naar haar verwezen zaken met betrekking tot voogdij, ouderlijke macht en adoptie op nader door de president te bepalen dagen en uren en speciaal voor het horen van minderjarigen op grond van het bepaalde in artikel 902 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering eveneens op nader door de president te bepalen dagen en uren,

i. door de tiende kamer, de politierechter, op vrijdag te 09.00 en voorts op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren, en voor wat betreft de politierechter, zitting houdende in het kantongerechtsgebouw te Tilburg, op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

j. door de elfde kamer, de economische politierechter, op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

k. door de twaalfde kamer, de kinderrechter,

1. voor de behandeling van strafzaken, op vrijdag te 09.00 uur,

2. voor de behandeling van burgerlijke zaken, op door de president te bepalen dagen en uren in het gerechtsgebouw en nader te bepalen nevenzittingsplaatsen,

l. door de dertiende kamer, voor de behandeling van strafzaken in hoger beroep, op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren,

m. door de veertiende kamer, voor de behandeling van beroepen volgens de Algemene wet bestuursrecht, op door de president te bepalen dagen en uren,

n. door de president voor de behandeling van korte gedingen als bedoeld bij artikel 289, 1e lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, alsmede voor de behandeling van voorlopige voorzieningen als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, op door hem te bepalen dagen en uren.

Artikel 2

Gedurende de maanden september tot en met juni van ieder jaar worden strafzaken in raadkamer behandeld:

a. door de vierde kamer, op woensdag te 09.00 uur,

b. door de vijfde kamer, op donderdag 09.00 uur,

c. door de zesde kamer, op door de president in overleg met de hoofdofficier van justitie te bepalen dagen en uren.

Artikel 3

De president houdt als regel spreekuur op maandag tot en met vrijdag van 13.30 uur tot 14.00 uur.

Artikel 4

De dagen en uren waarop in de maanden juli en augustus terechtzittingen worden gehouden, worden elk jaar uiterlijk in de maand mei vastgesteld.

Artikel 5

Op de in artikel 3 van de Algemene Termijnenwet bedoelde dagen worden geen zittingen en geen spreekuur gehouden.

Ten aanzien van het houden van zittingen op de bij Koninklijk Besluit met de in het eerste lid van dit artikel gelijk gestelde dagen, wordt door de President van geval tot geval beslist.

Artikel 6

De president kan, telkens als het dienstbelang dit vordert, terechtzittingen doen houden in aanvulling op en in afwijking van de zittingen in dit reglement voorzien.

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 1998. Op die dag vervalt het vorige reglement.


De president
De griffier

Naar boven