Gemengde Branche en Speelgoedbranche

Vrijwillig Vervroegde Uittreding Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE GEMENGDE BRANCHE EN SPEELGOEDBRANCHE INZAKE VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING

AI Nr. 8924

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoek van Detam Pensioen Services namens de Vereniging GEBRA als partij te ener zijde mede namens de FNV Dienstenbond en de Dienstenbond CNV als partijen te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Overwegende,

dat de wijziging van genoemde collectieve arbeidsovereenkomst op 1 januari 1998 in werking zal treden;

dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;

dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;

dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame personen;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

I. Trekt in zijn besluit van 24 december 1996 (Stcrt. 1996, nr. 251), voor zover daarin werd overgegaan tot het algemeen verbindendverklaren van de artikelen 4a en 6 van het regelement van de Stichting Vervroegd Uittreden Gemengde Branche en Speelgoedbranche behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding, zulks met inachtneming van hetgeen onder IV en V is bepaald;

II. Verklaart algemeen verbindend tot en met 31 december 2001 de artikelen 4a en 6 van het reglement van de Stichting Vervroegd Uittreden Gemengde Branche en Speelgoedbranche behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding, zoals deze door partijen zijn gewijzigd en zulks met inachtneming van hetgeen onder III, IV en V is bepaald:

BIJLAGE II

Bijlage als bedoeld in artikel 3 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche inzake Vrijwillig Vervroegde Uittreding respectievelijk als bedoeld in artikel 12 lid 1 van de statuten van de Stichting Vervroegd Uittreden Gemengde Branche en Speelgoedbranche.

REGLEMENT

Artikel 4a wordt gelezen als volgt:

„Artikel 4a 58-jarigenregeling

In afwijking van het gestelde achter het eerste gedachtestreepje van artikel 4, kan de werknemer vanaf de 58-jarige leeftijd in aanmerking komen voor een uitkering, indien hij gedurende 40 jaar in dienstverband werkzaam is geweest, waarvan de laatste 15 jaren onafgebroken als werknemer in de zin van artikel 2 lid 3 van de statuten, mits voldaan is aan de overige voorwaarden genoemd in artikel 4. Het bepaalde in de tweede volzin van het tweede gedachtestreepje van artikel 4 is op bedoelde periode van 15 jaren van overeenkomstige toepassing."

Artikel 6 wordt gelezen als volgt:

„Artikel 6 Hoogte van de uitkering

  • 1. De uitkering bedraagt bruto 80% van de uitkeringsbasis.

  • Als uitkeringsbasis geldt het loon over het kalenderjaar voor de ingangsdatum van de uitkering, verhoogd met de percentages c.q. bedragen waarmede de lonen in het lopende kalenderjaar in de CAO voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche op grond van prijscompensatie(s) werden verhoogd.

  • Indien deze uitkeringsbasis op een deel van het jaar betrekking heeft, wordt deze tot een uitkeringsbasis van een geheel jaar herleid.

  • Indien vóór de ingangsdatum van de uitkering op grond van het Besluit taakverlichting alleenstaande werkenden/AAW een vergoeding voor arbeidsduurverkorting werd verleend, wordt deze vergoeding mede tot de uitkeringsbasis gerekend.

  • Buiten beschouwing blijven: vergoedingen voor overwerk, reisuren en onkosten, alsmede gratificaties, uitkeringen ingevolge winstdelingsregelingen, werkgeversbijdragen in premiespaarregelingen en soortgelijke emolumenten.

  • Als maximum uitkeringsbasis geldt de premiegrens welke wordt gehanteerd voor de WAO en WW.

  • 2. De uitkering zal echter niet minder bedragen dan het voor de betrokken werknemer geldende wettelijk minimumloon, verhoogd met de vakantietoeslag volgens de CAO voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche en verminderd met het werknemersaandeel in de na uittreding niet meer verschuldigde sociale verzekeringspremies.

  • 3. Met inachtneming van het bepaalde in lid 2 zal de netto-uitkering in het algemeen niet méér bedragen dan 90% van de netto-uitkeringsbasis.

  • 4. De uitkeringen zullen worden verhoogd op de data en met de percentages c.q. bedragen waarmede de in de CAO voor de Gemengde Branche en Speelgoedbranche opgenomen lonen worden verhoogd.

  • 5. De vakantietoeslag is in de uitkering verwerkt.

  • 6. Naast de in lid 1 bedoelde bruto-uitkering wordt de overhevelingstoeslag als bedoeld in artikel 1 van de Wet Overhevelingstoeslag Opslagpremies toegekend."

III. Indien en voor zover de onder II opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeidsvoorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, prevaleren deze regelen.

IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1998.

V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 23 december 1997

C. J. Meerhof.

Naar boven