Regeling kinderbeveiligingsmiddelen

«Wegenverkeerswet 1994»

19 december 1997

DGP/WJZ/V-725913

Directoraat-Generaal Personenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 22, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

1. Een kinderbeveiligingsmiddel is goedgekeurd als bedoeld in artikel 59, vierde lid, van het RVV 1990, indien het kinderbeveiligingsmiddel is voorzien van een goedkeuringsmerk dat overeenkomt met het merk dat in de bijlage als model 1 is weergegeven en dat daarop is aangebracht naar aanleiding van een keuring verricht op grond van het reglement 44.

2. Onder reglement 44 wordt verstaan ’Uniform provisions concerning the approval of restraining devices for child occupants of power driven vehicles (child restraint system)’ behorende bij het op 20 maart 1958 te Genève tot stand gekomen Verdrag betreffende het aannemen van eenvormige goedkeuringsvoorwaarden en de wederzijdse erkenning van goedkeuring van uitrustingsstukken en onderdelen van motorvoertuigen (Trb. 1959, 83).

Artikel 2

1. Met de in deze regeling vastgestelde technische normen of technische eisen worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige technische normen of technische eisen, vastgesteld door of vanwege een andere lid-staat van de Europese Unie danwel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

2. Met de in deze regeling geëiste keuring of goedkeuringsmerk worden gelijkgesteld daaraan gelijkwaardige keuringen of goedkeuringsmerken, geëist door of vanwege een andere lid-staat van de Europese Unie danwel door of vanwege een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte.

Artikel 3

De regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 maart 1992, nr. RVR 118485, Hoofddirectie van de Waterstaat (Stcrt. 63), houdende goedkeuring kinderbeveiligingsmiddel wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling kinderbeveiligingsmiddelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Bijlage

Model 1 Goedkeuringsmerk kinderbeveiligingsmiddel

universal

15-25 kg

E4

02441616

0000.0000

Het merk is uitgevoerd in oranje: de cijfers dienen als voorbeeld.

- Universal: universeel kinderzitje;

- 15-25 kg: gewichtsgroep 15-25 kg (Groep II);

- E: gekeurd volgens een ECE-Reglement (nr. 44 in dit geval);

- 4: gekeurd in Nederland;

- 02441616: toelatingsnummer als volgt samengesteld:

02: tweede versie van het Reglement;

44: gekeurd volgens Reglement 44;

1616: toegekende (toelatingsnummer)

- 0000.0000: serienummer

Toelichting

Deze regeling vervangt de Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 19 maart 1992, nr. RVR 118485, Hoofddirectie van de Waterstaat, houdende goedkeuring kinderbeveiligingsmiddel (Stcrt. 63).

Het ontwerp van die regeling werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109)1 en dient derhalve te worden ingetrokken.

De ontwerp-regeling is op 21 augustus 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG (notificatienr. 97/635/NL).

De ontwerp-regeling is tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235).

Naar aanleiding van de notificatie, respectievelijk de melding, zijn binnen de daartoe gestelde termijn geen opmerkingen ontvangen. De regeling kan derhalve nu definitief worden vastgesteld.

De tekst van de regeling is identiek aan de tekst van de oorspronkelijke regeling. Nieuw zijn uiteraard alleen de - wetstechnische - artikelen 2 tot en met 5. Daarin is tevens een bepaling opgenomen inzake de wederzijdse erkenning van technische normen, eisen en onderzoeken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

1 Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG l 100). Een bijgewerkte integrale tekst is gepubliceerd in PbEG, C 78.

Naar boven