Wijziging Regeling wachtalarminstallatie

19 december 1997

Nr. DGG/J-97010989

Directoraat-generaal Goederenvervoer

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Vervoer en Communicatie van Aruba;

Gelet op artikel 276, zesde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit;

Besluit:

Artikel I

De Regeling wachtalarminstallatie1 komt te luiden:

Artikel 1

1. Een wachtalarminstallatie wordt in- en uitgeschakeld door middel van een sleutelbediende schakelaar.

2. Een wachtalarminstallatie is voorzien van een tijdmeetsysteem met ten minste twee verschillende looptijden, waarvan de langste looptijd niet meer mag bedragen dan vijftien minuten. De looptijdkeuze moet sleutelbediend zijn en mag worden gecombineerd met de in het eerste lid bedoelde schakelaar.

3. Een dimbare controlelamp geeft aan dat de wachtalarminstallatie in bedrijf is.

4. Na de inschakeling van de wachtalarminstallatie start het tijdmeetsysteem. Dit tijdmeetsysteem kan op elk gewenst moment door middel van een terugsteldrukknop op nul worden teruggesteld, waarna de tijdmeting weer opnieuw begint.

5. Aan het eind van de gekozen looptijd treedt in het stuurhuis een zichtbaar en hoorbaar waarschuwingssignaal in werking.

6. Indien niet binnen zestig seconden na de inwerkingtreding van het waarschuwingssignaal, bedoeld in het vijfde lid, het tijdmeetsysteem door middel van de terugsteldrukknop op nul wordt teruggesteld, wordt een hoorbaar alarm gegeven in de verblijven van de kapitein, de stuurman alsmede andere daarvoor in aanmerking komende verblijven.

7. De terugsteldrukknop wordt niet vanaf een normale navigatiepositie zoals de stuurstoel bediend.

8. Een wachtalarminstallatie voldoet aan de als bijlage bij deze regeling opgenomen paragrafen 5 en 6 van de op 6 november 1991 aangenomen Resolutie A.694(17) van de Internationale Maritieme Organisatie.

Artikel 2

1. De kapitein ziet erop toe dat de wachtalarminstallatie in werking is wanneer uitsluitend door de chef van de wacht op de brug wacht wordt gelopen.

2. Tijdens de uitoefening van de visserij mag de wachtalarminstallatie afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden buiten werking worden gesteld, wanneer de kapitein zulks verantwoord acht.

3. De kapitein houdt bij de keuze van de looptijd van het tijdmeet-systeem rekening met de bestaande toestand en omstandigheden.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling wachtalarminstallatie.

Artikel II

Deze regeling treedt voor Nederland en Aruba in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Directoraat-Generaal Goederenvervoer, Willem Witsenplein 6 te Den Haag. Van de terinzagelegging in Aruba zal mededeling worden gedaan in de Landscourant van Aruba.


19 december 1997. De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink.

Toelichting

Deze regeling strekt tot het opnieuw vaststellen van de Regeling wachtalarminstallaties. Het ontwerp van die regeling werd niet genotificeerd overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109)2. Om alsnog aan de verplichting tot notificatie te voldoen is deze regeling in ontwerp aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen genotificeerd (zie ook kamerstukken II 1996/97, 25 389).

Voor een toelichting op de achtergronden van deze regeling zij verwezen naar de toelichting bij de oorspronkelijke regeling (zie Stcrt. 1995, 212). De tekst van de regeling is identiek aan de oorspronkelijke tekst.

De ontwerp-regeling is op 2 september 1997 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienr. 97/0683/NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van eerdergenoemde richtlijn nr. 83/189/EEG. Zij is op 7 oktober 1997 tevens gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie (notificatienr. G/TBT/Notif.97.648), ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Een aankondiging van de ontwerp-regeling is gepubliceerd in Stcrt. 1997, 197.

Deze notificaties zijn noodzakelijk, aangezien de regeling technische voorschriften bevat in de zin van richtlijn nr. 83/189/EEG, zoals gewijzigd, en als bedoeld in voornoemde overeenkomst. Als technisch voorschrift kan worden aangemerkt artikel 1. Dit voorschrift, dat zonder onderscheid van toepassing is op Nederlandse en ingevoerde wachtalarminstallaties, is uit hoofde van een doeltreffende bescherming van de openbare veiligheid en de gezondheid en het leven van personen noodzakelijk. Voor zover deze regeling kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking in de zin van artikel 30 EG-Verdrag bevat, zijn deze maatregelen derhalve gerechtvaardigd ter bescherming van de bovengenoemde belangen.

De notificatieprocedures hebben niet geleid tot wijziging van de ontwerp-regeling.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink.

1 Stcrt. 1995, 212.

2 Laatstelijk gewijzigd bij richtlijn nr. 94/10/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 maart 1994 (PbEG L 100). Een bijgewerkte integrale tekst van de richtlijn is gepubliceerd in PbEG 1997, C 78.

Naar boven