Circulaire Aankoop effecten met spaarloon

Circulaire aan de Ministers

Doelstelling: bekendmaking van beleid

Juridische grondslag: geen

Relatie met andere circulaires: 7 april 1994, nr.AD94/U470

Geldig vanaf: heden

Geldig tot: nadere berichtgeving

Bij besluit van 6 april 1994, nr.AD94/U464, is de Spaarloonregeling rijkspersoneel van kracht geworden.

In genoemde regeling is onder andere bepaald dat op het salaris van de ambtenaar die dit wenst in gelijke maandelijkse termijnen dan wel eenmalig in een kalenderjaar een bedrag wordt ingehouden ten behoeve van zijn spaarloonregeling. Ook kan het ingehouden bedrag worden aangewend ten behoeve van een levensverzekering.

Na verloop van tijd werd geconstateerd dat er bij de uitvoering van de regeling technische problemen ontstonden. Mede naar aanleiding hiervan is de spaarloonregeling in overleg met de departementen geëvalueerd.

Een aantal meer technische zaken zal interdepartementaal worden opgepakt. Voorts heb ik een onderzoek doen instellen naar de mogelijkheid om de aankoop van effecten te regelen.

Uit dit onderzoek is mij gebleken dat de aankoop van effecten met spaarloon ook binnen de Spaarloonregeling Rijkspersoneel mogelijk is.

Het kopen van effecten met spaarloon is mogelijk te maken, omdat in de belastingwet op het spaarloon, de effecten gekocht met spaarloon opgevat worden als spaarloon. Dat wil zeggen dat de aangekochte effecten, net als het ’gewone’ spaarloon, geblokkeerd dienen te blijven (voor in totaal 4 jaar). De controle op de blokkade op de effecten kan echter onverkort en op dezelfde manier worden toegepast als op de ’gewone’ spaartegoeden in geld.

Om het kopen (en verkopen) van effecten mogelijk te maken behoeft de regelgeving zoals vastgelegd in mijn eerder genoemd besluit niet aangepast te worden. Het feit dat in de Spaarloonregeling Rijkspersoneel niet is gekozen voor het aangaan van een contract met één financiële instelling, heeft er namelijk toe geleid dat in artikel 3, tweede lid, van de Spaarloonregeling Rijkspersoneel, de deelnemers wordt gevraagd een schriftelijke verklaring van de financiële instelling te overleggen waarin deze (kortgezegd) verklaart te zullen handelen naar het in de betreffende belastingwet bepaalde.

Deze verklaring strekt zich derhalve eveneens uit tot de artikelen die de aan- en verkoop van effecten behandelen. Dit betekent dat de financiële instellingen gehouden zijn de effecten geblokkeerd te houden, totdat de spaartegoeden vier jaar geblokkeerd zijn geweest.

Gelet op het vorenstaande verzoek ik u met ingang van heden met bovenstaande gedragslijn rekening te houden en uw personeel hierover te informeren.


De Minister van Binnenlandse Zaken,
voor deze,
de directeur-generaal Management en Personeelsbeleid,
A.H.C. Annink.

Naar boven