Ontheffing luchtvervoersvergunning

Gilze Rijen Historical Flight

11 november 1997

Nr. DGRLD/JBZ/L 97.500714

De Minister van Verkeer en Water-staat,

Gelezen het verzoek van Gilze Rijen Historical Flight dd. 14 augustus 1997;

Gelet op artikel 16d van de Luchtvaartwet en het terzake vastgestelde interimbeleid;

Besluit:

Artikel 1

Aan Gilze Rijen Historical Flight te Gilze-Rijen wordt, met inachtneming van onderstaande voorwaarden en beperkingen, tot 1 januari 1998 ontheffing verleend van de verplichting tot het hebben van een luchtvervoersvergunning voor het vervoer van personen in het kader van de historische luchtvaart, met historische luchtvaartuigen voorzien van de kenmerken PH-IIB, PH-LSK, PH-MLM (Harvards), PH-TYG (Tiger Moth), PH-GRB (Fokker S-11), PH-NGK (Auster) en de PH-GAU, PH-GAZ, PH-PSC, PH-KNR, PH-PPW (Piper Super Club PA-18-135).

Artikel 2

De houder van deze ontheffing mag enkel ten doel hebben het in stand houden van historische luchtvaartuigen en mag geen vervoer tegen vergoeding verrichten in de zin van Verordening (EG) 2407/92.

Artikel 3

1. Het is de ontheffinghouder toegestaan leden/contribuanten en sponsors te vervoeren.

2. Voor ontheffinghouders met alleen luchtvaartuigen met maximaal vier zitplaatsen en een maximale startmassa van ten hoogste 5700 kg dienen de leden/contribuanten het lidmaatschap voor de duur van tenminste zes maanden aan te gaan. Tevens is een minimale periode tussen aanmelding als lid/contribuant en het mee mogen vliegen van één week vereist.

Sponsors mogen zoveel vlieguren per jaar van de luchtvaartuigen gebruik maken als in de sponsorovereenkomst is vastgelegd. In deze overeenkomst, die niet meer dan één keer per jaar per sponsor mag worden gesloten, wordt tevens de waarde van het gesponsorde vastgelegd. Direct na afsluiten van de sponsorovereenkomst dient deze ter toetsing aan het DG RLD te worden voorgelegd.

De ontheffinghouder dient er voor te zorgen dat de sponsor, hun meevliegende personeelsleden en relaties één week voorafgaand aan de vlucht, met naam en toenaam bekend zijn bij de ontheffinghouder die de vlucht zal verzorgen.

3. Het is de ontheffinghouder toegestaan ieder lid of contribuant één keer per jaar een introducé(e) te laten meenemen.

Artikel 4

De ontheffinghouder dient eenieder die meevliegt tenminste één week voorafgaand aan de vluchtuitvoering schriftelijk, goed leesbaar en in duidelijk Nederlands, op de hoogte te stellen van het feit dat het gaat om een vlucht met een historisch luchtvaartuig waarvoor een lager veiligheidsniveau geldt ten opzichte van de normale burgerluchtvaart.

Artikel 5

Voor de ontheffinghouder geldt een beperking van 200 vlieguren per jaar per registratie.

Artikel 6

Tenzij noodzakelijk voor starten en landen, is het de ontheffinghouder niet toegestaan met genoemd(e) luchtvaartuig(en) VFR boven aaneengesloten bebouwing, industriegebieden of mensenverzamelingen te vliegen.

Artikel 7

De ontheffinghouder dient met genoemde luchtvaartuigen, anders dan voor het starten en landen, een minimale vlieghoogte van 1300 ft AGL aan te houden.

Artikel 8

1. Alle voor de naleving van deze ontheffing benodigde informatie moet te allen tijde op verzoek van het DG RLD overtuigend kunnen worden aangetoond door overlegging van schriftelijke bewijsstukken en een deugdelijke, controleerbare administratie. In aanvulling op art. 73 LVW wordt vereist dat een en ander in een toetsbaar jaarverslag/jaarbericht wordt vastgelegd.

2. De op grond van art. 73, eerste lid, LVW, aangewezen inspecteurs van het DG RLD dienen te allen tijde in staat te worden gesteld de betrokken luchtvaartuigen te betreden en te inspecteren, alsmede alle voor de inspectie noodzakelijke terreinen en gebouwen te betreden en inzage te krijgen in de administratie van de ontheffinghouder.

Artikel 9

De ontheffinghouder is verplicht verzekerd te zijn:

a. tegen de aansprakelijkheid tegenover de vervoerde passagiers en goederen ten belope van de bij of krachtens verdrag vastgestelde limieten en

b. tegen de aansprakelijkheid voor schade, veroorzaakt aan derden op het aardoppervlak.

Artikel 10

Deze beschikking is gebaseerd op de statuten van de Stichting Gilze Rijen Historical Flight zoals deze zijn opgesteld dd. 14 maart 1996. Wijziging van de statuten kan intrekking van de ontheffing tot gevolg hebben en dient dan ook onverwijld aan het DGRLD te worden gemeld.

Artikel 11

Deze beschikking zal worden geplaatst in de Staatscourant en treedt in werking op de datum van dagtekening.

Artikel 12

De beschikking, houdende verlening van een ontheffing van het hebben van een vervoersvergunning dd. 4 juli 1997 (nr. DGRLD/JBZ/L 97.500373) wordt hierbij ingetrokken.

Binnen 6 weken ingaand op de dag na de datum van bekendmaking van het bovenstaande besluit (kunt/kunnen) (U/belanghebbenden) daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Rijksluchtvaartdienst, Juridische en Bestuurlijke Zaken, Postbus 90771, 2509 LT Den Haag.


De Minister van Verkeer en Waterstaat,
namens deze,
het hoofd Hoofdafdeling Vervoer van de Rijksluchtvaartdienst,
C. T. den Braven.

Naar boven